Deskundigenrapport
XXXXXX ADVOCATEN
Deskundigenrapport
in het geding betreffende opening van een insolventieprocedure met betrekking tot het vermogen van
Xxxxxx Xxxxxxxxxxx XxxX,
Xxxxxxxxxxxxx 00-00, X-00000 Xxxxxxx
rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar directeuren Xxxxxx Xxxxx, Xxxxxx Xxxxxxx en Xxxxxxxxx Xxxx
Kantongerecht Hamburg Dossiernr.: 67c IN 000/00
Xxxxxxxxxx
Xx. Xxxxx Xxxxx als voorlopige bewindvoerder
Xxxxxxx, 0 oktober 2015
Belangrijke informatie met betrekking tot de procedure
Insolventieaanvraag: Eigen aanvraag van 25-08-2015
Handelsregister: Kantongerecht Aschaffenburg, xxx.xx. HRB 10355 Eerste inschrijving op 17 december 2007
Vennootschapsdoel: Bouwnijverheid op het gebied van leiding- en installatiebouw, met name advisering, ontwerp, ontwikkeling, productie, verkoop, montage en onderhoud van brandbeveiligingsinstallaties en brandbeveiligingsapparaten
Zekerheidsmaatregelen: Benoeming van een voorlopige bewindvoerder met gelasting zich het recht op beheer van de kasmiddelen in de zin van § 275 van de Duitse insolventieverordening (InsO) voor te behouden
Verbod op executiemaatregelen in de zin van § 21 lid 2 punt 3 van de Duitse InsO, bestedingsverbod en gebruiksbevoegdheid in de zin van § 21 lid 2 punt 5 van de Duitse InsO
Derdenrekening insolventie: Advocaat Xx. Xxxxx Xxxxx als voorlopige bewindvoerder / Orde van Advocaten UniCredit Bank AG, Hamburg
IBAN: XX00 0000 0000 0000 0000 00 BIC: XXXXXXXX000
Kantooradres: Xxxxxxxxxxxxx 00-00, X-00000 Xxxxxxx Tel. x00 (0)0000 000000
Directeuren: Xxxxxx Xxxxx, Xxxxxx Xxxxxxx en Xxxxxxxxx Xxxx, Xxxxxxxxxxxxx 00-00, X-00000 Xxxxxxx
Tel. x00 (0)0000 00000-000 c.q. -500
Procureur: Advocatenkantoor GRUB BRUGGER Partnerschaft von Rechtsanwälten mbH,
Xxxxxxxx Xxxxxx 00, X-00000 Xxxxxxxxx Tel. x00 (0)00 0000000
Fiscaal adviseur: Accountantskantoor XXXX XX, Xxxxxxxxxxxxxxxx 00-00, X-00000 Xxxxxxxxxx Tel. x00 (0)000 0000000
Bedrijfsvereniging: BG Holz und Metall,
Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 000, X-00000 Xxxxxxx Lidnummer: 804364240
Belastingkantoor: Belastingkantoor Aschaffenburg, Xxxxxxxxxxx 00, X-00000 Xxxxxxxxxxxxx Fiscaal nummer: 204/129/20571
Inhoudsopgave
I. Informatie met betrekking tot het geding betreffende opening van een insolventieprocedure
1. Aanvragen
2. Gerechtelijke maatregelen
3. Activiteiten als deskundige
II. Vennootschapsrechtelijke situatie
1. Oprichting
2. Ontwikkeling
3. Participaties/concern
III. Bedrijfsomstandigheden
1. Vennootschapsdoel
2. Locaties
3. Werknemers
4. Uitvoeringsorganen van de sociale zekerheid / bedrijfsvereniging
5. Bedrijfsruimten
6. Bedrijfsverzekeringen
7. Overige belangrijke contractuele omstandigheden
8. Bedrijfsadministratie / Belastingdienst
IV. Economische situatie
1. Ontwikkeling
2. Redenen van de insolventie
V. Maatregelen in het kader van het geding betreffende opening van een insolventieprocedure
1. Controlemaatregelen
2. Beheer van de kasmiddelen
3. Voortzetting van het bedrijf/sanering
4. Persvoorlichting
VI. Continuïteitsperspectieven
VII. Vermogenssituatie – activa
1. Vaste activa
1.1 Openstaande inleg
1.2 Immateriële vaste activa
1.3 Grondvermogen
1.4 Roerende vaste activa
1.5 Wagenpark
1.6 Participaties
2. Vlottende activa
2.1 Grond-, hulp- en brandstoffen
2.2 Vorderingen uit leveringen en diensten
2.3 Vorderingen op verbonden ondernemingen
2.4 Overige vorderingen
2.5 Onvoltooide werkzaamheden
2.6 Kassaldo
2.7 Banktegoeden
3. Verhaalsvorderingen
4. Resultaat activa
VIII. Vermogenssituatie – passiva
IX. Reden van insolventie
1. Betalingsonmacht
2. Te grote schuldenlast
3. Materiële insolventie
X. Dekking van de procedurekosten
XI. Resultaten
XII. Suggesties
Bij beschikking van 26 augustus 2015 heeft het Kantongerecht Hamburg aan mij de opdracht verstrekt om als deskundige te onderzoeken:
• of sprake is van een op basis van de rechtsvorm van de schuldenaar relevante reden voor het openen van een insolventieprocedure;
• welke vooruitzichten er zijn voor eventuele voortzetting van het bedrijf van de schuldenaar;
• of het vermogen van de schuldenaar de kosten van de procedure zal dekken.
Deze vragen worden in het onderhavige deskundigenrapport als volgt beantwoord:
I. Informatie met betrekking tot het geding betreffende opening van een insolventieprocedure
1. Aanvragen
Imtech Brandschutz GmbH (schuldenaar), vertegenwoordigd door advocatenkantoor GRUB BRUGGER Partnerschaft von Rechtsanwälten mbH, heeft bij schrijven van 24 augustus 2015, op 25 augustus 2015 ingekomen bij het Kantongerecht Hamburg, een aanvraag tot opening van een insolventieprocedure ingediend met betrekking tot haar vermogen. Tegelijkertijd heeft zij verzocht te gelasten dat zij haar goederen in bezit mocht houden, en executiemaatregelen tegen de schuldenaar te verbieden. Het verzoek om te gelasten dat zij haar goederen in bezit mocht houden, heeft de schuldenaar op 8 oktober 2015 ingetrokken.
2. Gerechtelijke maatregelen
Naar aanleiding van de aanvraag van 24 april 2015 heeft de Rechtbank mij bij beschikking van
26 augustus 2015 benoemd tot voorlopige bewindvoerder en als deskundige belast met het opstellen van een deskundigenrapport. Tegelijkertijd heeft de Rechtbank een voorlopige commissie van schuldeisers in het leven geroepen en de volgende personen benoemd tot lid van deze commissie:
- Xxxxxx Xxxxxxxxx (Euler Hermes Deutschland AG)
- Xxxxxx Xxxxxxx (Bundesagentur für Arbeit)
- Xxxxx Xxxx (werknemer).
Bij dezelfde beschikking van 26 augustus 2015 heeft de Rechtbank een verbod op executiemaatregelen in de zin van § 21 lid 2 punt 3 van de Duitse InsO alsmede een verwerkingsverbod en de gebruiksbevoegdheid van de schuldenaar ten aanzien van voorwerpen die worden benodigd voor de bedrijfsvoering, waarop pand- en afscheidingsrechten rusten, in de zin van
§ 21 lid 2 punt 5 van de Duitse InsO vastgelegd. Bij beschikking van diezelfde datum heeft de Rechtbank mij in mijn hoedanigheid van voorlopige bewindvoerder gelast het recht op beheer van de kasmiddelen in de zin van § 275 van de Duitse InsO voor te behouden.
Bij beschikking van de Rechtbank van 16 september 2015 is de voorlopige commissie van schuldeisers aangevuld met de volgende leden:
- Xxxxxx Xxxxxx (Xxxxx Xxxxx GmbH & Co. KG)
- advocaat Xxxxxxx Xxxx (kleine schuldeisers).
3. Activiteiten als deskundige
Onmiddellijk nadat de opdracht aan mij was verstrekt, hebben op 26 en 27 augustus 2015 in Alzenau en Fulda de eerste uitvoerige besprekingen plaatsgevonden met de directie, de procureurs, de bedrijfsleiders van de vestigingen en overige leidinggevenden.
De belangrijkste contactpersonen waren de directeuren, het hoofd controlling en financiële administratie Xxxxxx Xxxxxxxx en de procureurs.
Mijn onderzoek heb ik verricht in de maanden augustus tot en met oktober. Zakelijke bescheiden zijn in voldoende mate aan mij overhandigd. Aanknopingspunten voor verduistering zijn niet aangetroffen.
II. Vennootschapsrechtelijke situatie
1. Oprichting
De schuldenaar is een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Duits recht, die is opgericht bij akte van oprichting van 19 april 1989 en op 10 november 1989 onder de handelsnaam
S. & G. Rohrleitungs- und Anlagenbau GmbH, onder nummer HRB 110559 is ingeschreven in het handelsregister van Hildesheim. Het stamkapitaal bedroeg bij oprichting DM 150.000,00, waarvan DM 45.000,00 werd gehouden door xxxxxxx Xxxxxxxxx, DM 52.500,00 door de xxxx Xxxxxxxxxx, en DM 52.500,00 door de xxxx Xxxxxxxxx. Tot directeur werd Xxxxxxxx Xxxxxx benoemd.
Bij oprichting was de vennootschap gevestigd te Deensen.
2. Ontwikkeling
Bij overeenkomst inzake aankoop en overdracht van 17 december 2007 heeft Xxxxxx Xxxxxxxxxxx XX XxxX (Xxxxxxxxxxxxx Xxxxxxx, XXX 000000, destijds nog handelend onder de naam Imtech ICT Deutschland GmbH) per 31 december 2007 de aandelen van de schuldenaar overgenomen.
Bij aandeelhoudersbesluit van 17 december 2007 is de naam van de schuldenaar gewijzigd in Imtech Brandschutz GmbH, is de zetel verplaatst naar Alzenau, en is het door Imtech Beteiligung II GmbH als enige aandeelhouder gehouden stamkapitaal verhoogd tot EUR 500.000,00. De inschrijving in het handelsregister van Aschaffenburg onder nummer HRB 10355 heeft plaatsgevonden op 14 mei 2008.
Tot directeuren werden Xxxx Xxxx, Xxxx-Xxxxx Xxxxx en Xxxxxx Xxxxxxxx benoemd.
Bij inschrijving in het handelsregister van 17 mei 2010 is Xxxxxx Xxxxxxx eveneens benoemd tot directeur. De heren König en Oberhoff zijn bij inschrijving in het handelsregister van 26 juli 2010 afgetreden als directeur. Bij inschrijving in het handelsregister van 26 februari 2013 heeft Xxxxx Xxxxxx Xxxx Xxxx opgevolgd als directeur. Bij inschrijving van 4 september 2015 is Xxxxxxxxx Xxxx eveneens benoemd tot directeur.
3. Participaties/concern
De schuldenaar behoort tot het concern Royal Imtech, dat in 1997 is ontstaan door een fusie van de in Hamburg gevestigde ondernemingsgroep ROM (Xxxxxx Xxxx Xxxxx) en het Nederlandse concern Internatio-Müller. De groep is internationaal actief op het gebied van de bouw van gebouwen en installaties, alsmede de nautische techniek. De moedermaatschappij is Royal Imtech N.V., gevestigd te Gouda (Nederland). De operationele leidinggevende vennootschap van de Duitse concerntak en enkele Oost-Europese dochtermaatschappijen, die samen de zogenaamde GEE-groep (Germany & Eastern Europe) vormen, is Imtech Deutschland GmbH & Co. KG. Deze vennootschap is de enige aandeelhouder van de vennootschap van de schuldenaar (Imtech Beteiligung II GmbH). Een overeenkomstig diagram is als bijlage 2 bij de insolventieaanvraag opgenomen in het dossier (dossier, blad 10).
Met de enige aandeelhouder is een overeenkomst inzake beheer en resultaatafdracht gesloten.
Deze overeenkomst is als bijlage 4 bij de insolventieaanvraag opgenomen in het dossier (dossier, blad 16-19). Bovendien was de schuldenaar lid van een zogenaamde cash-pool van alle vennootschappen van de GEE-groep, die echter op grond van de insolventieaanvraag van Imtech Deutschland GmbH & Co. KG, dat aan het hoofd stond van de pool, feitelijk is beëindigd c.q. bevroren.
De schuldenaar participeert sinds april 2014 voor 100% in Imtech Fire Safety s.r.o., gevestigd te Bratislava (Slowakije).
Voor de volgende verbonden ondernemingen is tevens een insolventieaanvraag ingediend:
- Royal Imtech N.V. (moedermaatschappij)
- Imtech Deutschland GmbH & Co. KG (operationele leidinggevende vennootschap van de GEE-groep)
- Imtech Deutschland B.V. (complementaire vennoot van Imtech Deutschland GmbH & Co. KG)
- Imtech Holding GmbH (commanditaire vennoot van Imtech Deutschland GmbH & Co. KG)
- Imtech Beteiligung II GmbH (enige aandeelhouder van de schuldenaar).
III. Bedrijfsomstandigheden
1. Vennootschapsdoel
Doel van de vennootschap is volgens de inschrijving in het handelsregister „leiding- en installatiebouw, advisering, ontwerp, ontwikkeling, productie, verkoop en montage van brandbeveiligingsinstallaties en brandbeveiligingsapparaten alsmede onderhoud daarvan.
De vennootschap kan tevens producten vervaardigen, kopen, verkopen en verschaffen die zijn bestemd voor toepassing bij deze activiteiten".
Dit vennootschapsdoel komt overeen met de feitelijke activiteiten van het bedrijf.
Het Imtech-concern, waartoe de schuldenaar behoort, is in Europa marktleider op het gebied van installatiebouw en technische dienstverlening in de energie- en elektrotechniek voor gebouwen en onroerend goed. De brandbeveiligingstechniek als belangrijke component van de gebouwentechniek is al vanaf medio jaren zeventig opgebouwd door ROM, de voorganger van Imtech Deutschland, aanvankelijk als onzelfstandige afdeling. Begin jaren negentig is met de oprichting van de schuldenaar, destijds nog onder de firma S. & G. Rohrleitungs- und Anlagenbau GmbH handelend, gestart met de opbouw van een prefabricagefabriek voor buizen voor sprinklerinstallaties. Pas in 2008 zijn alle brandbeveiligingsactiviteiten van de GEE-groep ondergebracht in de vennootschap van de schuldenaar, waarbij tevens de bestaande brandbeveiligingsafdelingen van de regio’s Noord (Hamburg en Hannover) en West (Düsseldorf) en S. & G. Rohrleitungs- und Anlagenbau GmbH werden opgenomen.
De schuldenaar ontwerpt, levert en monteert alle soorten brandblussystemen (bijvoorbeeld sprinklerinstallaties, sproeiwaterblusinstallaties, schuimblusinstallaties, hydrantinstallaties), afhankelijk van de eisen van het desbetreffende object. Het scala aan projecten is veelzijdig. De schuldenaar ontwikkelt blusinstallaties voor onder meer de volgende branches:
- kantoorgebouwen, hotels
- luchthavens, stadions
- grote magazijnen / logistieke en distributiecentra
- winkelcentra, meubelzaken, bouw- en tuincentra
- industriële en fabrieksinstallaties voor de voedingsmiddelen- en chemische/farmaceutische industrie
- auto-industrie
- zagerijen, met afvalstoffen gestookte warmtekrachtcentrales.
Tot de klanten van de schuldenaar behoren dan ook grote bedrijven zoals BMW, Bosch, Hermes Logistics, de luchthaven Düsseldorf, MAN, Lidl, Möbel XXXL, Bauhaus, FEGRO en de overheid. Daarnaast exploiteert de schuldenaar sinds 2009 op haar locatie in Elmenhorst bij Rostock een prefabricagefabriek, waar de schuldenaar momenteel met 28 werknemers zelf buizen voor sprinklerinstallaties produceert, zowel in het kader van de door de schuldenaar zelf uitgevoerde brandbeveiligingsprojecten als voor derden (circa 20%). De capaciteit bedraagt momenteel 400.000 sprinklers per jaar.
Een andere pijler vormen de dienstverleningsactiviteiten met momenteel 675 service- en onderhoudscontracten.
Ten tijde van de insolventieaanvraag had de schuldenaar 71 projectorders en circa 180 service- c.q. bouwprojecten voor kleine installaties met een totale orderwaarde van circa EUR 48,8 miljoen en een restwaarde – rekening houdend met ontvangen aanbetalingen en waarderingscorrecties – van circa EUR 16,1 miljoen. De aanwezige 675 onderhoudscontracten hebben op basis van de in de regel (steeds verlengbare) eenjarige looptijd van de contracten een totale waarde van circa EUR 1,52 miljoen.
Aangezien brandbeveiligingsinstallaties en het periodieke onderhoud daarvan bij alle grote bouwplannen in ieder geval in Duitsland zijn onderworpen aan strenge wettelijke voorschriften en eisen, is de markt groot. Een instorting van de markt van enige betekenis wordt niet verwacht.
In deze sector wordt de Duitse markt beheerst door de brandbeveiligingsonderneming Minimax met circa 1.800 werknemers en een jaaromzet van EUR 400 miljoen, gevolgd door de Franse onderneming VINCI, met 700 werknemers en een jaaromzet van circa EUR 120 miljoen.
De schuldenaar bevindt zich met bijna 360 werknemers en een jaaromzet van circa EUR 60 miljoen in het bovenste gedeelte van het middensegment van de markt.
De schuldenaar heeft ten opzichte van de concurrentie een concurrentievoordeel, doordat de schuldenaar beschikt over een eigen prefabricagefabriek voor de productie van buizen voor sprinklerinstallaties. Hierdoor is de schuldenaar in staat om orders van klanten sneller en vaak ook goedkoper af te handelen.
2. Locaties
Het hoofdkantoor van de schuldenaar bevindt zich in Alzenau. Daarnaast heeft de schuldenaar vestigingen in Berlijn, Düsseldorf, Elmenhorst/Lichtenhagen (Rostock), Eschbach (Freiburg), Isernhagen (Hannover), Jena, Nürnberg en Oberhaching (München).
De vestiging in Bremen, waar slechts één werknemer werkzaam was die zich bezighield met servicewerkzaamheden, is per 31 augustus 2015 opgeheven c.q. samengevoegd met de service-units Hamburg en Hannover, in Hannover. Ten aanzien van de vestiging in Hamburg is eveneens reeds in het voorjaar van 2015 besloten tot opheffing. De service-unit verhuist naar Hannover, en de installatiebouw naar Düsseldorf.
3. Werknemers
Bij de schuldenaar waren ten tijde van de insolventieaanvraag 357 werknemers werkzaam, waaronder 13 parttimers en 3 leerlingen. Circa 211 werknemers zijn werkzaam op de werkvloer, en 146 op kantoor.
Alle werknemers zijn toegewezen aan een bepaalde vestiging. Op dit moment zijn op de diverse locaties de volgende aantallen werknemers werkzaam:
Locatie | Aantal medewerkers | Hoofdactiviteit(en) |
Xxxxxxx | 00 | Xxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxx |
Xxxxxxx | 99 | Montage/service |
Düsseldorf | 28 | Technisch bureau voor installatiebouw en service |
Xxxxxxxxxx/Xxxxxxxxxxxx | 00 | Prefabricage |
Eschbach | 9 | Technisch bureau voor installatiebouw en service |
Xxxxxxx | 00 | In liquidatie |
Jena | 40 | Technisch bureau voor installatiebouw en service |
Nürnberg | 18 | Technisch bureau voor installatiebouw en service |
Oberhaching | 13 | Technisch bureau voor installatiebouw en service |
Isernhagen | 18 | Technisch bureau voor service |
Totaal | 355 |
Door ontslag c.q. opzegging van het dienstverband en om andere redenen, is het aantal werknemers waarvan het dienstverband niet is opgezegd inmiddels gereduceerd tot 345.
De brutoloonsom bedraagt circa EUR 1.086.720,00 per maand. De schuldenaar heeft de maandelijkse lonen tot en met juli 2015 voor het merendeel uitbetaald. In verband met decadeafrekeningen stonden ten tijde van de insolventieaanvraag gedeeltelijk nog loonbetalingen over juli 2015 open.
Sociale premies uit de tijd voor de insolventieaanvraag ter hoogte van EUR 29.709,07 staan nog open.
Uit de tijd voor de insolventie staat nog loonbelasting ter hoogte van EUR 247.594,96 open. Op de dienstverbanden is de collectieve arbeidsovereenkomst van het bedrijf van toepassing. Er is een ondernemingsraad gekozen. Deze ondernemingsraad bestaat uit 11 leden.
Voorzitter is de xxxx Xxxxx.
Het loon over de periode van 15 juli tot en met 30 september hebben de werknemers ontvangen door middel van voorfinanciering uit het insolventiefonds.
4. Uitvoeringsorganen van de sociale zekerheid / bedrijfsvereniging
Vanwege het grote aantal werknemers is de schuldenaar bij nagenoeg alle uitvoeringsorganen van de sociale zekerheid in Duitsland geregistreerd. Voor een volledige opsomming inclusief adressen en registratienummers wordt verwezen naar het bij de insolventieaanvraag gevoegde overzicht (dossier, blad 99 tot en met 100).
De schuldenaar is lid van de „Berufsgenossenschaft Holz und Metall" (bedrijfsvereniging hout en metaal), lidnummer 804364240.
5. Bedrijfsruimten
Alle bedrijfsruimten op de verschillende locaties zijn gehuurd c.q. gepacht. Daarbij gelden de volgende huur-/pachtverhoudingen:
Locatie | Verhuurder/verpachter | Maandelijkse brutohuur |
Xxxxxxx | Xxxx Xxxx, Xxxxxxxxxx. 00, X-00000 Xxxxxxx | EUR 33.374,00 |
Alzenau (archief) | Immobilien Xxxxx Xxxx, Xxxxxxxxx. 00/XX, X-00000 Xxxxxxx | EUR 406,00 |
Berlijn | Bicer Hausverwaltung, Xxxxxxxxxx 0-0, X-00000 Xxxxxxx | EUR 1.218,00 |
Sindelfingen | Baugenossenschaft Sindelfingen eG, Xxxxxxxxxxxx 0, X-00000 Xxxxxxxxxxxx | EUR 1.852,00 |
Düsseldorf (onderhuur) | Imtech Deutschland GmbH & Co. KG, regio West, Xxxxxxxxxxxx Xxxxx 000x, X-00000 Xxxxxxxxxx | EUR 8.909,00 |
Elmenhorst (pacht) | Imtech Deutschland GmbH & Co. KG, Hamburg | EUR 21.775,00 |
Elmenhorst (huur) | Xxxxxxxxxx & Xxxxxxxxxxxxx Xxxxx – Xxxxxxxxxxx XxxX & Xx. XX, X-00000 Elmenhorst | EUR 2.728,00 |
Speyer | Xxxxxxxxx Xxxxx, Xxxxx Xxxxxxx 0, X-00000 Xxxxxx | EUR 2.371,00 |
Wertheim | Stadtentwicklungs-Gesellschaft Wertheim mbH, Xxxxxxxxxxx 00, X-00000 Xxxxxxxx | EUR 667,00 |
Xxxx | Xxxxxx Jena Glas GmbH, Xxxx-Xxxxxx-Xxxxxx 00, X- 00000 Xxxx | EUR 5.803,00 |
Nürnberg | Immobilien Verwaltung Xxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxxxx 0, X-00000 Xxxxxxxx | EUR 3.491,00 |
Dingolfing | Fa. Windshelmer Haustechnik GmbH & Co. KG, Stauseestr. 17, D-84130 Dingolfing | EUR 348,00 |
Freiburg | Echtpaar Xxxxxxx en Xxxxxx Xxxxxx, Xx Xxxxxxxxx 0, X-00000 Xxxxxxxx | EUR 2.492,00 |
Hannover | Kluwe Junioren GbR, Xxxxxxxxxxxxx 0, X-00000 Xxxxxxx | EUR 3.716,00 |
München | Büro Focus Univerese GmbH, Keltenring 11, D- 82041 Oberhaching | EUR 5.931,00 |
Totaal | EUR 94.414,00 |
Ten tijde van de insolventieaanvraag was in totaal slechts sprake van een huurachterstand van EUR 405,69.
