Duur der vakantie Voorbeeldclausules

Duur der vakantie. De werknemer verwerft per vakantiejaar een wettelijk recht op vakantie met behoud van salaris van 20 dagen: 160 uren. Daarboven verwerft de werknemer per vakantiejaar een bovenwettelijk recht op vakantie met behoud van salaris volgens onderstaande tabel: van 18 tot en met 44 jaar 5,5 dagen 44 uren van 45 tot en met 49 jaar 6,5 dagen 52 uren van 50 tot en met 54 jaar 7,5 dagen 60 uren van 55 tot en met 59 jaar 8,5 dagen 68 uren van 60 jaar en ouder 9,5 dagen 76 uren
Duur der vakantie a. De werknemer heeft per vakantiejaar recht op vakantie met behoud van een evenredig gedeelte van het maandinkomen van 25 dagen.
Duur der vakantie a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op 200 uur vakantie-en snipperdagen met behoud van salaris. Voor partieel leerplichtigen geldt hetgeen in Bijlage III is bepaald.
Duur der vakantie. Iedere werknemer heeft voor elke volle kalendermaand gedurende welke de arbeidsverhouding heeft bestaan recht op 2,08 werkdagen van 8 uur = 16,64 uren vakantie met behoud van het maandinkomen. Van de op deze wijze verkregen vakantiedagen worden 3 weken aaneen- gesloten opgenomen. De eventuele overblijvende vakantiedagen worden als zogenaamde snipperdagen beschouwd, die slechts na overleg met de werkgever en in de regel niet aaneengesloten kunnen worden opgenomen. De werkgever zal zich over het algemeen niet verzetten tegen aaneen- gesloten opname van snipperdagen, mits het bedrijfsbelang zich hier niet tegen verzet. Opname van (aaneengesloten) snipperdagen, voorafgaand aan of aansluitend op de jaarlijkse bedrijfssluiting, zal echter tot een minimum worden beperkt, om de bedrijfsvoering niet verder te verstoren.
Duur der vakantie a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op een vakantie met behoud van salaris van 25 dagen of diensten. Voor partieel leerplichtigen geldt hetgeen in bijlage III is bepaald.
Duur der vakantie. 2. a. De journalist verwerft per vakantiejaar recht op 23 vakantiedagen met behoud van salaris. Vakantiedagen kunnen worden opgenomen in het vakantiejaar waarin het recht daarop wordt verworven.
Duur der vakantie a. De werknemer heeft per vakantiejaar recht op 25 dagen vakantie met behoud van inkomen. De werknemer die voor 1 juli 2009 in dienst is getreden en een functie vervult of gaat vervullen die is ingedeeld in functiegroep H en I, behoudt recht op 27 dagen.
Duur der vakantie a. De werknemer heeft per vakantiejaar recht op het volgende aantal vakantiedagen met behoud van salaris: • Indien hij minder dan 5 dienstjaren heeft: 24 dagen of diensten. De 5-ploegendienst heeft met minder dan 5 dienstjaren recht op 26 dagen of diensten. • Na elke 5 jaar dienstverband heeft de werknemer recht op een extra vakantiedag met een maximum van 7 dagen.
Duur der vakantie. 1. Iedere werknemer heeft per vakantiejaar recht op een vakantie van in totaal 25 dagen. Het aantal van 25 vakantiedagen komt overeen met 25 maal de werkuren per dag volgens het dienstrooster van de werknemer. De administratie van vakantierechten vindt plaats in uren. Opname van vakantierechten geschiedt bij voorkeur in hele of halve dagen. De vakantie bestaat uit ten minste 15 aaneengesloten werkdagen, terwijl de resterende vakantie als verspreide, zogenaamde snippertijd zal worden genoten. Ook de opname van snippertijd geschiedt bij voorkeur in hele of halve dagen.
Duur der vakantie a. Iedere werknemer heeft per vakantiejaar recht op 200 uur vakantie met behoud van salaris, waarvan in principe 15 dagen aaneengesloten. De werknemers die vóór 1 februari van enig jaar schriftelijk 15 dagen aaneenge- sloten vakantie hebben aangevraagd, zullen bij de toewijzing ervan met voorrang worden behandeld. Een werknemer kan een verzoek tot een langere aaneengesloten vakantie indienen. Instemming op een dergelijk verzoek zal door de werkgever alleen geschieden indien deze verlenging past bij de bedrijfsomstandigheden en geen belemmering vormt voor de opnamemogelijkheden voor vakantie van andere werknemers.