Common use of Scholing Clause in Contracts

Scholing. 1. a. De werkgever is verplicht voor de werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en scholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer kan recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegen- heid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voor ziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze ge- rechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De cursuskosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werk- gevers en werknemers zullen jaarlijks via APG een overzicht ontvan- gen van de genoten scholingsdagen. Uit dit overzicht zal blijken hoeveel dagen gemiddeld in de achter- liggende periode van 3 jaar zijn aangewend in het kader van scho- ling voor elke individuele werknemer. Indien het voortschrijdend ge- middelde over een periode van 3 jaar en na 3 jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de 2 dagen is, dient het restant aan de werknemer uitbetaald te worden. Ter vervanging daarvan kunnen ook doorbetaalde verlofdagen gegeven worden, als daar een geteken- de verklaring van de werknemer tegenover staat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het Scho- lingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen.

Scholing. 1. a. De werkgever is verplicht voor de werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en scholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer kan recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegen- heid gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voor ziet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze ge- rechtigd gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De cursuskosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werk- gevers Werkgevers en werknemers zullen jaarlijks via APG Cordares een overzicht ontvan- gen ontvangen van de genoten scholingsdagen. Uit dit overzicht zal blijken hoeveel dagen gemiddeld in de achter- liggende achterliggende periode van 3 jaar zijn aangewend in het kader van scho- ling scholing voor elke individuele werknemer. Indien het voortschrijdend ge- middelde gemiddelde over een periode van 3 jaar en na 3 jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de 2 dagen is, dient het restant aan de werknemer uitbetaald te worden. Ter vervanging daarvan kunnen ook doorbetaalde verlofdagen gegeven worden, als daar een geteken- de verklaring van de werknemer tegenover staat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het Scho- lingsreglement Scholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen.

Scholing. 1. a. De werkgever is verplicht voor de werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en scholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer kan recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegen- heid gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voor ziet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze ge- rechtigd gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De cursuskosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen scholings- dagen uit te betalen. Werk- gevers Werkgevers en werknemers zullen jaarlijks via APG Cordares een overzicht ontvan- gen ontvangen van de genoten scholingsdagen. Uit dit overzicht zal blijken hoeveel dagen gemiddeld in de achter- liggende achterliggende periode van 3 jaar zijn aangewend in het kader van scho- ling scholing voor elke individuele werknemer. Indien het voortschrijdend ge- middelde gemiddelde over een periode van 3 jaar en na 3 jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de 2 dagen is, dient het restant aan de werknemer uitbetaald te worden. Ter vervanging daarvan kunnen ook doorbetaalde verlofdagen gegeven worden, als daar een geteken- de verklaring van de werknemer tegenover staat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholingsdagenscho- lingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het Scho- lingsreglement Scholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen.

Scholing. 1. a. De werkgever is verplicht voor de werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en scholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer kan heeft recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus om in de gelegen- heid gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voor ziet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze ge- rechtigd gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De cursuskosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve om die reden niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werk- gevers Werkgevers en werknemers zullen ontvangen jaarlijks via APG een overzicht ontvan- gen van de genoten scholingsdagen. Uit In dit overzicht zal blijken staat hoeveel dagen gemiddeld scholingsdagen de individuele werknemer in de achter- liggende periode van 3 jaar zijn aangewend in het kader van scho- ling voor elke individuele werknemerdaarvoor gemiddeld heeft gevolgd. Indien Als het voortschrijdend ge- middelde gemiddelde over een periode van 3 jaar en na 3 jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de minder dan 2 dagen is, dient het restant aan de werknemer uitbetaald te worden. In 2022 en 2023 wordt voor de berekening van het gemiddelde het aantal gevolgde scholingsdagen over de 4 jaar daarvoor gedeeld door 3. Reden hiervoor is dat werknemers in de periode van 8 maart 2020 tot 8 maart 2021 mogelijk geen scholing konden volgen door de coronamaatregelen. Ter vervanging daarvan van de uitbetaling kunnen ook doorbetaalde verlofdagen gegeven worden, als daar een geteken- de getekende verklaring van de werknemer tegenover staat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het Scho- lingsreglement Scholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen.

