Opbouw vakantiedagen Voorbeeldclausules

Opbouw vakantiedagen. De opbouw van de resterende verlofdagen vindt plaats op basis van de werkelijke arbeidsduur (80%). Dit betreft bij een fulltime dienstverband de opbouw van 0.8 x in totaal 197,6 uren (26 dagen). De extra vakantiedagen in verband met leeftijd en diensttijd uit artikel 23 lid 3 van de cao komen te vervallen wanneer een werknemer kiest voor de seniorenregeling.
Opbouw vakantiedagen. 2. Iedere werknemer in volledige dienst van de werkgever heeft per vakantiejaar recht op een vakantie met behoud van zijn maandinkomen van 20 wettelijke en 5 bovenwettelijke dagen of diensten dan wel in geval van een rooster met flexibele werktijden 200 uren. Dit geldt ook in het geval van gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
Opbouw vakantiedagen. Elk jaar op 1 januari begint de opbouw van vakantiedagen. Een nieuwe werknemer begint met de opbouw van zijn vakantiedagen vanaf het moment van indiensttreding. Wie het bedrijf verlaat, behoudt de al opgebouwde vakantiedagen. Als er geen gelegenheid is die dagen op te nemen, krijgt hij de waarde ervan in geld uitgekeerd. Als hij inmiddels méér dagen heeft opgenomen dan hij had opgebouwd, mag de werkgever die te veel opgenomen dagen verrekenen met het salaris. Vanaf zijn 45ste krijgt de werknemer geleidelijk meer vakantiedagen. Vanaf 45 jaar heeft hij jaarlijks 26, vanaf 50 jaar 27, vanaf 55 jaar 29 en vanaf 60 jaar 30 vakantiedagen. De extra dag(en) krijgt hij vanaf de maand januari van het jaar waarin hij 45, 50, 55 of 60 jaar wordt.
Opbouw vakantiedagen. De opbouw van vakantiedagen en extra vakantiedagen loopt per kalenderjaar vanaf 1 januari tot en met 31 december. Voor de bepaling van het aantal vakantiedagen wordt de week geacht vijf werkdagen te bevatten.
Opbouw vakantiedagen. 4.1.1 Onverminderd de wettelijke bepalingen over dit onderwerp geldt de volgende vakantieregeling.
Opbouw vakantiedagen. De opbouw van de vakantiedagen start op het moment van indiensttreding en vindt plaats naar rato van het aantal gewerkte weken. Op het moment dat de opgebouwde vakantiedagen niet toereikend zijn voor de vakantie van de werknemer in overleg met zijn werkgever een voorschot opnemen.
Opbouw vakantiedagen. 1. De werknemer verwerft over een volledig kalenderjaar een wettelijk en bovenwettelijk recht op vakantie, te weten:
Opbouw vakantiedagen. 1. Voor elke kalendermaand waarin de werknemer in dienst is of zal zijn, bedraagt de vakantie 1/12 deel van de per jaar vastgestelde vakantie. Een maand, waarin het dienstverband voor de 16e is inge- gaan of na de 15e is gee¨indigd, wordt voor de bepaling van de vakantie als een volle kalendermaand beschouwd.
Opbouw vakantiedagen. Elk jaar op 1 januari begint de opbouw van vakantiedagen. Elke gewerkte maand geeft de voltijdwerknemer recht op ruim 2 (2,08) dagen. Een deeltijdwerknemer met, bijvoorbeeld, een dienstverband van 20 uur heeft jaarlijks recht op 12,5 vakantiedagen (100 uur). Elke gewerkte maand geeft hem recht op ruim 1 (1,04) vakantiedag. Nieuwe werknemers beginnen met de opbouw van hun vakantieda- gen vanaf het moment van indiensttreding. Wie het bedrijf verlaat, behoudt de al opgebouwde vakantiedagen. Als er geen gelegenheid is die dagen op te nemen, krijgt hij de waarde ervan in geld uitgekeerd. Als hij inmiddels méér dagen heeft opgenomen dan hij had opge- bouwd, mag de werkgever die te veel opgenomen dagen verrekenen met het salaris. De opbouw van vakantiedagen gaat gewoon door bij zwangerschap- sof bevallingsverlof. Als de werknemer ziek is, bouwt hij nog maxi- maal 6 maanden lang vakantiedagen op. Extra vakantiedagen voor oudere werknemers Vanaf zijn 45ste krijgt de werknemer geleidelijk meer vakantieda- gen. Vanaf 45 jaar heeft hij jaarlijks 26, vanaf 50 jaar 27; vanaf 55 jaar 29; en vanaf 60 jaar 30 vakantiedagen. De extra dag(en) krijgt hij vanaf de maand januari van het jaar waarin hij 45, 50, 55 of 60 jaar wordt.
Opbouw vakantiedagen. Je bouwt per uur (waarover je recht hebt op loon) 0,096 uur aan vakantie op. Deze opbouw bestaat gedeeltelijk uit wettelijke vakantie-uren en gedeeltelijk uit bovenwettelijke vakantie-uren: - per gewerkt uur bouw je 0,0768 uur aan wettelijke vakantie op; - per gewerkt uur bouw je daarnaast 0,0192 aan bovenwettelijke vakantie op. De opbouw vindt niet alleen plaats over normale gewerkte uren, maar ook bijvoorbeeld tijdens de opname van een vakantie, tijdens ziekte (opbouw over maximaal een half jaar) of tijdens een vrije dag wegens compensatie van overuren of feestdagen. Als je fulltime werkt bouw je per jaar 190 vakantie-uren op (38 uren per week x 52 weken per jaar x 0,096 uur per gewerkt uur). Bij een vijfdaagse werkweek komt dit overeen met 25 vakantiedagen. Per dag komt dit neer op (38 uren per week / 5 dagen) 7,6 uren. Het komt vaak voor dat werkgevers voor een vakantiedag onterecht 8 vakantie-uren berekenen. Dit pakt voor werknemers nadelig uit en is alleen toegestaan als de gemiddelde werkweek gedeeld door het aantal gewerkte dagen per week 8 uren bedraagt (artikel 3.22). In de cao geldt geen maximum voor het aantal vakantie-uren per jaar. Voorbeeld: Werknemer J heeft het afgelopen vakantiejaar gemiddeld 38 uren per week over vijf dagen gewerkt. Hij heeft in het vakantiejaar 24 vakantiedagen opgenomen. Zijn werkgever berekent hiervoor 8 uren per werkdag. Aan het eind van het vakantiejaar constateert zijn werkgever dat er (190 – (24 x 8)) = 2 vakantie-uren teveel zijn opgenomen; werknemer J begint het vakantiejaar hierdoor met een negatief saldo. Per werkdag dient er echter (38 uren / 5 dagen) = 7,6 uren worden berekend. Werknemer J heeft dus geen 192 vakantie-uren opgenomen, maar slechts (24 x 7,6) = 182,4 vakantie-uren. In het nieuwe vakantiejaar mag hij 9,6 vakantie-uren meenemen en heeft hij een positief saldo. In de cao horeca 2006-2008 kon je maximaal 20 extra vakantie-uren opbouwen over overuren. Hierna is het plafond verwijderd waardoor je ongelimiteerd extra vakantie-uren kunt opbouwen. Deze wijziging is vooral van belang voor werknemers die (op jaarbasis) een werkweek hebben die ruimschoots boven de cao-norm valt van 38 uren per week. Met deze aanpassing is een scheve situatie rechtgetrokken tussen werknemers met een fulltime werkweek en werknemers die standaard een behoorlijk aantal overuren maken.