Inleiding en probleemstelling Voorbeeldclausules

Inleiding en probleemstelling. Naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Wet Eenheidsstatuut arbeiders- bedienden rijst de vraag hoe de opzeggingstermijn moet worden berekend bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst na een overgang in het kader van Xxx xx. 00xxx0, meer in het bijzonder wanneer na de overgang een nieuwe arbeids- overeenkomst tussen de verkrijger en de werknemer wordt gesloten waarbij wordt verwezen naar de overname in het kader van Cao nr. 32bis en waarbij de anciën- niteit die door de werknemer werd opgebouwd, wordt erkend. De vraag rijst hoe de opzeggingstermijn moet worden berekend van een werk- nemer die bij de vervreemder werd aangeworven vóór 1 januari 2014, wordt over- gedragen in het kader van Cao nr. 32bis na 1 januari 2014 en vervolgens door de verkrijger wordt ontslagen. Dient de berekening van de opzeggingstermijn van deze werknemer te geschieden in twee stappen, gebruikmakend van de overgangsregeling waarin de Wet Eenheidsstatuut voorziet, of resulteert de toepassing van Richtlijn 2001/23/ * De auteur wil Xxxx. xx. Xxxxxxxx Xxxxx van harte bedanken voor zijn aanmoedigingen, zijn niet aflatende steun en de aangename gesprekken over arbeidsrecht die steeds als inspirerend en verrijkend werden beschouwd.
Inleiding en probleemstelling. 4 1.2. TOELICHTING BIJ DE VERSCHILLENDE BEHEERSVORMEN
Inleiding en probleemstelling. Graslanden zijn biotopen die vaak hun ontstaan kennen vanuit de landbouw. Toen natuur, landschap en landbouw nog zeer sterk met elkaar verbonden waren, ontstond vanuit de specifieke combinatie van bodem, water, reliëf, klimaat en de culturele eigenheid van de boer een bonte variatie aan typische cultuurlandschappen, verweven met stukjes natuur. Hierin passen de verschillende types soortenrijke graslanden, waar zich een bonte diversiteit van planten, weidevogels, insecten…ontwikkelden. De jongste vijftig jaar heeft de technologie binnen de landbouw een hoge vlucht genomen: door sterk opgedreven minerale bemestingen, drainage, pesticidengebruik en doorgedreven mechanisatie werden veel lokale biotopen uitgevlakt tot uniforme, intensief uitgebate productieve weiden met een beperkt aantal soorten. De cultuurlandschappen zijn langzaam aan het verdwijnen, en hiermee ook de specifieke voedselarme en natte biotopen van heel wat planten- en dierensoorten. Steeds meer komt nu de vraag naar behoud en herstel van de biodiversiteit, althans binnen beschermde zones. In Vlaanderen werd die vraag concreet gemaakt door het opstellen van het VEN (Vlaams Ecologisch Netwerk) in het Dekreet voor Natuurbehoud. * Zeer schrale graslanden met waardevolle biotopen die voor de landbouwer van zeer weinig waarde zijn, kunnen worden aangekocht als reservaat, waarna voor het beheer een gebruiksovereenkomst wordt afgesloten met een belendende boer. * Hiernaast wordt echter ook gewerkt naar herstel en behoud van iets minder schrale soortenrijke graslanden, alsook graslanden met een bijzondere waarde als broedterrein voor specifieke weidevogels. Deze behoren meer tot het verwevingsgebied landbouw-natuur, en hebben nog een zekere gebruikswaarde voor de boer. Om deze ontwikkelingen te kunnen verwezenlijken dienen natuurbeheersovereenkomsten met de uitbatende boer te worden afgesloten, waarin beperkingen worden opgelegd met betrekking tot het beheer. Er worden momenteel twee beheerstypes onderscheiden: botanisch beheer met als hoofddoel de ontwikkeling van botanisch soortenrijk grasland, en weidevogelbeheer met als hoofddoel het creëren en beschermen van broedplaatsen van weidevogels. Beiden impliceren een verlate maaidatum, in het eerste geval gecombineerd met nulbemesting, in het tweede geval met beperkte bemesting na de eerste snede. Zulke beheersmaatregelen hebben grote consequenties voor de uitbaters van deze gebieden: Het grasland kan in het voorjaar niet gebruikt worden om te begrazen, ...
