Recht op schadevergoeding Voorbeeldclausules

Recht op schadevergoeding. Om het recht op schadevergoeding niet te verliezen dient de verzekerde te voldoen aan onderstaand. Bij verlies, diefstal of vermissing moet verzekerde onmiddellijk ter plaatse aangifte doen bij de politieautoriteiten. Indien aangifte ter plaatse onmogelijk is moet verzekerde direct bij de eerstkomende gelegenheid aangifte doen. Van deze aangifte moet hij een verklaring aan de Europeesche overleggen. Wanneer verzekerde zijn bagage door verlies, diefstal of vermissing kwijtraakt in een hotel, dient hij dit direct aan te geven bij de hoteldirectie. Van deze aangifte moet hij een verklaring aan de Europeesche overleggen. De verplichting om ter plaatse aangifte te doen bij de politieautoriteiten blijft onverminderd van kracht. Wanneer de bagage met een openbaar vervoermiddel of een ander middel van transport meegaat, moet verzekerde bij het in ontvangst nemen van zijn bagage controleren of deze nog in goede staat is en of er niets ontbreekt. Als hij schade of vermissing constateert, moet hij hiervan direct aangifte doen bij de vervoersonderneming. Van deze aangifte moet hij een verklaring aan de Europeesche overleggen. De bewijslast van diefstal, verlies, vermissing of beschadiging van bagage alsmede van de omvang van de schade, het feit dat hij de bagage werkelijk bezat en het feit dat de verzekerde gebeurtenis zich in de dekkingsperiode van de verzekering heeft voorgedaan rust altijd op verzekerde. Verzekerde is tevens verplicht de schade aan te tonen door middel van originele rekeningen of duplicaten daarvan, garantiebewijzen, geldopnamebewijzen, verklaringen van deskundigen over de mogelijkheid van reparatie en andere door de Europeesche verlangde bewijsstukken. Daarnaast is verzekerde verplicht de Europeesche bij beschadiging in staat te stellen de bagage te onderzoeken voordat reparatie, danwel vervanging plaatsvindt. Als verzekerde bovengenoemde verplichtingen niet nakomt, zal de Europeesche niet tot vergoeding overgaan.
Recht op schadevergoeding a. Bij constatering van vermissing van een verzekerd object dient de verzekeringnemer de verzekeraar direct van dit feit op de hoogte te stellen. Van de vermissing moet bovendien direct aangifte bij de politie worden gedaan. De verzekeringnemer verklaart zich, voor zover van toepassing, akkoord met het aanmelden door de verzekeraar van de voertuiggegevens aan het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV), zodat door de overheid erkende particuliere organisaties door de verzekeraar ingeschakeld kunnen worden voor het terugvinden en terugbezorgen van het voertuig. De verzekeringnemer kan ook zelf rechtstreeks de vermissing van het voertuig doorgeven aan de VbV-helpdesk, die 24 uur per dag bereikbaar is. (telefoonnummer: (055) - 741 00 01).
Recht op schadevergoeding. 1. De verzekeringnemer heeft na reparatie van een verzekerde schade recht op schadevergoeding. Schadevergoeding vindt plaats nadat de verzekeringnemer de originele gespecificeerde reparatiefactuur heeft overlegd.
Recht op schadevergoeding a. Bij constatering van vermissing van een verzekerd motorrijtuig als gevolg van een gebeurtenis als omschreven in artikel 4.4g en 4.5c dient de verzekerde de verzekeraar direct van dit feit op de hoogte te stellen. Van de vermissing moet tevens direct aangifte bij de politie worden gedaan. De verzekeringnemer verklaart zich, voor zover van toepassing, akkoord met het aanmelden door de verzekeraar van de voertuiggegevens aan het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV), zodat door de overheid erkende particuliere organisaties door de verzekeraar ingeschakeld kunnen worden voor het terugvinden en terugbezorgen van het motorrijtuig. De verzekerde kan ook zelf rechtstreeks de vermissing van het motorrijtuig doorgeven aan de VbV-helpdesk, die 24 uur per dag bereikbaar is (telefoonnummer: (055) - 741 001 01).
Recht op schadevergoeding a. In geval van schade zullen de in deze voorwaarden bedoelde experts een raming geven van het indexcijfer voor bouwkosten op dat moment. Een verhoging van het indexcijfer ten opzichte van de laatste premievervaldag, zoals beschreven in artikel 2.6, leidt voor de regeling van de schade tot een evenredige verhoging van het verzekerd bedrag, echter met een maximum van 125% van het op de laatste premievervaldag vastgestelde verzekerd bedrag.
