Loondoorbetaling bij ziekte Voorbeeldclausules

Loondoorbetaling bij ziekte. 5.1.1 Voor werknemers die ziek zijn geworden geldt in beginsel een loondoorbetalingsplicht van twee jaar. Tijdens het eerste jaar van ziekte betaalt de werkgever aan de zieke werknemer 100 procent van het laatstverdiende brutoloon dat aan de werknemer zou zijn uitbetaald, indien de werknemer niet ziek zou zijn. Tijdens het tweede ziektejaar betaalt de werkgever aan de zieke werknemer 70 procent van het totale laatstverdiende brutoloon.
Loondoorbetaling bij ziekte. Als je ziek bent en daardoor niet kunt werken, wordt het salaris (gedeeltelijk) doorbetaald. Dit geldt ook voor enkele toeslagen en vergoedingen. Bij de definitie van grondslag voor loondoorbetaling (paragraaf 49) lees je welke toeslagen en vergoedingen hier onder vallen. Gedurende de eerste twee jaar van ziekte is de werkgever verantwoordelijk voor loondoorbetaling.
Loondoorbetaling bij ziekte. 1 a. Onderstaande afspraak is van toepassing op nieuwe ziektegevallen vanaf 1 januari 2023: de werknemer die wegens ziekte niet in staat is om zijn werkzaamheden te verrichten, heeft recht op: - doorbetaling van 80% van zijn laatstverdiende loon gedurende de eerste 8 weken van de arbeidsongeschiktheidsperiode. - doorbetaling van 90 % van zijn laatstverdiende loon gedurende de periode vanaf 9 weken tot en met 104 weken van de arbeidsongeschiktheid. - Per kalenderjaar geldt voor de loondoorbetaling van 80% van het laatstverdiende loon een maximum van 8 weken. Indien aan een werknemer in enig kalenderjaar reeds gedurende 8 weken als gevolg van arbeidsongeschiktheid 80% van zijn laatstverdiende loon is doorbetaald, wordt bij een eventuele volgende ziekmelding in datzelfde kalenderjaar vanaf de 1e ziektedag tot en met 104 weken 90% van zijn laatstverdiende loon doorbetaald. - deze regeling mag er nimmer toe leiden dat per betalingsperiode minder dan het minimumloon wordt uitbetaald.
Loondoorbetaling bij ziekte. Als een medewerker ziek is, dan ontvangt hij in aanvulling op het bepaalde in artikel 7:629 BW:
Loondoorbetaling bij ziekte. 4.9 Looptijd cao 1.5
Loondoorbetaling bij ziekte. 1 a. Onderstaande afspraak is van toepassing op nieuwe ziektegevallen vanaf 1 januari 2019: de werknemer die wegens ziekte niet in staat is om zijn werkzaamheden te verrichten, heeft recht op: - doorbetaling van 70 % van zijn laatstverdiende loon gedurende de eerste 2 maanden van de arbeidsongeschiktheidsperiode. Perioden van ziekte worden samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen. Per kalenderjaar geldt voor de loondoorbetaling van 70 % van het laatstverdiende salaris een maximum van 2 maanden. - doorbetaling van 90 % van zijn laatstverdiende loon gedurende de periode vanaf 2 maanden tot en met 104 weken van de arbeidsongeschiktheid. - deze regeling mag er nimmer toe leiden dat per betalingsperiode minder dan het minimumloon wordt uitbetaald.
Loondoorbetaling bij ziekte. 1. Bij ziekte heeft de werknemer gedurende 52 weken recht op 100% van het laatstverdiende loon. Voor de werknemer die gebruik maakt van de regeling betaald ouderschapsverlof, geldt het vorenstaande met inachtneming van het bepaalde in artikel 6.9, lid 8 van deze cao.
Loondoorbetaling bij ziekte. 1. Indien een journalist ten gevolge van aan de werkgever ter kennis gebrachte ziekte of ongeval niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten gelden voor hem, zulks in afwijking van het in artikel 7: 629 BW bepaalde, uitsluitend de bepalingen van de Wet Uitbreiding Loondoorbetalingsverplichting bij Ziekte (WULBZ) en voorzover van toepassing de Ziektewet (ZW), de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) respectievelijk Wet Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), de Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen (WAZ) en de Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten (Wajong) voorzover hierna niet uitdrukkelijk anders is bepaald.
Loondoorbetaling bij ziekte. De doorbetaling van het inkomen gedurende de wettelijke periode van ziekte. Gedurende de eerste 52 weken van ziekte 100% van het laatst verdiende maandinkomen voor de eerste ziektedag. Na de eerste 52 weken van ziekte tot aan het einde van de wettelijke ziekteperiode 70% van het laatst verdiende maandinkomen voor de eerste ziektedag (als de medewerker geheel niet werkt). Voor het bepalen van de periode van ziekte geldt een samentelregel.
Loondoorbetaling bij ziekte. Sinds 1 januari 2004 is de loondoorbetalingverplichting bij ziekte en de wachttijd voor de WAO van één naar 2 jaar verlengd. Daarnaast is de maximale periode dat een werknemer recht heeft op ziekengeld verlengd van 52 naar 104 weken. In deze periode bedraagt de totale doorbetaling over de eerste 2 ziektejaren niet meer dan 170% van het laatstverdiende loon CAO-partijen zijn overeengekomen de loondoorbetaling bij ziekte in het 1e jaar op 100% van het laatstverdiende loon vast te stellen en in het 2e ziektejaar 70% van het loon. Daarop zijn 2 uitzonderingen geformuleerd. Als de ziekte het gevolg is van een bedrijfsongeval, waarvan de oorzaak niet aan de werknemer is te wijten, wordt ook gedurende het 2e ziektejaar 100% van het laatstverdiende loon betaald. Ook vindt niet onverkort betaling van het loon op 70% plaats als er in het 2e ziektejaar, op aanwijzing van de arbo-arts, er een aantal uren productieve arbeid plaats vindt. Om misverstanden te voorkomen moet dan wél dat aantal uren expliciet zijn benoemd en schriftelijk zijn vastgelegd. De productieve uren worden, naar rato, betaald op basis van het laatstverdiende loon. De resterende niet-productieve uren zijn als ziekte-uren te beschouwen, waarbij naar rato de loondoorbetaling plaats vindt op basis van 70% van het laatstverdiende loon. Er is ook sprake van productieve arbeid op het moment dat schriftelijk is vastgelegd dat een werknemer een aantal uren gaat werken en er geen werk voor handen is (leegloop). Een mogelijke consequentie van de verlaging van het loon in het 2e ziektejaar kan zijn, dat de werknemer in dat jaar onder het sociaal minimum komt. Dat heeft te maken met het feit dat, anders dan in het 1e ziektejaar, de minimumloongarantie niet geldt voor het 2e ziektejaar. Komt een werknemer in het 2e ziektejaar, als gevolg van de lagere loondoorbetalingverplichting onder dat sociaal minimum, dan bestaat er mogelijk recht op een toeslag op grond van de Toeslagenwet. De instantie die daarmee is belast is het UWV. De toeslag dient door de werknemer zelf te worden aangevraagd. In lid 5 wordt gesproken over productieve arbeid. Productieve arbeid is het verrichten van arbeid. Door de arbo-arts wordt het aantal uren vastgesteld dat een werknemer kan werken. Dit wordt schriftelijk vastgelegd. Het hebben van een arbeidsongeschiktheidsuitkering kan leiden tot een verlaging van de doorbetaling van het loon tijdens ziekte. Dit is geregeld in de cao. Het is belangrijk dat de werknemer zijn werkgever meldt of h...