Bovenwettelijke vakantiedagen Voorbeeldclausules

Bovenwettelijke vakantiedagen. Conform artikel 7:642 BW verjaren bovenwettelijke vakantiedagen binnen 5 jaar na afloop van het kalenderjaar waarin deze zijn opgebouwd. Bij het opnemen van vakantiedagen worden wettelijke vakantiedagen geacht het eerst te zijn opgenomen.
Bovenwettelijke vakantiedagen. Voor de in deze CAO vastgestelde bovenwettelijke vakantiedagen (bij een volledig fulltime dienstverband zijn dat 5 dagen per jaar plus eventuele extra vakantiedagen conform artikel 24 van deze CAO) geldt, dat deze dagen in onderling overleg tussen werkgever en werknemer dienen te worden vastgesteld.
Bovenwettelijke vakantiedagen. Het is met deze regeling mogelijk om de bovenwettelijke vakantiedagen (het meerdere boven de twintig dagen op jaarbasis) uit te laten betalen. Alleen hele dagen worden uitbetaald.Voor parttimers geldt deze regeling naar rato van het parttime percentage. Bij verkoop van vakantie geldt dat dit tenminste één vakantiedag moet betreffen. Hierbij geldt dat één dag een brutowaarde heeft van 0.39 % van het jaarinkomen (12 x maandsalaris), vermeerderd met een eventuele ploegentoeslag, vakantietoeslag en eindejaarsuitkering van de maand waarin de dagen worden uitbetaald. Bij het kopen van verlofdagen geldt dezelfde waarde als bij het verkopen van dagen.
Bovenwettelijke vakantiedagen. 10. In afwijking van het gestelde in artikel 14.9 en met inachtneming van het bepaalde in artikel 7A van deze cao kunnen bovenwettelijke vakantiedagen worden aangewend/ingezet voor het invullen van arbeidsvoorwaarden op maat.
Bovenwettelijke vakantiedagen. Vanaf 1 februari 2004 heeft een werknemer het recht bovenwettelijke vakantiedagen gedurende het dienstverband te laten uitbetalen. - Bovenwettelijke dagen zijn alle dagen die volgens de volgende formule berekend worden: - Verstrekte basissnipperdagen (25 resp. 25,5 in de ploegendiensten) -/- 4 x het normale aantal werkdagen per week. Snipperdagen uit voorafgaande jaren worden slechts als bovenwettelijk aangemerkt, als zij dat in het betreffende jaar ook waren. - Dit betekent dus, dat atv-dagen, dienstverbanddagen en leeftijdsdagen niet als bovenwettelijk aangemerkt worden. - De werknemer dient elk jaar het wettelijk aantal snipperdagen op te nemen, zijnde 4x het normale aantal werkdagen per week.
Bovenwettelijke vakantiedagen. De medewerker die niet werkt door arbeidsongeschiktheid, bouwt bovenwettelijke vakantie-uren op van 1 maal de gemiddelde arbeidsduur per week. Deze opbouw vindt alleen plaats over het tijdvak van de laatste 6 maanden waarin hij niet werkte. Als er een onderbreking zit in een tijdvak van minder dan een maand, dan telt dat als 1 tijdvak. De medewerker die door arbeidsongeschiktheid gedeeltelijk werkt, bouwt bovenwettelijke vakantie-uren op over een evenredig gedeelte van datgene waarop hij recht zou hebben als hij de volledige arbeidsduur zou werken. De vakantie-uren vervallen volgens deze tabel: wettelijke ½ jaar na het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd bovenwettelijke 5 jaar na het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd Als de medewerker door arbeidsongeschiktheid niet in staat is geheel of gedeeltelijk vakantiedagen op te nemen, kan de medewerker deze na overleg met de werkgever later opnemen. Als de medewerker arbeidsongeschiktheid is, zal de vakantietoeslag nooit meer zijn dan de vakantietoeslag berekend over 1 jaar. De duur van de arbeidsongeschiktheid is hierbij niet van belang. Bij de berekening wordt rekening gehouden met de wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. De werkgever betaalt deze vakantietoeslag vóór 1 juni. De werkgever kan per ziekmelding bij de medewerker bovenwettelijke vakantie-uren afschrijven. Per ziekmelding kan hij 1/5 x de gemiddelde arbeidsduur per week afschrijven. Dit kan maximaal 3 x per jaar. Dit kan niet in geval van zwangerschaps-/bevallingsverlof en in geval de arbeidsongeschiktheid veroorzaakt wordt door de zwangerschap.
Bovenwettelijke vakantiedagen. 2.1 Werknemers kunnen maximaal 5 bovenwettelijke vakantiedagen inruilen voor brutoloon indien er sprake is van een stuwmeer (meer dan 1x het wettelijk jaarlijks verlof op peildatum 31 december van een kalenderjaar). Deze regeling valt buiten de werkkostenregeling.
Bovenwettelijke vakantiedagen. Alle vakantiedagen waar een werknemer conform deze arbeidsvoorwaardenregeling recht op heeft minus de wettelijke vakantiedagen. Bruto maandsalaris: Het maandbedrag uit de in de bijlage opgenomen salaristabel (vastgesteld naar rato van het dienstverband). Bruto jaarsalaris: Het maandbedrag uit de salaristabel (vastgesteld naar rato van het dienstverband), maal 12 maanden, vermeerderd met 8% vakantietoeslag. Totaal bruto inkomen: Het bruto jaarsalaris vermeerderd met belaste toeslagen en/of vergoedingen.
Bovenwettelijke vakantiedagen. In afwijking van artikel 8:10 kunnen de bovenwettelijke vakantie-uren van een kalenderjaar alsmede resterende vakantie-uren van voorgaande jaren worden uitbetaald door middel van toepassing van het meerkeuze- systeem arbeidsvoorwaarden zoals opgenomen in hoofdstuk 13 Meer- keuzesysteem Arbeidsvoorwaarden.
Bovenwettelijke vakantiedagen. De bovenwettelijke vakantie-uren (22) kunnen deel uitmaken van het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden zoals opgenomen in hoofdstuk 13 Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden.