Arbeidstijdverkorting Voorbeeldclausules

Arbeidstijdverkorting. Voor werknemers die ingezet worden in de 3 ploegendienst of volcontinu kan gesproken worden over arbeidstijdverkorting.
Arbeidstijdverkorting. 1. Artikel 7:628 van het Burgerlijk Wetboek is van kracht. De werkgever is echter niet gehouden, het loon aan betrokken werknemers door te betalen over de uren waarin geen arbeid is verricht, ten gevolge van de invoering door de werkgever van een verkorte werkweek (een 0-uren week daaronder begrepen).
Arbeidstijdverkorting a. Ingangsdatum en omvang Per 1 oktober 1984 is een arbeidstijdverkorting met 5% toegepast. Hierdoor zal het aantal arbeidsuren, afhankelijk van het gekozen model, per week 38 uren dan wel per 4-weekse periode 152 uren bedragen. Per 31 maart 1988 wordt de arbeidstijd verder verkort tot 10%. Hierdoor zal het aantal arbeidsuren, afhankelijk van het gekozen model, gemiddeld 36 uren per week bedragen.
Arbeidstijdverkorting. 1. Bij aanvang van het kalenderjaar worden 22 atv-dagen toegekend. Van deze dagen worden er ten hoogste 14 door de werkgever aangewezen. De aanwijzing geschiedt voor het einde van de werkdag, voorafgaande aan de atv-dag. De overige 8 dagen worden in overleg tussen werkgever en werknemer één keer per maand vastgesteld, behalve in de maanden juni, juli en augustus.
Arbeidstijdverkorting. 14.1 Artikel 616 B.W. is van toepassing met dien verstande dat de werkgever, na de daartoe verkregen vergunning, met inachtneming van de overheidsbepalingen en beschikkingen, bij toekenning van arbeidstijdverkorting alleen de daadwerkelijk gewerkte uren aan de werknemer zal uitkeren.
Arbeidstijdverkorting. 1. Met ingang van 1 april 2000 kan de werknemer geen aanspraak meer maken op arbeidstijdverkorting.
Arbeidstijdverkorting. A - De 104 uren arbeidstijdverkorting per jaar voor werknemers in dagdienst worden toegekend volgens een tarief van 2 uren per week. Arbeidstijdverkorting zal in het rooster worden verwerkt zodat dit niet het normale werkschema van 40 werkuren vermindert; ook zal het geen vermindering betekenen van de bedrijfstijd.
Arbeidstijdverkorting. 1. De arbeidstijdverkorting van een 40-urige naar een 36-urige werkweek is als volgt geregeld: Per CAO-jaar worden 22 ATV-dagen (tot en met 2005 25 ATV-dagen) gegeven. Van deze dagen zullen er ten hoogste 13 (tot en met 2005 15) door de werkgever worden aangewezen. De aanwijzing dient voor het einde van de werkdag, voorafgaande aan de vrije dag, te geschieden. De overige 9 dagen (tot en met 2005 10 dagen) zullen in overleg tussen werkgever en werknemer één keer per maand gegeven worden, behalve in de maanden juni, juli en augustus.
Arbeidstijdverkorting a. Opnemen en toewijzen ATV Personeelsgroep A De ATV wordt zoveel mogelijk in hele of halve dagen met een minimum aantal van 19 hele dagen toegewezen in de vorm van collectief vrij per ensemble, zo evenwichtig mogelijk verspreid per seizoen, bij voorkeur in hele kalenderweken. Personeelsgroep B Werknemers ingedeeld in Personeelsgroep B kunnen per kalenderjaar hun voorkeur kenbaar maken voor het zo evenwichtig mogelijk door het jaar verspreid opnemen van ATV in hele of halve dagen. De werkgever houdt zoveel mogelijk rekening met deze voorkeur bij de toewijzing. Personeelsgroep C De ATV-dagen zullen zoveel mogelijk worden opgenomen per kalenderjaar in hele of halve dagen, zo veel mogelijk gelijktijdig met het ensemble dat voor het indelen van hun werkzaamheden van bepalende invloed is.
Arbeidstijdverkorting. 1. a. De werknemer met een normale wekelijkse arbeidsduur van 40 uur heeft recht op 156 roostervrije uren per kalenderjaar.