Inleiding en probleemstelling. De provinciale weg Zanddijk- Molendijk (N673) tussen de A58 en Yerseke kent in de huidige vorm ernstige knelpunten op het gebied van verkeersveiligheid, bereikbaarheid en onderhoud. De N673 is gecategoriseerd als gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom (1 rijstrook per rijrichting, 80km/u) en van groot belang voor de ontsluiting van Yerseke en de (groeiende) bedrijvigheid daar. De N673 is op dit moment onvoldoende ingericht volgens de Basiskenmerken Wegontwerp van het CROW en de ontwerprichtlijnen behorend bij die functie. De weg en bermen zijn te smal, bochten zijn te krap en op delen is sprake van een te steil talud. In verband met de (on)veiligheid is in september 2019 een maximumsnelheid van 60 km/h ingevoerd. De N673 is ook een drukke weg: per dag passeren 9.580 (Zanddijk) motorvoertuigen (op basis van de verkeersstromenkaart 2018), waaronder veel vrachtwagens (circa 15%). Volgens de verkeersprognose zal het verkeer tot 2040 groeien tot ca. 12.000 mvt/etm. Dit komt vooral voort uit een verdere uitbreiding van de bedrijventerreinen. Verder is de N673 niet overal meer in beste doen: op meerder plekken is sprake van scheuren in het wegdek en de fundering. Dit leidt tot hoge onderhoudskosten. De genoemde knelpunten zijn van dien aard, dat de N673 door Gedeputeerde Staten in 2017 in de top 3 is geplaatst van Xxxxxxx wegen die met voorrang moeten worden opgeknapt, om veiligheid, bereikbaarheid en onderhoudssituatie structureel te verbeteren.
Inleiding en probleemstelling. Deze studie2 beoogt empirische inzichten te verschaffen in de socio-juridische context van echtscheidingsovereenkomsten. Meer specifiek wordt empirisch onderzoek verricht naar de determinanten van echtscheidingsakkoorden (ex ante context) alsook naar de effecten die deze regelingen sorteren (ex post context). Door toepassing van de sociaalwetenschappelijke methodologie binnen het familierecht voorziet deze empirische analyse in brede kwantitatieve gegevens die als basis kunnen dienen voor toekomstige beleidsmatige beslissingen. Daarnaast kunnen de empirische bevindingen bijdragen tot de optimalisatie van de redactie van echtscheidingsovereenkomsten. In België bestaan er sedert de wet van 27 april 2007 betreffende de hervorming van de echtscheiding (BS 7 juni 2007) twee echtscheidingsgronden en evenveel echtscheidingsprocedures3, met name de echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting van het huwelijk (afgekort: EOO) en de echtscheiding door onderlinge toestemming (afgekort: EOT).4 Deze studie focust op de overeenkomsten die echtgenoten moeten sluiten alvorens ze samen een gerechtelijke procedure tot EOT kunnen opstarten (hierna afgekort: EOT-overeenkomsten).5 De wet maakt een onderscheid – door afzonderlijke bepalingen te hanteren – tussen de opmaak van een overeenkomst omtrent de wederzijdse rechten (ex art. 1287 Ger.W.) en een familierechtelijke overeenkomst (ex art. 1288 Ger.W.). De inhoud van de overeenkomst ingevolge art. 1287 Ger.W. is te vergelijken met een vereffening-verdeling, waarbij de ontbinding van het huwelijksvermogensstelsel door verdeling van alle goederen en schulden wordt beoogd.6 In de overeenkomst ingevolge art. 1288 Ger.W. wordt het gezag over en het verblijf van de kinderen samen met een eventuele uitkering tussen (ex-)echtgenoten geregeld.7
Inleiding en probleemstelling. In mei 2013 is een brief vanuit de regio Zaanstreek­Waterland naar minister Plasterk/ de VNG gestuurd om mede te delen dat de regiogemeenten voor de transities in het sociale domein zullen samenwerken. Voor de transities Jeugd, AWBZ en Participatiewet wordt op Zaanstreek­ Waterland niveau samengewerkt. Deze samenwerking dient te worden geformaliseerd in een juridische samenwerkingsvorm. In regionale bestuurlijke overleggen is onder meer besloten dat de regionale samenwerking een zo licht mogelijke juridische vorm moet betreffen en is tevens afgestemd op welke onderwerpen binnen de drie transities op welk niveau (lokaal, regionaal en bovenregionaal) moet worden samengewerkt. Dit betreft ook de regionale samenwerking op het gebied van inkoop van diverse zorgproducten. De Rijksoverheid heeft aan deze (juridische) samenwerking enkele eisen verbonden en wil dat in de samenwerkingsverbanden de volgende zaken worden geborgd: ­ Gemeenten beschikken over voldoende specialistische kennis en capaciteit voor een toereikend aanbod van zorg­ en hulpverlening. ­ Gemeenten hebben voldoende (gezamenlijke) draagkracht om financiële schommelingen op te vangen. ­ Gemeenten beschikken over meer slagkracht tegenover zorg­ en dienstverleners in het (maatschappelijk midden)veld. ­ Gemeenten hebben de mogelijkheid om kwalitatief hoogwaardige meerjarige contracten met professionele zorg­ en dienstverleners af te sluiten. De regionale samenwerking in het sociale domein zal in een zo licht mogelijke juridische vorm worden bekrachtigd, namelijk de Regeling zonder Meer (RZM). Voor het aangaan van een dergelijke regeling is toestemming van alle gemeenteraden in de regio noodzakelijk (bevoegdheid gemeenteraad). Het college heeft over het aangaan van deze RZM reeds een positief besluit genomen en stelt u voor toestemming te verlenen voor het aangaan van de ‘Gemeenschappelijke regeling samenwerking decentralisaties sociale domein’.
Inleiding en probleemstelling. In 2009 is een zgn. packagedeal gesloten tussen VNG, IPO en Rijk. De afspraken uit deze packagedeal worden medio 2014 wettelijk vastgelegd in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Onderdeel van de afspraken is dat iedere gemeente een basistakenpakket laat uitvoeren door een Regionale Uitvoeringsdienst (RUD). Dit basistakenpakket betreft vergunningverlening, toezicht en handhaving aangaande de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Het gaat om een deel van de taken op gebied van milieu. In de AMvB wordt vastgelegd dat iedere gemeente het basistakenpakket op een consistente en robuuste wijze moet overdragen aan een RUD. Wanneer een gemeente dit niet doet, heeft dit gevolgen. In dat geval draagt het Rijk bevoegdheden van de gemeente aangaande vergunningverlening, toezicht en handhaving Wabo over aan de provincie. Het kan daarbij gaan om meer taken dan alleen de uitvoering van het basistakenpakket. De provincie moet vervolgens deze taken op kosten van de gemeente laten uitvoeren door een RUD. Voor Beemster is het basistakenpakket beperkt van omvang. Het gaat om ca. 0,6 formatieplaats. Daarom heeft het college in december 2013 het basistakenpakket aan de RUD milieudienst IJmond overgedragen via een dienstverleningsovereenkomst (DVO). Het college heeft geen voorkeur voor overdracht van de taken via een Gemeenschappelijke Regeling (GR). Toetreding tot de GR, met alle bijbehorende verplichtingen en financiële risico’s, gaat ver in verhouding tot de omvang van het basistakenpakket. De provincie Noord­Holland en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu stemmen echter niet in met overdracht van taken via een DVO. Zij vinden dat overdracht van taken via een DVO onvoldoende consistent en robuust geregeld is. In verband hiermee is het college het afgelopen jaar in gesprek geweest met de milieudienst IJmond. Daarbij is gezocht naar een alternatieve constructie waarmee het basistakenpakket voldoende stevig kon worden overgedragen aan de milieudienst IJmond. Dit werd mede ook ingegeven vanwege een bestuurlijk akkoord dat in de regio is gesloten en ook door de provincie is ondertekend. Dit akkoord bood de ruimte om de overdracht van het basistakenpakket op een andere manier te regelen dan via een GR. De Milieudienst IJmond heeft voorstellen gedaan waar ons college achter kon staan. De provincie Noord­Holland en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu blijven echter van mening dat de overdracht van het basistakenpakket alleen goed geregeld wordt...
Inleiding en probleemstelling 

