Salarisbetaling bij arbeidsongeschiktheid Voorbeeldclausules

Salarisbetaling bij arbeidsongeschiktheid a. De werknemer die wegens arbeidsongeschiktheid verhinderd is werkzaamheden te verrichten en de werk- gever hiervan direct op de hoogte heeft gesteld, heeft op grond van artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek gedurende een termijn van maximaal 104 weken recht op 70% van het naar tijdsruimte vastgestelde loon. Onder het naar tijdsruimte vastgestelde loon wordt verstaan het basissalaris van de werknemer vermeer- derd met de structurele looncomponenten zoals vakantietoeslag, eindejaarsuitkering, ORT en ANW- toeslag. De structurele looncomponenten worden gemeten op maandbasis over een periode van zes maanden voorafgaand aan de maand waarin de arbeidsonge- schiktheid is ontstaan. Het loon wordt aangevuld tot 100% over een tijdvak van maximaal 26 weken. Over een tweede tijdvak van maximaal 26 weken heeft de werknemer aanspraak op 90% van dit loon. Over een derde tijdvak van 26 weken heeft de werknemer aan- spraak op 80% van dit loon. Over een vierde tijdvak van 26 weken heeft de werknemer aanspraak op 70% van dit loon. Het naar tijdsruimte vastgestelde loon wordt verminderd met het bedrag van de netto uit- kering door de werknemer ontvangen op grond van enige bij of krachtens de wet geldende verzekering of uitkeringsregeling, alsmede een uitkering op grond van het arbeidsongeschiktheidspensioen ingevolge het pensioenreglement PFZW ter zake van deze arbeidsongeschiktheid.
Salarisbetaling bij arbeidsongeschiktheid a. Indien de werknemer wegens arbeidsongeschiktheid aanspraak heeft op een vergoeding conform artikel 7:629 Burgerlijk Wetboek, behoudt de werknemer aanspraak op 100% van het voor de werknemer bij aanvang van de arbeidsongeschiktheid geldende (bruto) basissalaris, inclusief ANW-toeslag, en de hieraan gerelateerde vakantietoeslag over een tijdvak van maximaal 26 weken. Over een tweede tijdvak van maximaal 26 weken heeft de werknemer aanspraak op 90% van dit salaris. Over een derde tijdvak van 26 weken heeft de werknemer aanspraak op 80% van dit salaris. Over een vierde tijdvak van 26 weken heeft de werknemer aanspraak op 70% van dit salaris. Een en ander onder aftrek van de aan de werknemer toekomende wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en krachtens verzekeringsovereenkomst of anderszins aan de werknemer toekomende uitkeringen ter zake van de arbeidsongeschiktheid.
Salarisbetaling bij arbeidsongeschiktheid a. De werknemer die wegens arbeidsongeschiktheid verhinderd is werkzaamheden te verrichten en de werkgever hiervan direct op de hoogte heeft gesteld, heeft op grond van artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek gedurende een termijn van maximaal 104 weken recht op 70% van het naar tijdsruimte vastgestelde loon.
Salarisbetaling bij arbeidsongeschiktheid a. De werknemer die wegens arbeidsongeschiktheid verhinderd is werkzaamheden te verrichten en de werkgever hiervan direct op de hoogte heeft gesteld, heeft op grond van artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek gedurende een termijn van maximaal 104 weken recht op 70% van het naar tijdsruimte vastgestelde loon. Onder het naar tijds- ruimte vastgestelde loon wordt verstaan het basis- salaris van de werknemer vermeerderd met de structurele looncomponenten, zoals vakantietoeslag, eindejaarsuitkering, ORT en ANW-toeslag. De structurele looncomponenten worden gemeten op maandbasis over een periode van zes maanden voorafgaand aan de maand waarin de arbeidson- geschiktheid is ontstaan.