6. Bedrijfsverzekeringen
De onderneming heeft verzekeringen met afdoende dekking afgesloten c.q. is evenals alle dochter- en kleindochtermaatschappijen van de GEE-groep via Imtech Deutschland GmbH & Co. KG meeverzekerd.
De hierna vermelde essentiële verzekeringsovereenkomsten zijn gesloten: schadeverzekering, bedrijfs- en projectaansprakelijkheidsverzekering,
milieuaansprakelijkheidsverzekering, milieuschadeverzekering en montageverzekering, die voor de groep zijn afgesloten bij HDI-Gerling (nummer 80943105). Er zijn geen achterstanden in de betaling van de verzekeringspremies.
De in het kader van de motorrijtuigenverzekeringen bij Generali verschuldigde verzekeringspremies, zijn tot en met september 2015 voldaan.
7. Overige belangrijke contractuele omstandigheden
Daarnaast is bij een onderneming in de orde van grootte van de schuldenaar over het algemeen sprake van overeenkomsten met klanten, leveranciers en dienstverlenende bedrijven zoals projectgerelateerde raamovereenkomsten, licentie-, huur-, lease- en leveringsovereenkomsten en overeenkomsten met nutsbedrijven.
8. Bedrijfsadministratie / Belastingdienst
De salaris- en financiële administratie werd verzorgd bij en door Imtech Deutschland GmbH & Co. KG in Hamburg. Daar zijn tot en met 31 juli 2015 boekingen verricht. Nadat door de commanditaire vennoot insolventie was aangevraagd, is de boekhouding overgebracht naar de zetel van de schuldenaar in Alzenau.
Met de fiscale advisering en het opstellen van de jaarrekeningen was accountantskantoor KPMG AG in Düsseldorf belast. Balansen over de afgelopen jaren zijn beschikbaar tot en met 2014. De laatste bedrijfseconomische analyse dateert van juli 2015.
De schuldenaar ressorteert onder BelastingdienstAschaffenburg, fiscaal nummer 204/129/20571. Tot en met juli 2015 heeft de schuldenaar belastingaangiftes ingediend.
IV. Bedrijfseconomische situatie
1. Ontwikkeling
De schuldenaar heeft in de laatste boekjaren de hierna vermelde resultaten gerealiseerd. Voor wat betreft het actuele boekjaar worden hier enkel de data tot de laatste bedrijfseconomische analyse voor de periode t/m juli vermeld:
Boekjaar | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
EUR x 1.000 | EUR x 1.000 | EUR x 1.000 | EUR x 1.000 | |
Omzet | 51.305 | 60.245 | 55.004 | 29.601 |
./. Goederengebruik | 32.718 | 36.048 | 28.717 | 14.721 |
./. Personeelskosten | 16.311 | 18.330 | 20.924 | 11.850 |
./. Huisvestingskosten | 983 | 957 | 1.065 | 635 |
./. Kosten motorrijtuigen | 2.075 | 2.217 | 2.417 | 1.287 |
./. Overige kosten | 2.641 | 3.376 | 3.764 | 1.632 |
Resultaat | -3.422 | -683 | -1.883 | -524 |
De schuldenaar heeft de laatste jaren – ondanks een positieve ontwikkeling van de omzet – regelmatig met een negatief resultaat afgesloten.
2. Redenen van de insolventie
De schuldenaar heeft in 2015 al – onafhankelijk van het concern – interne herstructureringsmaatregelen getroffen ter verbetering van de efficiëntie en reductie van de kosten. Het betrof enerzijds de samenvoeging van de service-units Bremen, Hamburg en Hannover tot één service-unit Noord in Hannover, en anderzijds de sluiting van de installatiefabriek in Hamburg ten gunste van de locatie Düsseldorf.
Deze maatregelen, die pas in de zomer tot uitvoering zijn gebracht, hadden echter nog geen effect op de liquiditeit en de opbrengst, waardoor de schuldenaar nog steeds was aangewezen op financiering en de beschikbaarstelling van liquiditeit door de leidinggevende vennootschappen van het concern.
Nadat ten gevolge van de insolventieaanvraag van Imtech Deutschland GmbH & Co. KG de cash- pool, aan het hoofd waarvan deze vennootschap stond, was bevroren, en ook van de eveneens insolvente Nederlandse moedermaatschappij geen liquiditeit meer was te verwachten, dreigde bij de schuldenaar rechtstreeks betalingsonmacht te ontstaan. Tegelijkertijd ontstond door het wegvallen van de positieve voortzettingsprognose een te grote schuldenlast. Hierdoor was de insolventieaanvraag onvermijdelijk.
V. Maatregelen in het kader van het geding betreffende opening van een insolventieprocedure
1. Controlemaatregelen
Omdat de Rechtbank had gelast dat de schuldenaar haar goederen in bezit mocht houden en had besloten tot voorlopige bewindvoering, lag het accent van mijn activiteiten op het financiële toezicht op de schuldenaar. Daartoe heb ik het bestelproces en de betalingen afgestemd met de directie. Alle belangrijke bestellingen zijn voor uitvoering door mij gefiatteerd. Daarnaast was ik voortdurend betrokken bij de toetsing van de vrijgave van bouwprojecten, en kon ik de ontwikkeling van de liquiditeit aan de hand van de periodiek door de schuldenaar geactualiseerde en toegelichte liquiditeitsplanning nauwkeurig volgen. Op basis daarvan was voortdurend duidelijk dat geen sprake is van betalingsonmacht, en dat voldoende liquiditeit aanwezig is om het bedrijf voort te kunnen zetten, in ieder geval de komende twee maanden.
De afspraken die door mij in het kader van de afstemming en uitvoering van mijn activiteiten zijn getroffen met de directie, zijn gedurende de totale duur van de voorlopige bewindvoering zonder uitzondering nagekomen.
2. Beheer van de kasmiddelen
Op instructie van de Rechtbank, zoals vastgelegd in haar beschikking van 26 augustus 2015, heb ik conform § 275 lid 2 van de Duitse AO het beheer van de kasmiddelen overgenomen. Voor het betalingsverkeer heb ik een derdenrekening geopend bij UniCredit Bank AG.
Conform mijn instructie heeft de schuldenaar haar bestaande rekeningtegoed c.q. de betalingen die zij ontving op haar zakelijke rekeningen op de derdenrekening gestort, en de derdeschuldenaren eveneens verzocht betalingen uitsluitend te verrichten op de geopende derdenrekening.
Voor de uitgaande betalingen heeft de schuldenaar interne betalingsprocessen ingericht en alle betalingsbestanden, inclusief de onderliggende bestellingen, elektronisch naar mij verzonden ten behoeve van controle, vrijgave en instructie.
3. Voortzetting van het bedrijf/sanering
De bedrijfsactiviteiten zijn tijdens de naar aanleiding van de insolventieaanvraag ingestelde procedure op basis van het feit dat de schuldenaar haar goederen in bezit mocht houden, volledig door de schuldenaar voortgezet.
Daartoe zijn de ten tijde van de insolventieaanvraag bestaande circa 71 projectorders één voor één getoetst op rendabiliteit, en zo nodig na extra onderhandelingen met de opdrachtgevers in overleg met mij vrijgegeven. In de loop van de naar aanleiding van de insolventieaanvraag ingestelde procedure konden in totaal 59 projecten met een orderwaarde (verwachte facturering) van circa EUR 33,59 miljoen en een geprognosticeerde xxxxx van in totaal EUR 1,847 miljoen worden vrijgegeven.
De overige 12 bouwprojecten betroffen voor het merendeel deficitaire projecten (geprognosticeerde marge EUR -0,395 miljoen), die daarom niet zijn voortgezet c.q. in ieder geval voorlopig zijn stopgezet.
De bestaande 675 onderhoudscontracten en circa 180 service- c.q. bouwprojecten voor kleine installaties konden nagenoeg volledig worden voortgezet.
Ter waarborging van de vereiste liquiditeit is de schuldenaar voorschotten c.q. korte betalingstermijnen overeengekomen met de opdrachtgevers. Daarnaast zijn met kortere tussenpozen dan daarvoor bij de schuldenaar gebruikelijk was tussenafrekeningen opgesteld. Tevens is de inning van oude vorderingen geïntensiveerd door gesprekken te voeren met de derdeschuldenaren.
Door deze maatregelen is de schuldenaar erin geslaagd een positieve liquiditeitsontwikkeling te realiseren.
Ten slotte hebben ook nagenoeg alle leveranciers zich bereid verklaard de leveringen c.q. dienstverlening onder de gebruikelijke betalingsvoorwaarden voort te zetten. Omdat de schuldenaar zeer snel opheldering heeft verschaft en de nodige gesprekken heeft gevoerd, zijn in dit verband slechts weinig afwijkingen opgetreden.
Ter waarborging van de rechten van de leveranciers is de schuldenaar in overleg met de voorlopige commissie van schuldeisers en mij bovendien overgegaan tot inventarisatie van de goederenvoorraden.
Een belangrijke onderaannemer van de schuldenaar is haar eigen dochtermaatschappij Imtech Fire Safety s.r.o., gevestigd te Bratislava (Slowakije). Om de productiviteit van dit bedrijf in ieder geval tot de opening van de insolventieprocedure voor de schuldenaar te behouden, heeft de schuldenaar met toestemming van de commissie van schuldeisers een lening van EUR 250.000,00 aan haar verstrekt voor de betaling van verschuldigde lonen, wat anders in het geval van dit bedrijf niet mogelijk zou zijn.
Tijdens een in aanwezigheid van de directie in Fulda gehouden personeelsvergadering, waarvoor de werknemers van alle vestigingen waren uitgenodigd en die uiteindelijk door circa 250 werknemers is bijgewoond, en verdere personeelsvergaderingen in de afzonderlijke vestigingen, zijn de werknemers op de hoogte gebracht van hun rechten en het verloop van de procedure, met name de financiering uit het insolventiefonds, en konden zij worden gemotiveerd om zich in te zetten voor de voortzetting van het bedrijf. De motivatie en dientengevolge ook de reacties van de werknemers waren uiterst positief.
Het arbeidsbureau („Agentur für Arbeit") in Hamburg heeft op verzoek van de schuldenaar toestemming verleend voor voorfinanciering van de lonen over de maanden juli tot en met september uit het insolventiefonds. Hierdoor konden de desbetreffende loonbetalingen op tijd plaatsvinden.
4. Persvoorlichting
De naar aanleiding van de insolventieaanvraag ingestelde procedure met betrekking tot de schuldenaar hangt nauw samen met de insolventie van Imtech Deutschland GmbH & Co. KG als operationele leidinggevende vennootschap van de Duitse Imtech-groep en de insolventie van de overige groepsmaatschappijen. Voor de ontwikkeling van de insolventieprocedures van de Imtech- groep bestaat grote mediabelangstelling. Om die reden heeft de directie in overleg met mij het reeds in het kader van de inleidende insolventieprocedure met betrekking tot het vermogen van Imtech Deutschland GmbH & Co. KG met de persvoorlichting belaste persagentschap „Das AMT GmbH & Co. KG” ingeschakeld, om een uniforme en afgestemde berichtgeving te waarborgen.
