Roostervrijetijd Voorbeeldclausules

Roostervrijetijd. De normale arbeidsduur in de cao is gesteld op 38 uur per week. De meeste werknemers werken 40 uur per week. Deze werknemers bouwen roostervrijetijd op. Dit is op jaarbasis: 47 x 2 = 94 uur. De roostervrijetijd kan niet worden niet uitbetaald en moet worden opgenomen in vrije tijd. Dit geldt voor alle leeftijdsgroepen in het kader van duurzame inzetbaarheid. Een werknemer kan vanaf 5 jaar voor het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd gebruik maken van een 00-00-000 regeling: 80% werken, 90% loon en 100% pensioenopbouw. Het verzoek hiertoe moet een half jaar voor de gewenste ingangsdatum bij de werkgever worden ingediend. De werkgever kan alleen schriftelijk en gemotiveerd dit verzoek afwijzen, wanneer zwaarwegende organisatorische en/of - economische bedrijfsbelangen zich hiertegen verzetten. De werknemer kan slechts één keer een verzoek indienen om minder te gaan werken, zoals omschreven in dit lid. Het verzoek is definitief. Een andere verdeling dan 00-00-000 is niet mogelijk. Voor parttimers geldt deze regeling naar rato dienstverband. De werknemer, die gebruik maakt van de 00-00-000 regeling, mag de vrijgekomen dagen niet gebruiken voor het verrichten van (on)betaalde arbeid buiten het bedrijf. Deze dagen zijn uitdrukkelijk bedoeld voor zijn herstel. De werknemer bij een bedrijf als bedoeld in artikel 2 lid 1, die op grond van de CAO 2020 op 31 december 2020 recht had op extra seniorendagen, behoudt deze dagen. De opbouw van extra seniorendagen stopt per 1 januari 2021. Indien de werknemer gebruik maakt van de 00-00-000 regeling vervallen alle opgebouwde seniorendagen. De 00-00-000 regeling komt hiervoor in de plaats. De werknemer bij een bedrijf als bedoeld in artikel 2 lid 2, die op grond van de CAO 2020 op 31 december 2020 recht had op 32 extra vakantie-uren, behoudt deze uren. De opbouw van extra seniorendagen stopt per 1 januari 2021. Indien de werknemer gebruik maakt van de 00-00-000 regeling vervallen deze extra vakantie-uren. De 00-00-000 regeling komt hiervoor in de plaats.
Roostervrijetijd. De normale arbeidsduur in de cao is gesteld op 38 uur per week. Werknemers die 40 uur per week werken, bouwen roostervrijetijd op. Dit is op jaarbasis: 47 x 2 = 94 uur. De roostervrijetijd kan niet worden uitbetaald en moet worden opgenomen in vrije tijd. Dit geldt voor alle leeftijdsgroepen in het kader van duurzame inzetbaarheid.
Roostervrijetijd. De normale arbeidsduur in de cao is gesteld op 38 uur per week. De meeste werknemers werken 40 uur per week. Deze werknemers bouwen roostervrijetijd op. Dit is op jaarbasis: 47 x 2 = 94 uur. De roostervrijetijd kan niet worden uitbetaald en moet worden opgenomen in vrije tijd. Dit geldt voor alle leeftijdsgroepen in het kader van duurzame inzetbaarheid. Een werknemer kan vanaf 5 jaar voor het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd gebruik maken van een 00-00-000 regeling: 80% werken, 90% loon en 100% pensioenopbouw. Het verzoek hiertoe moet een half jaar voor de gewenste ingangsdatum bij de werkgever worden ingediend. De werkgever kan alleen schriftelijk en gemotiveerd dit verzoek afwijzen, wanneer zwaarwegende organisatorische en/of - economische bedrijfsbelangen zich hiertegen verzetten. De werknemer kan slechts één keer een verzoek indienen om minder te gaan werken, zoals omschreven in dit lid. Het verzoek is definitief. Een andere verdeling dan 00-00-000 is niet mogelijk. Voor parttimers geldt deze regeling naar rato dienstverband. De werknemer, die gebruik maakt van de 00-00-000 regeling, mag de vrijgekomen dagen niet gebruiken voor het verrichten van (on)betaalde arbeid buiten het bedrijf. Deze dagen zijn uitdrukkelijk bedoeld voor zijn herstel.

Related to Roostervrijetijd

  • Dienstrooster a. De werknemer is werkzaam volgens een dienstrooster. Het dienstrooster wordt, na overleg met de werknemer waarin de werknemer voldoende en in redelijkheid in de gelegenheid is gesteld zijn motivering toe te lichten, door de werkgever onderbouwd vastgesteld met inachtneming van de volgende regels ten aanzien van de arbeidstijd.

  • Belangrijke opmerking Het volgende model werd opgesteld door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest overeenkomstig artikel 218, § 4 van de Brusselse Huisvestingscode. Het is een indicatief model en dus niet verplicht voor partijen die voor een ander model kunnen kiezen. Om de partijen bij te staan en om allesomvattend te zijn, omvat het niet alleen de clausules van de Brusselse Huisvestingscode, maar ook andere bepalingen die in de praktijk welbekend zijn en betrekking hebben op onderwerpen die niet gereglementeerd zijn. Om een duidelijk onderscheid te maken tussen de clausules die door een wettekst worden geregeld en de clausules die louter indicatief zijn en die de partijen naar eigen goeddunken kunnen wijzigen, zijn die laatste in de tekst in grijstinten. Wanneer de code voorziet in verschillende opties voor de partijen over hetzelfde onderwerp, wordt de keuze aangegeven met een selectievakje (□) voor elke optie. De partijen kunnen verwijzen naar de bij de huidige woonhuurovereenkomst bijgevoegde toelichtende nota voor iedere erbij horende aanvullende informatie. □ Als het om een natuurlijke persoon gaat (naam, voornaam en tweede voornaam van de verhuurder(s), rijksregisternummer):…………………………………………………………………………………………....... ..………………………………...…………………………………………………………………………………... Geboortedatum en –plaats: ……………………………………………………………………………………. …………….………………………………………………………………………………………………………… Adres: ……………………………………………………………………………………………………………... ………………………………………………………………………………………………………………………. □ Als het om een rechtspersoon gaat (maatschappelijke benaming van de rechtspersoon): …………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Met maatschappelijke zetel gevestigd te (postcode, gemeente) ……………………………………………. (adres, nr.)………………………………………………………………………………………………………... ……………………………………………………………………………………………………………………… En met ondernemingsnummer………………………………………………………………………………….. Handelend in de hoedanigheid van........................................................................................................., Hier vertegenwoordigd door .................................................................................................................. (naam, voornaam en tweede voornaam van de huurder, rijksregisternummer):…………………………… .………………… …………………………………………………………………………………………………... Geboortedatum en –plaats: ………………………………………………………..……………………………. Adres:……………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………

  • Deeltijdwerk 1. Ter verhoging van de arbeidsparticipatie zal ernaar worden gestreefd om het aantal werknemers in de onderneming uit deeltijdwerkers te bevorderen. Van deeltijdwerk is sprake als in de arbeidsovereenkomst minder dan de normale wekelijkse arbeidsduur is overeengekomen. Het streven is erop gericht een arbeidscontract aan te gaan voor minimaal acht uur per week, doch in ieder geval minimaal 28 uur per maand.