Scholing. 1. a. De werkgever is verplicht voor de werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en scholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer kan heeft recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus om in de gelegen- heid gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voor ziet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze ge- rechtigd gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De cursuskosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve om die reden niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werk- gevers Werkgevers en werknemers zullen ontvangen jaarlijks via APG een overzicht ontvan- gen van de genoten scholingsdagen. Uit In dit overzicht zal blijken staat hoeveel dagen gemiddeld scholingsdagen de individuele werknemer in de achter- liggende periode van 3 jaar zijn aangewend in het kader van scho- ling voor elke individuele werknemerdaarvoor gemiddeld heeft gevolgd. Indien Als het voortschrijdend ge- middelde gemiddelde over een periode van 3 jaar en na 3 jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de minder dan 2 dagen is, dient het restant aan de werknemer uitbetaald te worden. In 2022 en 2023 wordt voor de berekening van het gemiddelde het aantal gevolgde scholingsdagen over de 4 jaar daarvoor gedeeld door 3. Reden hiervoor is dat werknemers in de periode van 8 maart 2020 tot 8 maart 2021 mogelijk geen scholing konden volgen door de coronamaatregelen. Ter vervanging daarvan van de uitbetaling kunnen ook doorbetaalde verlofdagen gegeven worden, als daar een geteken- de getekende verklaring van de werknemer tegenover staat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het Scho- lingsreglement Scholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen.

Scholing. 1. a. De werkgever is verplicht voor de werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en scholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer kan recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegen- heid gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voor ziet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze ge- rechtigd gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De cursuskosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werk- gevers Werkgevers en werknemers zullen jaarlijks via APG een overzicht ontvan- gen ontvangen van de genoten scholingsdagen. Uit dit overzicht zal blijken hoeveel dagen gemiddeld in de achter- liggende achterliggende periode van 3 jaar zijn aangewend in het kader van scho- ling scholing voor elke individuele werknemer. Indien het voortschrijdend ge- middelde gemiddelde over een periode van 3 jaar en na 3 jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de 2 dagen is, dient het restant aan de werknemer uitbetaald te worden. Ter vervanging daarvan kunnen ook doorbetaalde verlofdagen gegeven worden, als daar een geteken- de verklaring van de werknemer tegenover staat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het Scho- lingsreglement Scholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen.

Scholing. 1. a. De werkgever is verplicht voor de werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en scholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer kan recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegen- heid gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voor ziet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze ge- rechtigd gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De cursuskosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werk- gevers Werkgevers en werknemers zullen jaarlijks via APG een overzicht ontvan- gen ontvangen van de genoten scholingsdagen. Uit dit overzicht zal blijken hoeveel dagen gemiddeld in de achter- liggende achterliggende periode van 3 jaar zijn aangewend in het kader van scho- ling scholing voor elke individuele werknemer. Indien het voortschrijdend ge- middelde gemiddelde over een periode van 3 jaar en na 3 jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de 2 dagen is, dient het restant aan de werknemer uitbetaald te worden. Ter vervanging daarvan kunnen ook doorbetaalde verlofdagen gegeven worden, als daar een geteken- de getekende verklaring van de werknemer tegenover staat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het Scho- lingsreglement Scholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen.

Scholing. 1. a. De werkgever is verplicht voor de werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en scholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer kan recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegen- heid gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voor ziet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze ge- rechtigd gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De cursuskosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werk- gevers Werkgevers en werknemers zullen jaarlijks via APG een overzicht ontvan- gen ontvangen van de genoten scholingsdagen. Uit dit overzicht zal blijken hoeveel dagen gemiddeld in de achter- liggende achterliggende periode van 3 jaar zijn aangewend in het kader van scho- ling scholing voor elke individuele werknemer. Indien het voortschrijdend ge- middelde gemiddelde over een periode van 3 jaar en na 3 jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de 2 dagen is, dient het restant aan de werknemer uitbetaald te worden. Bij de bepaling van de periode van 3 jaar wordt de periode van 8 maart 2020 tot 8 maart 2021 buiten beschouwing gelaten. Ter vervanging daarvan van de uitbetaling kunnen ook doorbetaalde verlofdagen gegeven worden, als daar een geteken- de getekende verklaring van de werknemer tegenover staat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het Scho- lingsreglement Scholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen.