VI. Continuïteitsperspectieven
Ik heb de mogelijkheden onderzocht om de bedrijfsactiviteiten ook na opening van een procedure voor rekening van de insolvente boedel voort te zetten of in het kader van een saneringsregeling of een overdragende sanering langdurig in stand te houden.
Voortzetting – in ieder geval gedurende korte tijd – van de bedrijfsactiviteiten na opening van een insolventieprocedure zou op grond van de positieve ontwikkeling van de liquiditeit in principe weliswaar mogelijk zijn, maar is geen kansrijk alternatief. In de onzekere insolventiesituatie is het feitelijk onmogelijk nieuwe orders te verwerven. Het orderbestand zal daarom snel kleiner worden, waardoor de aantrekkelijkheid van het bedrijf voor potentiële overnemende partijen met de dag afneemt.
Daarom is vroegtijdig gestreefd naar overdracht van de bedrijfsactiviteiten onmiddellijk na opening van een insolventieprocedure door middel van een zgn. „asset deal". Met de uitvoering van het M&A- proces was oorspronkelijk accountantskantoor KPMG belast. Nadat dit kantoor vanwege interne meningsverschillen het adviesmandaat had neergelegd, zijn het verkoopproces en de concrete contractonderhandelingen in economisch en juridisch opzicht gecoördineerd door advocatenkantoor Anchor, en door mij zorgvuldig begeleid. Van de oorspronkelijk 76 belangstellenden hebben er 22 een vertrouwelijkheidsverklaring ondertekend. Met zeven potentiële investeerders zijn managementgesprekken gevoerd. De Franse ondernemingsgroep VINCI, één van de marktleiders op
het gebied van brandbeveiliging in Duitsland, de ARE-groep, die tot dusverre met name actief is geweest op het gebied van bouwvoorbereidende (sanerings)maatregelen, en Paragon, een investeringsmaatschappij, hebben elk een bindend bod uitgebracht.
Het bod van ARE Beteiligungen GmbH omvat tevens de overname van een groot gedeelte van de werknemers van de schuldenaar en de dochtermaatschappij en tevens de overname van reparatie- en garantieverplichtingen ten aanzien van projecten die niet zijn voortgezet. In dit verband is een door ARE reeds eenzijdig ondertekend contract tot stand gekomen, dat voorziet in overdracht van de schuldenaar met goedkeuring van de commissie van schuldeisers na opening van de insolventieprocedure. Tegelijkertijd zullen 58 werknemers die niet worden overgenomen naar een re- integratiebedrijf overgaan. De voorbereidingen hiervoor zijn reeds gestart.
Omdat langdurige voortzetting van het bedrijf van de schuldenaar niet alleen kan worden gewaarborgd door middel van een investering, maar daartoe met name ook de personeelskosten dienen te worden verlaagd, is met de ondernemingsraad en de vakbond onderhandeld over een overeenkomst tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst als verdere maatregel die een overdragende sanering mogelijk moet maken. Deze overeenkomst is inmiddels ter goedkeuring aan de commissie voor cao-onderhandelingen overlegd.
Indien de overdracht doorgaat, is langdurige voortzetting van de bedrijfsactiviteiten mogelijk.
VII. Vermogenssituatie - activa
Op basis van de huidige stand van zaken kan worden uitgegaan van voortzetting van de bedrijfsactiviteiten, zodat de beoordeling van het vermogen in hoge mate dient plaats te vinden volgens going-concernwaarden.
De vermogenssituatie kan op basis van geschatte voortzettingswaarden en met inachtneming van de rechten van derden als volgt worden geschetst:
1. Vaste activa | |||
1.1 Openstaande inleg | Waarde | EUR | 0,00 |
Vrij boedelactief | EUR | 0,00 |
Aanknopingspunten voor niet-nakoming van de verplichting tot inbreng van stamkapitaal zijn niet aangetroffen. Bovendien waren eventuele aanspraken dienaangaande op grond van § 19 lid 6 van de Duitse wet op besloten vennootschappen (GmbHG) reeds verjaard.
1.2 Immateriële vaste activa Waarde EUR 1,00 Vrij boedelactief EUR 1,00
Rechten van industriële eigendom zoals auteursrechten en octrooien, licenties en concessies bestaan niet. De schuldenaar beschikt over softwarelicenties met een actuele boekwaarde van
EUR 21.964,00. Dit betreft de aanschafkosten, verminderd met reguliere afschrijvingen op grond van gebruik. In geval van liquidatie kunnen deze licenties niet worden verkocht, omdat de programma’s
zijn afgestemd op de individuele behoeften van het bedrijf van de schuldenaar, en hierdoor niet kunnen worden overgedragen aan andere bedrijven.
In het kader van het door middel van onderhandelingen tot stand gekomen overnamecontract is de koopsom van de immateriële vaste activa, met inbegrip van de softwarelicenties, domeinnamen en goodwill bepaald op EUR 1,00, omdat de belangrijkste waarde waarin de overnemende partij is geïnteresseerd is gelegen in de roerende vaste en vlottende activa alsmede de orderbestanden.
Daarom dient te worden uitgegaan van deze waarde. | ||
1.3 Grondvermogen | Waarde Vrij boedelactief | EUR 0,00 EUR 0,00 |
De schuldenaar beschikt niet over grondvermogen. In de balans per 31 december 2014 is nog onroerend goed met een boekwaarde van circa EUR 62.000,00 opgenomen. Bij navraag is gebleken dat dit een perceel in Deensen (Nedersaksen, Duitsland) betreft, dat de schuldenaar in juli 2015 voor een koopsom van EUR 35.000,00 heeft verkocht aan de toenmalige verhuurder, een „autohersteller", die daar oude Amerikaanse auto’s opknapt. De verkoop onder de boekwaarde vond plaats omdat de gemeente de schuldenaar had gesommeerd de waterafvoerinstallatie te vernieuwen, waarmee kosten ter hoogte van EUR 100.000,00 zouden zijn verbonden, en bovendien een verontreinigingsprobleem speelde. De koopsom die de huurder wilde betalen was het hoogste bod dat was uitgebracht.