Related to Inleiding en probleemstelling

  • Uitvoeringsduur, uitstel van oplevering en schadevergoeding wegens te late oplevering 32.1. Indien de termijn, waarbinnen het Werk zal worden opgeleverd, is uitgedrukt in werkbare Werkdagen, worden dagen als onwerkbaar beschouwd, wanneer daarop door niet voor rekening van de Opdrachtnemer komende omstandigheden gedurende ten minste 5 uren door het grootste deel van de arbeiders of machines niet kan worden gewerkt.

  • Contractduur, uitvoeringstermijnen, risico-overgang, uitvoering en wijziging overeenkomst, prijsverhoging De overeenkomst tussen Opdrachtnemer en de Opdrachtgever wordt aangegaan voor bepaalde tijd, tenzij uit de aard van de overeenkomst anders voortvloeit of indien partijen uitdrukkelijk en schriftelijk anders overeenkomen. Is voor de uitvoering van bepaalde werkzaamheden of voor de levering van bepaalde zaken een termijn overeengekomen of opgegeven, dan is dit nimmer een fatale termijn. Bij overschrijding van een termijn dient de Opdrachtgever Opdrachtnemer derhalve schriftelijk in gebreke te stellen. Opdrachtnemer dient daarbij een redelijke termijn te worden geboden om alsnog uitvoering te geven aan de overeenkomst. Opdrachtnemer zal de overeenkomst naar beste inzicht en vermogen en overeenkomstig de eisen van goed vakmanschap uitvoeren. Een en ander op grond van de op dat moment bekende stand der wetenschap. Opdrachtnemer heeft het recht bepaalde werkzaamheden te laten verrichten door derden. De toepasselijkheid van artikel 7:404, 7:407 lid 2 en 7:409 BW wordt uitdrukkelijk uitgesloten. Indien door Opdrachtnemer of door Opdrachtnemer ingeschakelde derden in het kader van de opdracht werkzaamheden worden verricht op de locatie van de Opdrachtgever of een door de Opdrachtgever aangewezen locatie, draagt de Opdrachtgever kosteloos zorg voor de door die medewerkers in redelijkheid gewenste faciliteiten. Opdrachtnemer is gerechtigd de overeenkomst in verschillende fasen uit te voeren en het aldus uitgevoerde gedeelte afzonderlijk te factureren. Indien de overeenkomst in fasen wordt uitgevoerd kan Opdrachtnemer de uitvoering van die onderdelen die tot een volgende fase behoren opschorten totdat de Opdrachtgever de resultaten van de daaraan voorafgaande fase schriftelijk heeft goedgekeurd. De Opdrachtgever draagt er zorg voor dat alle gegevens, waarvan Opdrachtnemer aangeeft dat deze noodzakelijk zijn of waarvan de Opdrachtgever redelijkerwijs behoort te begrijpen dat deze noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de overeenkomst, tijdig aan Opdrachtnemer worden verstrekt. Indien de voor de uitvoering van de overeenkomst benodigde gegevens niet tijdig aan Opdrachtnemer zijn verstrekt, heeft Opdrachtnemer het recht de uitvoering van de overeenkomst op te schorten en / of de uit de vertraging voortvloeiende extra kosten volgens de alsdan gebruikelijke tarieven aan de Opdrachtgever in rekening te brengen. De uitvoeringstermijn vangt niet eerder aan dan nadat de Opdrachtgever de gegevens aan Opdrachtnemer ter beschikking heeft gesteld. Opdrachtnemer is niet aansprakelijk voor schade, van welke aard ook, doordat Opdrachtnemer is uitgegaan van door de Opdrachtgever verstrekte onjuiste en / of onvolledige gegevens. Indien tijdens de uitvoering van de overeenkomst blijkt dat het voor een behoorlijke uitvoering daarvan noodzakelijk is om deze te wijzigen of aan te vullen, dan zullen partijen tijdig en in onderling overleg tot aanpassing van de overeenkomst overgaan. Indien de aard, omvang of inhoud van de overeenkomst, al dan niet op verzoek of aanwijzing van de Opdrachtgever, van de bevoegde instanties et cetera, wordt gewijzigd en de overeenkomst daardoor in kwalitatief en / of kwantitatief opzicht wordt gewijzigd, dan kan dit consequenties hebben voor hetgeen oorspronkelijk overeengekomen werd. Daardoor kan ook het oorspronkelijk overeengekomen bedrag worden verhoogd of verlaagd. Opdrachtnemer zal daarvan zoveel als mogelijk vooraf prijsopgaaf doen. Door een wijziging van de overeenkomst kan voorts de oorspronkelijk opgegeven termijn van uitvoering worden gewijzigd. De Opdrachtgever aanvaardt de mogelijkheid van wijziging van de overeenkomst, daaronder begrepen de wijziging in prijs en termijn van uitvoering. Indien de overeenkomst wordt gewijzigd, daaronder begrepen een aanvulling, dan is Opdrachtnemer gerechtigd om daaraan eerst uitvoering te geven nadat daarvoor akkoord is gegeven door de binnen Opdrachtnemer bevoegde persoon en de Opdrachtgever akkoord is gegaan met de voor de uitvoering opgegeven prijs en andere voorwaarden, daaronder begrepen het alsdan te bepalen tijdstip waarop daaraan uitvoering gegeven zal worden. Het niet of niet onmiddellijk uitvoeren van de gewijzigde overeenkomst levert geen wanprestatie van Opdrachtnemer op en is voor de Opdrachtgever geen grond om de overeenkomst op te zeggen of te annuleren.

