Arbeidsduurverkorting Voorbeeldclausules

Arbeidsduurverkorting in keuzesysteem 5.2 - in sociaal plan 6.1 Arbeidsomstandigheden 7 Arbeidstijdenkader 3.3, 4.4
Arbeidsduurverkorting. Werknemer binnen het segment Geld- en Waardelogistiek kan de toegekende ADV dagen verkopen. Deze keuzemogelijkheid geldt voor de periode van 1 jaar en wordt uiterlijk oktober van enig jaar voor het volgende jaar vastgesteld en vastgelegd op het daarvoor ontwikkelde standaardformulier.
Arbeidsduurverkorting a. Door de werkgever worden op jaarbasis 76 roostervrije uren vastgesteld. Op roostervrije uren wordt door werknemers waarvoor deze zijn vastgesteld met behoud van inkomen niet gewerkt.
Arbeidsduurverkorting. 1. De gemiddeld normale wekelijkse arbeidsduur wordt geacht te zijn verkort tot 38 uur door het toekennen van roostervrije tijd tijdens blokken van 4 weken. Hiertoe staan de volgende mogelijkheden open:
Arbeidsduurverkorting. De werknemer ontvangt 7,6 uur extra arbeidsduurverkorting op jaarbasis. Deze arbeidsduurverkorting kan worden geëffectueerd door middel van een (collectieve) roostervrije dag of door aanpassing van de dagelijkse of wekelijkse werktijd.
Arbeidsduurverkorting. 3.3 Door de werkgever worden op jaarbasis 11,5 adv dagen vastgesteld. Op adv dagen wordt door werknemers waarvoor deze zijn vastgesteld met behoud van inkomen niet gewerkt.
Arbeidsduurverkorting. In het kader van de toepassing van de inlenersbeloning als bedoeld in artikel 20, heeft de uitzendkracht recht op dezelfde arbeidsduurverkorting per week/maand/jaar/periode zoals deze geldt voor de werknemer in dienst van de opdrachtgever, werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie als de uitzendkracht. De van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting kan - ter keuze van de uitzendonderneming - gecompenseerd worden in tijd en/of geld.
Arbeidsduurverkorting a. Om de gemiddelde arbeidsduurverkorting tot 37 uur per week te realiseren wordt aan de werknemer in dag-, twee- of drieploegendienst 18 roostervrije dagen of diensten toegekend.
Arbeidsduurverkorting. 1. De werkgever kan, na overleg met de personeelsvertegenwoordiging, kiezen uit de navolgende drie arbeidsduurverkortingsmodellen: