Milieuvoorschriften. ▪ Afval moet zodanig worden vervoerd dat de omgeving tijdens vervoer niet verontreinigd kan worden. ▪ Als afval op de stortheuvel moet worden gestort, moet u dekzeilen en gaasnetten op de containerwissel- plaatsen verwijderen. ▪ Als er lading van het voertuig valt, dient u dit altijd op te ruimen. Neem daarbij uw eigen en andermans veiligheid in acht. ▪ De banden van de voertuigen moeten voor het verlaten van het Twence-terrein zodanig schoon zijn dat ze de openbare weg niet kunnen verontreinigen en geen onveilige situaties kunnen veroorzaken. Het schoon- maken van de banden moet worden uitgevoerd op de daarvoor ingerichte bandenwasinstallatie. In de volgende gevallen dient u onmiddellijk het interne alarmnummer te bellen: ▪ in geval van lekkage aan of uit uw voertuig ▪ in geval van gemorste chemicaliën ▪ bij (overige) milieuverontreiniging Met inachtneming van de eigen veiligheid dient de veroorzaker verdere verspreiding van de verontreiniging zo veel mogelijk te voorkomen. Twence bepaalt hoe de milieuverontreiniging behandeld gaat worden. Alle kosten voortvloeiend uit het inschakelen van externe expertise, voor rekening en risico van de veroorzaker. De veroorzaker verplicht zich de gemaakte kosten onver- wijld te vergoeden aan Twence, xxxxx Xxxxxx daarom verzoekt. Blijkt de veroorzaker zelf niet over voldoende expertise en/of middelen te beschikken dan kan Twence op kosten van de veroorzaker externe expertise en middelen inschakelen (ter beoordeling van Twence).
Milieuvoorschriften. De milieuvoorschriften opgenomen in de verschillende reglementeringen (zie hoofdstuk 2.2.) moeten strikt nageleefd worden. De leveranciers en contractanten moeten het milieumanagementsysteem van Electrabel naleven; om dit te kunnen doen moeten ze een kopie vragen van de procedures en instructies en ze ook toepassen. De leveranciers en contractanten moeten een beschrijving indienen van hun milieumanagementsysteem. De leveranciers en contractanten moeten hun eigen personeel opleiden om de impact op het milieu te voorkomen en te verhelpen. Voordat hij een activiteit aanvat, moet de contractant de milieuaspecten ervan identificeren, de belangrijke aspecten ervan bepalen en de mogelijke impact evalueren; hoewel er geen unieke benadering bestaat om de milieuaspecten te identificeren, kan deze benadering bijvoorbeeld rekening houden met de continue en verspreide emissies in de lucht, de lozingen in het water en/of in de bodem, het gebruik van grondstoffen, van natuurlijke hulpbronnen en van energie, de plaatselijke problemen en de problemen in de onmiddellijke omgeving, het afval en de subproducten; die benadering moet in ieder geval rekening houden met de normale werkingsomstandigheden, alsook de omstandigheden bij het aanvatten en het beëindigen van de werkzaamheden; bovendien zou deze benadering moeten aansluiten bij het milieumanagementsysteem van Electrabel. De contractant moet een of meer procedures instellen, toepassen en regelmatig updaten om zijn personeel en de personen die onder zijn leiding werken te informeren over en bewust te maken van:
Milieuvoorschriften. 11.1. Verwijdering & afvoer van Productafval. De partij die het afval in bezit heeft, is verantwoordelijk voor het verwijderen en afvoeren ervan of voor het laten verwijderen en afvoeren ervan. Ten aanzien van de elektrische en elektronische apparatuur voor bedrijfsmatig gebruik (hierna “EEA”) waarop de Europese Richtlijn 2012/19/EU van toepassing is geworden op 13 augustus 2012 en Europese Richtlijn 2006/66/EG d.d. 6 september 2006 en de daaruit voortvloeiende implementatieverordening op ziet, gaat de organisatorische en financiële verantwoordelijkheid voor de verwijdering en verwerking van afval dat afkomstig is van deze EEA over op de rechtstreekse Koper, die deze verantwoordelijkheid aanvaard. De rechtstreekse Xxxxx verbindt zich ertoe om enerzijds de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de inzameling en verwijdering van het afval dat afkomstig is van de te verkopen EEA en anderzijds voor de verwerking en recycling daarvan. Het niet nakomen van deze verplichtingen door Koper kan leiden tot de toepassing van onder meer de strafrechtelijke sancties waarin elke lidstaat van de Europese Unie voorziet.
Milieuvoorschriften. De milieuvoorschriften opgenomen in de verschillende reglementeringen moeten strikt nageleefd worden.
