Het werk het uit te voeren werk of de te verrichten levering of dienst.
Het werk het totaal van de tussen de opdrachtnemer en de opdrachtgever overeengekomen werkzaamheden en daarbij door de opdrachtnemer geleverde materialen.
Het werk het totaal van de tussen de gebruiker en de opdrachtgever overeengekomen werkzaamheden en daarbij door degebruiker geleverde zaken.
Examples of Het werk in a sentence
Het werk geldt als opgeleverd wanneer de opdrachtnemer heeft medegedeeld dat het werk gereed is voor oplevering én de hoofdaannemer het werk uitdrukkelijk heeft aanvaard.
Het werk is uitdagend, inhoudelijk en van direct Nederlands en Europees belang.
Het werk bestaat in hoofdzaak uit: • Realiseren en onderhouden van speeltoestellen Het project wijkt niet af van de organisatie als geheel.
More Definitions of Het werk
Het werk. Het verrichten van werkzaamheden.
Het werk het totaal van de tussen de B&V en de opdrachtgever overeengekomen werkzaamheden en daarbij door de B&V geleverde materialen.
Het werk het totaal van de tussen de consument en de ondernemer overeengekomen werkzaamheden en/of de (daarbij) door de ondernemer geleverde materialen.
Het werk het totaal van de tussen de consument en de vakman overeengekomen werkzaamheden en de daarbij door de vakman geleverde materialen;
Het werk. Het totaal van de tussen de Gebruiker en de opdrachtgever overeengekomen werkzaamheden en daarbij door de Gebruiker geleverde materialen.
Het werk het uit te voeren werk, de cursus, opleiding, opdracht of de te verrichten levering of dienst.
Het werk het totaal van de tussen de Gielissen en de opdrachtgever.