Verlofsparen Voorbeeldclausules

Verlofsparen a. De werknemer heeft de mogelijkheid tot verlofsparen. Werknemers hebben vanaf het tweede tot en met het vijfde jaar van het dienstverband recht op één verlofspaardag per jaar. Deze verlofspaardag wordt toegekend op 1 januari volgend op dat jaar. Vanaf het zesde jaar van het dienstverband heeft de werknemer recht op twee verlofspaardagen per jaar. Deze verlofspaardagen worden toegekend op 1 januari volgend op dat jaar. In schema: Dienstjaar (per 1 januari van het volgende jaar) Aantal verlofspaardagen Totaal verlofspaardagen
Verlofsparen a. De regeling verlofsparen is van toepassing op gespaarde overuren en vakantie-uren en tevens op de plusuren van de flexitimer na compensatie, die zijn geadministreerd overeenkomstig het model verlofkaart welke is opgenomen als bijlage 8 in deze cao.
Verlofsparen. 1 De werknemer kan verlofsparen.
Verlofsparen a. Cao-partijen willen verlofsparen via fondsvorming op sectorniveau mogelijk maken. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: ▪ het fonds is een ‘extern’ (sectoraal) fonds; ▪ werknemers kunnen daartoe het saldo van beschikbare vrije uren van het voorgaande kalenderjaar in geld omzetten en bij het fonds inleggen; ▪ het gaat om nieuw op te bouwen uren; ▪ na ingang van de regeling kan van het saldo dat al voor 1 januari 2021 is opgebouwd jaarlijks tot maximaal 25% worden ingezet voor de verlofspaarregeling; ▪ wettelijke vakantiedagen zijn uitgesloten van sparen.
Verlofsparen. D. De werknemer kan, conform het pensioenakkoord (juli 2020) en de fiscale mogelijkheden, maximaal 100 maal de (gemiddelde) arbeidsomvang per week verlof sparen. Dit gespaarde verlof wordt het verlofspaarsaldo genoemd. De werknemer kan dit verlofspaarsaldo naar eigen wens op een later moment en in afstemming met de werkgever opnemen als doorbetaalde uren in vrije tijd. De werknemer kan uit de volgende bronnen verlof sparen: • vitaliteitsuren (artikel 3.3 J), • bovenwettelijke vakantie-uren (artikel 4.2 A 4 en 5.7 B) en/of aangekocht verlof uit het IKB (artikel 4.4 C), • de vergoeding in tijd voor extra gewerkte uren (artikel 5.2 D), • compensatie consignatiedienst (artikel 5.4 en 6.14), • kampwerk (artikel 5.6), • slaapdiensttoeslag (artikel 6.14). De uitwerking van verlofsparen staat in Bijlage 13.
Verlofsparen. Per 1 januari 2022 wordt voor de werknemer de mogelijkheid tot verlofsparen ingevoerd dat door de werknemer kan worden besteed voor doeleinden ter bevordering van zijn duurzame inzetbaarheid, korter werken en zorgverlof. De verjaringstermijn voor bovenwettelijk verlof wordt om die reden per 1 januari 2021 verlengd van 5 naar 10 jaar (dagen opgebouwd na 1 januari 2016 vallen onder de verlengde verjaringstermijn). Ook de vitaliteitsdagen vallen onder het bovenwettelijk verlof.
Verlofsparen. 1. Maakt een werknemer zijn saldo aan vakantieverlof en persoonlijk levensfaseverlof niet op tijdens een kalenderjaar, dan mag hij het resterende gedeelte ‘meenemen’ naar het volgende kalenderjaar. Een werknemer moet jaarlijks 75% van zijn wettelijke vakantieverlofuren opnemen.
Verlofsparen a. De werknemer kan, conform het pensioenakkoord5 en de fiscale mogelijkheden, maximaal 100 maal de (gemiddelde) arbeidsomvang per week verlof sparen. Dit gespaarde verlof wordt het verlofspaarsaldo genoemd.
Verlofsparen. Als onderdeel van deze verkenning naar duurzame inzetbaarheid bezien cao-partijen tevens de mogelijkheden tot extra verlofopbouw. Het pensioenakkoord gaat het mogelijk maken om belastingvrij meer verlof te sparen. Werknemers die hier gebruik van maken, kunnen dan eerder met pensioen. Het dient daarbij te gaan om een vorm van verlofsparen, die geen nadelen voor werkgevers of voor werknemers heeft. De mogelijkheid om aan te sluiten bij het tijdspaarfonds in de bouw maakt onderdeel uit van deze verkenning.
Verlofsparen. De werknemer kan vanaf 45 jaar bovenwettelijke vakantiedagen sparen, mits de wettelijke dagen jaarlijks worden opgenomen.