Milieuvoorschriften. De site van het Rood Klooster, aan de rand van het Zoniënwoud, maakt integraal deel uit van een speciale beschermingszone Natura 2000 - XX0000000 op Europees niveau, met name wegens de grote variëteit handvleugeligen in het complex van het Rood Klooster. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vormt het complex van het Rood Klooster en zijn onmiddellijke omgeving een van de belangrijkste sites voor vleermuizen en in dit complex blijkt de zolderverdieping van de Priorij de meest gunstige plaats te zijn voor de vestiging van kraamkolonies (Plecotus, november 2013). De site is van groot plant- en dierkundig belang. Het is een zone met wildakkers en plaatsen waar meerdere soorten vleermuizen zich kunnen voortplanten en overwinteren. De site van het Rood Klooster ligt in de beschermingszone Natura 2000 en dus moet de exploitant alle voorzorgsmaatregelen nemen om te voorkomen dat de aanwezige fauna en flora schade wordt toegebracht en meer in het algemeen moet hij alle voorschriften van de regelgeving betreffende Natura 2000-zones nauwgezet naleven. Doordat de exploitant een offerte indient, verklaart hij expliciet dat hij deze regelgeving kent. Er moet dus in het bijzonder op worden toegezien dat de activiteit die plaatsvindt binnen en buiten (terras) de Priorij verenigbaar is met de aanwezigheid van de zeer rijke fauna en flora op de site, en in het bijzonder met de aanwezigheid van de vleermuizen op de zolderverdieping van het gebouw. De activiteiten die in het gebouw plaatsvinden mogen deze woongebieden niet aantasten, noch mogen ze de soorten storen die op de site aanwezig zijn. Zo bevatten dit bestek en het ontwerp van overeenkomst in de bijlage voorwaarden ter omkadering van de activiteit (m.b.t. openingsuren, lawaai, verlichting...). De Priorij herbergt op de zolderverdieping een kolonie beschermde vleermuizen. De volgende voorschriften zijn van toepassing: • alle activiteiten op de zolderverdieping moeten worden vermeden • de toegang tot de zolderverdieping tijdens de kritieke periode wanneer de vleermuizen er aanwezig zijn, is ten strengste verboden, namelijk van 1 april/mei tot 30 september. In overeenstemming met zijn statuut als speciale beschermingszone Natura 2000, moet de rust in het park worden bewaard, en dit geldt in het bijzonder voor buitenactiviteiten die een grotere impact kunnen hebben. Het project voorziet in gerichte kleinschalige activiteiten voor maximaal 60 personen op de eerste verdieping en een restaurant op de gelijkvloerse verdiepi...
Milieuvoorschriften. De milieuvoorschriften baseren zich op de Gewestelijke en Federale geldende milieuwetgevingen (ngl. de locatie van de opdracht) en de milieupolitieken en - procedures door Xxxx opgelegd in het kader van die opdracht. Deze voorschriften moeten strikt worden nageleefd. Alle contractanten voldoen te allen tijde aan alle relevante milieuwetgeving van het Gewest waarin de opdracht wordt uitgevoerd.
Milieuvoorschriften. Opdrachtnemers die werkzaamheden uitvoeren kunnen direct en/of indirect aan onze milieubelasting bijdragen. Voor Opdrachtnemers gelden daarom de volgende eisen: • Gebruikte apparatuur moet voldoen aan de vigerende milieuwetgeving; • Hinder aan de omgeving (bijvoorbeeld door luchtverontreiniging, afvalwaterlozingen, bodemverontreiniging, geurhinder en geluidshinder) moet worden voorkomen en mag uitsluitend met toestemming van Enecogen plaatsvinden. Incidenten dienen terstond te worden gemeld en het werk gestaakt (mits mogelijk); • Daar waar mogelijk dient de Opdrachtnemer continu te streven naar vermindering van de milieueffecten van zijn activiteiten; • Voorafgaand en tijdens de werkzaamheden is het van belang, dat de Opdrachtnemer op de hoogte is van voor hem relevante en vigerende wet- en regelgeving en de voorschriften uit de vergunning van Enecogen. Hiervoor kan contact worden opgenomen met de Enecogen contactpersoon; • In zijn offertes dient de Opdrachtnemer rekening te houden met de directe en/of indirecte milieuaspecten, daar waar mogelijk biedt de Opdrachtnemer hiervoor milieuvriendelijke alternatieven aan; • De Opdrachtnemer dient uit zijn activiteiten ontstane afval gescheiden op te slaan in daarvoor geschikte afvalcontainers; • Voor het plaatsen van afvalcontainers welke niet door Enecogen zijn voorzien, bijvoorbeeld het afvoeren van vrijkomende afvalstoffen alsmede puin, schroot en/of vervuilde grond, dient contact te worden opgenomen met de Enecogen contactpersoon.
Milieuvoorschriften. Indien van toepassing is de Klant verantwoordelijk voor alle verplichtingen en aansprakelijkheden betreffende de (i) Richtlijn op afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (2012/19/ EU), (ii) Richtlijn op verpakkingsafval (94/62/EG) en (iii) Richtlijn op batterijen (2006/66/EG), alle zoals gewijzigd bij en met betrekking tot de in de betrokken periode geldige nationale uitvoeringsmaatregels.