Sabbatsverlof Voorbeeldclausules

Sabbatsverlof. Indien en voorzover de deelnemer gebruik maakt van sabbatsverlof bouwt de deelnemer gedurende de verlofperiode – met een maximum van twaalf maanden – aanspraken op ten behoeve van ouderdoms- en partnerpensioen. Duurt het verlof na de in de vorige volzin genoemde periode voor de deelnemer voort, dan wordt het partner- en wezenpensioen gedurende een periode van ten hoogste zes maanden op risicobasis gedekt.
Sabbatsverlof. Voor de Deelnemer die geheel of gedeeltelijk sabbatsverlof (‘sabbatical’) opneemt, vindt geen opbouw plaats van de pensioenaanspraken over het Pensioengevend salarisdeel dat niet wordt doorbetaald door de Werkgever. De Deelnemer kan er echter voor kiezen om de opbouw van de pensioenaanspraken volledig voort te zetten. In dat geval vindt voortzetting van de opbouw plaats over het Pensioengevend salarisdeel waarvoor er verlof wordt genoten. De verschuldigde premie komt voor rekening van de Deelnemer, waarbij de Deelnemer ook het werkgeversdeel van de premie voor zijn rekening neemt. De Deelnemer betaalt deze premie aan het Fonds. De keuze voor voortzetting van de opbouw maakt de Deelnemer eenmalig schriftelijk vóór aanvang van het verlof. Deze keuze kan niet worden gewijzigd. Indien de Deelnemer geen keuze maakt, vindt geen pensioenopbouw plaats tijdens de periode van het sabbatsverlof. Aan de voortzetting van de deelneming tijdens de sabbatsverlofperiode is de voorwaarde verbonden dat geen cumulatie plaatsvindt met: • pensioenopbouw in een pensioenregeling bij een eventuele andere werkgever; • de vorming van een oudedagsreserve als bedoeld in artikel 3.67 van de Wet IB 2001; of • deelname aan een beroepspensioenregeling. Ter uitvoering hiervan zal de Deelnemer moeten aantonen dat geen of in welke mate wel sprake is van de hiervoor bedoelde cumulatie. Het Fonds verlangt een door betrokkene ondertekende schriftelijke verklaring en kan indien nodig aanvullende bewijsstukken opvragen.
Sabbatsverlof. Voor 1 februari voorafgaande aan het betreffende schooljaar meldt de werknemer dat deze het verlofsaldo wil benutten voor sabbatsverlof. Het bevoegd gezag toetst het verzoek aan de eisen en voorwaarden en deelt het personeelslid zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 1 mei zijn besluit mede.
Sabbatsverlof. Het gespaarde verlof wordt in één keer in z’n geheel opgenomen voor een aaneengesloten onderbreking van de loopbaan van minimaal 240 klokuren. Voor het bepalen van de lengte van het sabbatsverlof in termen van weken of delen daarvan wordt het gespaarde aantal klokuren gedeeld door 36,86 bij een volledige betrekking. Tijdens vakanties en erkende feestdagen schort het sabbatsverlof niet op. De resterende jaartaak wordt vervuld in het deel van het schooljaar waarin geen sabbatsverlof wordt genoten. Voor de toedeling van lessen gedurende deze periode geldt de maximumlessentaak naar rato voor de werknemer.
Sabbatsverlof. Het gespaarde verlof wordt in één keer in z’n geheel opgenomen voor een aaneengesloten onderbreking van de loopbaan van minimaal 240 klokuren.
Sabbatsverlof. Kom je in aanmerking voor seniorenverlof, dan kun je ook sabbatsverlof opnemen. Je kunt maximaal zes maanden sabbatsverlof opnemen, of maximaal drie jaar voorafgaand aan je pensioen. Voor het sabbatsverlof gelden dezelfde bepalingen als voor het generatieverlof. Met een paar uitzonderingen:
Sabbatsverlof. De medewerker kan maximaal zes maanden sabbatsverlof opnemen..
Sabbatsverlof. Xxxxxx als bedoeld in artikel 10a eerste lid, sub a, onder 2 Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965.
Sabbatsverlof. Een onderbreking van de loopbaan van minimaal 204 uur en maximaal 1659 uur (één (school)jaar). Tijdens (school- )vakanties schort het sabbatsverlof op. Bij een deeltijd- betrekking worden genoemde aantallen uren naar even- redigheid van de normbetrekking toegepast.
Sabbatsverlof. Voor 1 februari voorafgaande het betreffende schooljaar, meldt betrokkene dat deze het verlof-saldo wil benutten voor sabbatsverlof. Het bevoegd gezag toetst het verzoek aan de eisen en voorwaarden en deelt het personeelslid zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 1 maart zijn besluit mede. Voor 1 februari voorafgaande het betreffende schooljaar, meldt betrokkene dat deze het verlof-saldo wil benutten voor seniorenverlof. De werknemer geeft bij de aanvraag aanvullend senioren- verlof aan: • de gewenste omvang per jaar (minimaal 40 uur); • het gewenste opnamepatroon binnen het schooljaar. Het bevoegd gezag toetst het verzoek aan de eisen en voorwaarden en deelt het personeelslid zo spoedig moge- lijk, doch uiterlijk 1 maart zijn besluit mede.