Scholing. 1. a. De werkgever is verplicht voor de werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en scholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer kan heeft recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus om in de gelegen- heid gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voor ziet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze ge- rechtigd gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De cursuskosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve om die reden niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werk- gevers Werkgevers en werknemers zullen ontvangen jaarlijks via APG een overzicht ontvan- gen van de genoten scholingsdagen. Uit In dit overzicht zal blijken staat hoeveel dagen gemiddeld scholingsdagen de individuele werknemer in de achter- liggende periode van 3 jaar zijn aangewend in het kader van scho- ling voor elke individuele werknemerdaarvoor gemiddeld heeft gevolgd. Indien Als het voortschrijdend ge- middelde gemiddelde over een periode van 3 jaar en na 3 jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de minder dan 2 dagen is, dient het restant aan de werknemer uitbetaald te worden. In 2022 en 2023 wordt voor de berekening van het gemiddelde het aantal gevolgde scholingsdagen over de 4 jaar daarvoor gedeeld door 3. Reden hiervoor is dat werknemers in de periode van 8 maart 2020 tot 8 maart 2021 mogelijk geen scholing konden volgen door de coronamaatrege- len. Ter vervanging daarvan van de uitbetaling kunnen ook doorbetaalde verlofdagen gegeven worden, als daar een geteken- de getekende verklaring van de werknemer tegenover staat. Onder bepaalde voorwaarden voor- waarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het Scho- lingsreglement Scholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen RegelingenRegelin- gen.

Scholing. 1. a. De werkgever is verplicht voor de werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en scholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer kan recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegen- heid gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voor ziet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze ge- rechtigd gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De cursuskosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen scholings- dagen uit te betalen. Werk- gevers Werkgevers en werknemers zullen jaarlijks via APG een overzicht ontvan- gen ontvangen van de genoten scholingsdagen. Uit dit overzicht zal blijken hoeveel dagen gemiddeld in de achter- liggende achterliggende periode van 3 jaar zijn aangewend in het kader van scho- ling scholing voor elke individuele werknemer. Indien het voortschrijdend ge- middelde gemiddelde over een periode van 3 jaar en na 3 jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de 2 dagen is, dient het restant aan de werknemer uitbetaald te worden. Ter vervanging daarvan kunnen ook doorbetaalde verlofdagen gegeven worden, als daar een geteken- de getekende verklaring van de werknemer tegenover staat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het Scho- lingsreglement Scholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen.

Scholing. 1. a. De werkgever is verplicht voor de werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en scholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer kan recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegen- heid gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voor ziet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze ge- rechtigd gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De cursuskosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werk- gevers Werkgevers en werknemers zullen jaarlijks via APG Cordares een overzicht ontvan- gen ontvangen van de genoten scholingsdagen. Uit dit overzicht zal blijken hoeveel dagen gemiddeld in de achter- liggende achterliggende periode van 3 drie jaar zijn aangewend in het kader van scho- ling scholing voor elke individuele werknemer. Indien het voortschrijdend ge- middelde gemiddelde over een periode van 3 drie jaar en na 3 drie jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de 2 twee dagen is, dient het restant aan de werknemer uitbetaald te worden. Ter vervanging daarvan kunnen ook doorbetaalde verlofdagen gegeven worden, als daar een geteken- de verklaring van de werknemer tegenover staat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het Scho- lingsreglement Scholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen.

Scholing. 1. a. De werkgever is verplicht voor de werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk in- zichtelijk opleidings- en scholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer kan recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegen- heid gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voor ziet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze ge- rechtigd gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De cursuskosten komen voor rekening van de werkgeverwerkge- ver, indien met de werkgever overleg gevoerd is over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld opge- steld en zijn werknemers derhalve niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen uit te betalen. Werk- gevers Werkgevers en werknemers werk- nemers zullen jaarlijks via APG Cordares een overzicht ontvan- gen ontvangen van de genoten geno- ten scholingsdagen. Uit dit overzicht zal blijken hoeveel dagen gemiddeld in de achter- liggende achterliggende periode van 3 jaar zijn aangewend in het kader van scho- ling scholing voor elke individuele in- dividuele werknemer. Indien het voortschrijdend ge- middelde gemiddelde over een periode pe- riode van 3 jaar en na 3 jaar – voor het eerst op 1 januari 2009 – onder de 2 dagen is, dient het restant aan de werknemer uitbetaald te worden. Ter vervanging daarvan kunnen ook doorbetaalde verlofdagen gegeven worden, als daar een geteken- de verklaring van de werknemer tegenover staat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen leverancierscursussen aangemerkt worden als scholingsdagen. De exacte voorwaarden staan vermeld in het Scho- lingsreglement Scholingsreglement van de CAO bedrijfstakeigen Regelingen.