Recht op schadevergoeding a. Indien het verzekerde bedrag niet toereikend is, wordt de schade, evenals de honoraria en kosten van door de verzekeringnemer benoemde experts en deskundigen, vergoed naar verhouding van het verzekerde bedrag tot de volle waarde van de verzekerde zaken onmiddellijk voor de gebeurtenis.
Recht op schadevergoeding. Voorwaarde voor het ontstaan van enig recht op schadevergoeding is steeds dat de opdrachtgever de schade binnen een redelijke termijn, maar niet later dan vijf werkdagen nadat opdrachtgever meent dat schade is ontstaan, schriftelijk meldt bij BALJON.
Recht op schadevergoeding. Art. 15 bis schrijft in de WVP een bepaling in over het recht op schadevergoeding: de verantwoordelijke voor de verwerking is aansprakelijk voor schade die de betrokkene lijdt ingevolge een verwerking die in strijd is met deze wet of haar uitvoeringsbesluiten, tenzij hij bewijst dat het feit dat de schade heeft veroorzaakt, hem niet kan worden toegerekend. Het gaat hierbij om een lichte vorm van objectieve aansprakelijkheid12. Dit houdt in dat, indien de oorzaak van de schade onbekend blijft, het slachtoffer moet vergoed worden door de verantwoordelijke voor de verwerking. Ook als de verantwoordelijke er niet in slaagt aan te tonen dat het feit hem niet kan worden toegerekend, moet hij de betrokkene vergoeden, ook al heeft hij zelf geen enkele fout begaan13. De verantwoordelijke kan zich van deze objectieve aansprakelijkheid bevrijden. Daartoe moet hij bewijzen dat het feit dat de schade heeft veroorzaakt hem niet kan worden toegerekend. Deze formulering werd verkozen boven de formulering “indien hij bewijst dat hij geen fout heeft begaan”, ingevolge het advies van de Raad van State. De Raad heeft gewezen op het verschil tussen beide formuleringen. Slechts in het eerste geval moet de verantwoordelijke voor de verwerking niet alleen het bewijs leveren dat het feit reëel is, maar ook dat het feit dat hij aanvoert werkelijk de schade heeft veroorzaakt, en ook dat het feit hem niet kan worden toegerekend. Dat het feit niet toerekenbaar is aan de verantwoordelijke kan op verschillende manieren worden bewezen: een fout van de betrokkene, overmacht, een fout van een derde, enz. Een vordering tot schadevergoeding tegen de verwerker kan niet worden gegrond op art. 15bis WVP. Dit artikel beperkt zich tot het instellen van een lichte objectieve aansprakelijkheid ten laste van de verantwoordelijke voor de verwerking. Aangezien de verwerker in opdracht en onder de verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke voor de verwerking werkt, zal er veelal geen reden zijn om tegen de verwerker afzonderlijk een proces te beginnen. Indien de verantwoordelijke voor de verwerking onvermogend is of niet meer bestaat (bv. wegens faillissement, ontbinding, ...) is er natuurlijk wel een reden om de verwerker rechtstreeks aan te spreken. Om de verwerker aan te spreken tot het betalen van een schadevergoeding zal de betrokkene zich moeten verlaten op het gemene recht (art. 1382 BW). Dit betekent dat de betrokkene een fout in hoofde
Recht op schadevergoeding. Elk recht op schadevergoeding vervalt in ieder geval voor zover de wederpartij niet direct na het ontstaan van de schade maatregelen heeft genomen om de schade te beperken, dan wel meer of andere schade te voorkomen. Daarnaast geldt dat LearnLinq B.V. zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk op de hoogte moet zijn gesteld van alle relevante informatie met betrekking tot de schade.
Recht op schadevergoeding a. Indien door de experts wordt vastgesteld dat over de termijn waarin de stilstand of stoornis heeft plaats gehad het werkelijke belang, indien de stilstand of stoornis niet zou hebben plaatsgehad, hoger zou zijn geweest dan het verzekerd bedrag, dan zal de schadevergoeding naar evenredigheid worden verminderd, met inachtneming van het in artikel 2 lid 4 en in dit artikel lid 3 bepaalde.