Salarisbetaling bij arbeidsongeschiktheid. Artikel 5.3 Reïntegratiebonus
Salarisbetaling bij arbeidsongeschiktheid. De werknemer die wegens arbeidsongeschiktheid verhinderd is werkzaamheden te verrichten en de werkgever hiervan direct op de hoogte heeft gesteld, heeft op grond van artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek gedurende een termijn van maximaal 104 weken recht op 70% van het naar tijdsruimte vastgestelde loon. Onder het naar tijds- ruimte vastgestelde loon wordt verstaan het basis- salaris van de werknemer vermeerderd met de structurele looncomponenten, zoals vakantietoeslag, eindejaarsuitkering, ORT en ANW-toeslag. De structurele looncomponenten worden gemeten op maandbasis over een periode van zes maanden voorafgaand aan de maand waarin de arbeidson- geschiktheid is ontstaan. Het loon wordt aangevuld tot 100% over een tijdvak van maximaal 26 weken. Over een tweede tijdvak van maximaal 26 weken heeft de werknemer aanspraak op 90% van dit loon. Over een derde tijdvak van 26 weken heeft de werknemer aanspraak op 80% van dit loon. Over een vierde tijdvak van 26 weken heeft de werknemer aanspraak op 70% van dit loon. Het naar tijdsruimte vastgestelde loon wordt verminderd met het bedrag van de netto uitkering door de werknemer ontvangen op grond van enige bij of krachtens de wet geldende verzekering of uitkeringsregeling, alsmede een uitkering op grond van het arbeidsongeschiktheidspensioen ingevolge het pensioenreglement PFZW ter zake van deze arbeidsongeschiktheid. De werknemer heeft aanspraak op doorbetaling van 100% van het onder lid a. genoemde loon gedurende de uren dat hij op grond van het re-integratieplan re-integreert bij zijn eigen werkgever of bij een derde en gedurende de uren dat hij op grond van het re- integratieplan een opleiding volgt. De werknemer die gedurende de eerste 2 jaren van de arbeidsongeschiktheid minder dan het wettelijk minimumloon ontvangt (bij voltijds dienstverband) heeft recht op een aanvulling tot het minimumloon. Ingeval er bij een arbeidsongeschikte werknemer sprake is van een levensbedreigende aandoening, die waarschijnlijk op korte termijn het overlijden tot gevolg heeft, zal het salaris van de arbeidsongeschikte werknemer aangevuld worden tot 100% van het naar tijdsruimte vastgestelde loon. De verplichting tot loondoorbetaling vervalt in beginsel op het tijdstip waarop het dienstverband een einde neemt. De verplichting tot loondoorbetaling geldt alleen indien de werknemer zich houdt aan de wettelijke voorschriften en alle voorschriften van de werkgever of diens Arbo- dienst omtrent onder meer melding en controle. Bij (ged...
Salarisbetaling bij arbeidsongeschiktheid. 8.1.1 De werknemer heeft bij arbeidsongeschiktheid gedurende de eerste 52 weken en na twee (2) wachtdagen recht op doorbetaling van 100% van het salaris inclusief pensioentoeslag en vakantietoeslag. Over een tweede tijdvak van maximaal 52 weken heeft de werknemer aanspraak op 70% van zijn salaris inclusief pensioentoeslag en vakantietoeslag.
Salarisbetaling bij arbeidsongeschiktheid. 1. De medewerker die de bedongen arbeid niet verricht omdat hij daartoe door ziekte of door zwangerschap of bevalling verhinderd is, heeft recht op de volgende salarisdoorbetaling:

Related to Salarisbetaling bij arbeidsongeschiktheid

  • Uitkering bij arbeidsongeschiktheid 1. Indien een werknemer ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, en waarbij de eerste ziektedag na 1 januari 2004 ligt, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet, de Wet Arbeid en Zorg en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen, voor zover hierna niet anders is bepaald.

  • Loondoorbetaling bij ziekte 5.1.1 Voor werknemers die ziek zijn geworden geldt in beginsel een loondoorbetalingsplicht van twee jaar. Tijdens het eerste jaar van ziekte betaalt de werkgever aan de zieke werknemer 100 procent van het laatstverdiende brutoloon dat aan de werknemer zou zijn uitbetaald, indien de werknemer niet ziek zou zijn. Tijdens het tweede ziektejaar betaalt de werkgever aan de zieke werknemer 70 procent van het totale laatstverdiende brutoloon.

  • Arbeidsongeschiktheid 1 Indien de werknemer ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, gelden de bepalingen van artikel 7: 629 BW, de Ziektewet (ZW), voor zwangerschaps- en bevallingsverlof de Wet arbeid en zorg, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet anders is bepaald.

  • Ziekte en arbeidsongeschiktheid Op de (gewezen) werknemer, als bedoeld in artikel T-1 die wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid geheel of gedeeltelijk verhinderd is arbeid te verrichten is van toepassing het bepaalde in:

  • Arbeidsongeschiktheidspensioen Het arbeidsongeschiktheidspensioen is per 31 december 2005 vervallen, behalve voor deelnemers die ziek zijn geworden voor 1 januari 2004 en op wie de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (en onderliggende wet- en regelgeving) van toepassing is en blijft. Voor deze deelnemers blijven de relevante bepalingen aangaande het (ingegane) arbeidsonge- schiktheidspensioen uit de cao 2003-2004 van toepassing.

  • Arbeidsongeschikt Een verzekerde is arbeidsongeschikt als hij dat is in de zin van de WIA. De arbeidsongeschiktheid begint op de eerste dag waarop de verzekerde wegens ziekte of een ongeval niet werkt of het werk tijdens werktijd staakt. Op die dag begint ook de wachttijd voor de WIA. Perioden van arbeidsongeschiktheid die elkaar opvolgen met een onderbreking van minder dan vier weken beschouwen we als één arbeidsongeschiktheid.

  • Als arbeidsongeschiktheid van een medewerker te verwachten is Raakt een medewerker binnen zes maanden na de start van de module of van zijn dienstverband arbeidsongeschikt? En was zijn gezondheidstoestand bij de start van de module of van zijn dienstverband al zodanig dat u de arbeidsongeschiktheid had kunnen verwachten? Dan kunnen we de aanvulling tijdelijk of blijvend, geheel of gedeeltelijk weigeren. Had u direct voor de start van de module een soortgelijke verzekering, dan is bovenstaande bepaling bij de start van de module niet van toepassing. De bepaling is wel altijd van toepassing bij nieuwe medewerkers.

  • Uitbetaling 7.4 Wij betalen zo snel mogelijk nadat wij alle gegevens hebben ontvangen die nodig zijn om de schade te beoordelen.

  • Verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid Hieronder geven we aan wat we van u en de verzekerde verwachten als de verzekerde arbeidsongeschikt is. Ook geven we aan wat de gevolgen zijn als u of de verzekerde zich hier niet aan houdt.

  • Betalingsmodaliteiten De betalingen worden uitgevoerd binnen 30 kalenderdagen na het einde van de maand waarin de factuur werd ontvangen (dit is de vervaldatum van de factuur). De gefactureerde Partij zal de facturerende Partij betalen met een rechtstreekse overschrijving op de vermelde bankrekening. Voor de toepassing van dit artikel wordt een factuur als ontvangen beschouwd op de derde Werkdag volgend op de datum waarop de factuur werd verzonden (de postdatum geldt als bewijs voor een met de post verzonden factuur op papier – voor een elektronische factuur is de datum van de invoer van de factuur in het elektronische systeem of van de verzending via e-mail van toepassing). Elk bezwaar tegen het bedrag van de factuur moet, om ontvankelijk te zijn, met een aangetekend schrijven naar de facturerende Partij worden verzonden voor de hierboven vermelde vervaldatum van de betwiste factuur. De redenen voor het bezwaar moeten zo duidelijk en gedetailleerd als redelijk mogelijk worden beschreven. Indien de waarde van de factuur wordt betwist, zal het niet-betwiste deel van de factuur hoe dan ook worden betaald. De Partijen zullen te goeder trouw overleggen om een akkoord te bereiken over het betwiste bedrag van de factuur binnen dertig (30) Werkdagen na de ontvangst van het aangetekende schrijven, zo niet zal Art. I.13 van toepassing zijn. Het betwiste bedrag zal worden betaald binnen 30 kalenderdagen na het einde van de maand waarin 1) het akkoord over het geschil wordt bereikt of 2) de beslissing wordt aangenomen die het geschil tussen de Partijen definitief regelt volgens Art. I.13. De Partijen verbinden zich ertoe geen uitzondering van niet- uitvoering ('exceptio non adimpleti contractus') in te roepen om de uitvoering van hun respectieve plichten tijdens het geschil op te schorten.