  • Uitoefening van het herroepingsrecht door de consument en kosten daarvan 1. Als de consument gebruik maakt van zijn herroepingsrecht, meldt hij dit binnen de bedenktermijn door middel van het modelformulier voor herroeping of op andere ondubbelzinnige wijze aan de ondernemer.

  • Opneming en goedkeuring 1. Een redelijke termijn voor de dag waarop het werk naar de mening van de aannemer voltooid zal zijn, nodigt de aannemer de opdrachtgever uit om tot opneming van het werk over te gaan. De opneming geschiedt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen acht dagen na de hiervoor bedoelde dag. De opneming vindt plaats door de opdrachtgever in aanwezigheid van de aannemer en strekt ertoe, te constateren of de aannemer aan zijn verplichtingen uit de overeenkomst heeft voldaan.

  • Vervroegde aflossing U hebt te allen tijd het recht het krediet volledig of gedeeltelijk vervroegd af te betalen. U kunt de kredietopening te allen tijde kosteloos beëindigen bij een aangetekende zending, mits een opzeggingstermijn van één maand in acht te nemen.

  • MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9601 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR HET LEVENSMIDDELENBEDRIJF

  • Teruggave ter beschikking gestelde zaken 1. Indien gebruiker aan opdrachtgever bij de uitvoering van de overeenkomst zaken ter beschikking heeft gesteld is opdrachtgever gehouden het geleverde binnen 14 dagen in oorspronkelijke staat, vrij van gebreken en volledig te retourneren. Indien de opdrachtgever deze verplichting niet nakomt zijn alle hieruit voortvloeiende kosten voor zijn rekening.

  • Als arbeidsongeschiktheid van een medewerker te verwachten is Raakt een medewerker binnen zes maanden na de start van de module of van zijn dienstverband arbeidsongeschikt? En was zijn gezondheidstoestand bij de start van de module of van zijn dienstverband al zodanig dat u de arbeidsongeschiktheid had kunnen verwachten? Dan kunnen we de aanvulling tijdelijk of blijvend, geheel of gedeeltelijk weigeren. Had u direct voor de start van de module een soortgelijke verzekering, dan is bovenstaande bepaling bij de start van de module niet van toepassing. De bepaling is wel altijd van toepassing bij nieuwe medewerkers.

  • Eigendomsovergang en risico 16.1 Behoudens het gestelde in lid 2 van dit artikel zal de eigendom van en het risico voor de goederen op de Opdrachtgever overgaan bij aflevering.

  • Mee te delen gegevens De verzekeringnemer is verplicht bij het sluiten van de overeenkomst alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de verzekeraar. Hij moet de verzekeraar echter geen omstandigheden meedelen die deze laatste reeds kende of redelijkerwijs had moeten kennen. Indien op sommige schriftelijke vragen van de verzekeraar niet is geantwoord, en indien deze toch de overeenkomst heeft gesloten, kan de verzekeraar zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer op dat verzuim beroepen.