Feestdagen Voorbeeldclausules

Feestdagen. 1. Onder feestdagen worden verstaan: nieuwjaarsdag, eerste en tweede paasdag, Koningsdag, Hemelvaartsdag, eerste en tweede pinksterdag, alsmede eerste en tweede kerstdag.
Feestdagen. Feestdagen
Feestdagen. 1. Niet als werkdagen worden de volgende dagen aangemerkt: - Nieuwjaarsdag - Goede Vrijdag - Tweede paasdag - Hemelvaartsdag - Tweede pinksterdag - Eerste en tweede kerstdag - Koningsdag - 5 mei om de vijf jaar (vanaf 1995)
Feestdagen. 1. De werknemer heeft recht op verlof met behoud van salaris op de navolgende dagen, voor zover deze niet op een zaterdag of zondag vallen: • nieuwjaarsdag, • tweede paasdag, • koningsdag, • 5 mei (1x per 5 jaar vanaf 2010), • hemelvaartsdag, • tweede pinksterdag, • eerste en tweede kerstdag.
Feestdagen. 1 Onder feestdagen worden verstaan Nieuwjaarsdag, 1e en 2e Paasdag, Koningsdag of de dag waarop deze dag wordt gevierd, Hemelvaartsdag, eerste en tweede Pinksterdag, eerste en tweede kerstdag en 5 mei in lustrumjaren. Indien een feestdag valt op een doordeweekse dag dan wordt deze dag in mindering gebracht op het totaal van het aantal te werken uren op jaarbasis zoals zoals vermeld in artikel 9.5.
Feestdagen. A De volgende volledige kalenderdagen worden aangemerkt als feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Koningsdag, 5 mei, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, eerste en tweede kerstdag. Voorafgaand aan het kalenderjaar wordt vastgesteld welke feestdagen in het betreffende jaar op een maandag tot en met vrijdag vallen. Voor elke feestdag die valt op een maandag tot en met vrijdag krijgt de werknemer met een voltijd dienstverband 7,2 uur feestdagverlof toegekend. Voor werknemers met een deeltijd dienstverband wordt het feestdagverlof naar rato vastgesteld.
Feestdagen. 1. De fulltimer heeft bij iedere feestdag die valt op een doordeweekse dag recht op een extra vakantietegoed van 7,6 uur.
Feestdagen. Feestdagen zijn: Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag, Koningsdag, 5 mei in de lustrumjaren (een keer per 5 jaar, wanneer het jaartal eindigt op een 0 of een 5).
Feestdagen. Voor zover toch op een feestdag arbeid wordt verricht, worden deze arbeidsuren uitbetaald tegen het voor de betrokken werknemer geldende uurloon, vermeerderd met een toeslag van 100% op dat uurloon.
Feestdagen. 1. Onder algemeen erkende feestdagen, voor zover deze niet vallen op zaterdag en/of zondag, wordt verstaan: • Nieuwjaarsdag • Tweede Paasdag; • Hemelvaartsdag • Tweede Pinksterdag; • Beide Kerstdagen • Koningsdag of daarvoor in de plaats tredende dag; en • Bevrijdingsdag in lustrumjaren.