1.4 Roerende vaste activa Waarde EUR 500.000,00 Vrij boedelactief EUR 310.000,00
De schuldenaar beschikt op alle bestaande locaties over een eigen technische en administratieve uitrusting en tevens over werktuigen, machines en installaties. Volgens een schatting van de door de schuldenaar ingeschakelde deskundige bedraagt de totale waarde na aftrek van met afscheidingsrechten belaste voorwerpen bij ontmanteling EUR 253.811,00 en in geval van voortzetting EUR 1.460.795,00. In het kader van het door middel van onderhandelingen tot stand gekomen overnamecontract zijn de roerende vaste activa van alle locaties voor een totaalbedrag van
EUR 500.000,00 opgenomen in de koopsom. Deze waarde ligt altijd nog duidelijk boven de waarde bij ontmanteling en vormt het hoogste bod dat tot dusverre is uitgebracht. Daarom ga ik ook in het onderhavige deskundigenrapport uit van deze waarde.
De uitrusting van de afzonderlijke locaties wordt als volgt gewaardeerd:
Locatie | Voortzettingswaarde in EUR |
Xxxxxxx | 000.000,00 |
Xxxxxxx | 3.520,34 |
Düsseldorf | 5.014,39 |
Elmenhorst | 25.941,35 |
Xxxxxxxx | 4.391,44 |
Isernhagen | 6.337,30 |
Jena | 6.229,48 |
Nürnberg | 4.819,29 |
Oberhaching | 5.284,79 |
Bouwplaatsen | 1.711,40 |
Totaal | 500.000,00 |
Op grond van bestaande pandrechten van verhuurders dient bij opgelopen huurachterstanden in de voorlopige insolventieprocedure als totale huursom van twee maanden een bedrag van circa
EUR 190.000,00 in mindering te worden gebracht, zodat als vrije insolvente boedel een bedrag van EUR 310.000,00 ter beschikking staat.
1.5 Wagenpark Waarde EUR 0,00 Vrij boedelactief EUR 0,00
De schuldenaar beschikt over een wagenpark zonder eigen voertuigen, dat uitsluitend wordt onderhouden door middel van Operating Leasing. De contracten zijn niet in het voordeel van de insolvente boedel bruikbaar. Aanhangers die eigendom zijn van de schuldenaar zijn opgenomen in de roerende vaste activa.
1.6 Participaties Waarde EUR 1,00 Vrij boedelactief EUR 1,00
De schuldenaar houdt een participatie van 100% in Imtech Fire Safety s.r.o., gevestigd te Bratislava (Slowakije). Volgens de balans per 31 december 2014 bedraagt de boekwaarde van deze participatie EUR 5.150,00. De dochtermaatschappij is in het voorjaar van 2014 opgericht als onderaannemer voor de schuldenaar op het gebied van de montage en bouw van sprinklerinstallaties en is met op dit moment 86 werknemers uitsluitend in die hoedanigheid actief. Dit bedrijf beschikt niet over vaste activa van enige betekenis. De vlottende activa zijn beperkt tot vorderingen op de schuldenaar.
Zoals al eerder aangegeven, beschikte dit bedrijf ten tijde van de insolventieaanvraag niet eens over voldoende liquide middelen om de lonen van de werknemers te kunnen betalen. De overnemende partij van de schuldenaar is bereid om in het kader van de door middel van onderhandelingen tot stand gekomen koopovereenkomst de aandelen over te nemen voor een koopsom van in totaal EUR 1,00. Door derden is geen bod uitgebracht, en een dergelijk bod valt ook niet te verwachten.
Daarom dient te worden uitgegaan van deze waarde.
2. Vlottende activa | ||
2.1 Grond-, hulp- en brandstoffen | Waarde Vrij boedelactief | EUR 750.000,00 EUR 250.000,00 |
De voorraden en goederen heeft de schuldenaar eveneens door een deskundige laten waarderen. De deskundige gaat uit van een liquidatiewaarde van EUR 375.000,00 en een voortzettingswaarde van EUR 1.700.000,00. In het kader van een overnamecontract is door middel van onderhandelingen een koopsom van EUR 750.000,00 voor deze posten gerealiseerd. Bij gebrek aan een ander bod ga ik uit van deze waarde.
Er bestaan rechten van derden op grond van eenvoudig en uitgebreid eigendomsvoorbehoud van leveranciers. Voorts dienen gedeeltelijk ook pandrechten van verhuurders in aanmerking te worden genomen. De rechten van derden heb ik nog niet definitief kunnen berekenen. Omdat de schuldenaar al enkele maanden aanzienlijke verplichtingen jegens de leveranciers heeft opgebouwd, dient echter
te worden uitgegaan van een overeenkomstig hoge belasting. Daarom breng ik voorlopig slechts globaal een bedrag van EUR 500.000,00 in mindering, zodat het vrije boedelactief EUR 250.000,00 bedraagt.
2.2 Vorderingen uit leveringen en diensten Waarde EUR 3.037.649,00
Vrij boedelactief EUR 2.430.119,20
Uit de boekhouding van de schuldenaar blijken vorderingen uit de levering van goederen en de verlening van diensten ten bedrage van in totaal EUR 6.075.298,00.
Een groot gedeelte van deze vorderingen is volgens mijn informatie, zoals ook gebruikelijk is in de bouw, twijfelachtig. Daarom acht ik, evenals de schuldenaar, een afslag van 50% op deze nominale waarde als globale waardecorrectie realistisch. Hieruit resulteert een waarde in het economisch verkeer van EUR 3.037.649,00. Zoals nog zal worden uiteengezet, is de hoogte van de waardecorrectie niet bepalend voor de vraag of sprake is van redenen voor insolventie.
Er is geen sprake van een algehele cessie van vorderingen. Er gelden echter aanspraken van leveranciers op grond van verlengd eigendomsvoorbehoud, waarvan ik de hoogte nog niet definitief heb kunnen vaststellen. In dit verband pas ik, wederom in overleg met de schuldenaar, bij het vaststellen van het vermoedelijke vrije boedelactief een verdere afslag van 20% toe op de waarde in het economisch verkeer. Hieruit resulteert een vrij boedelactief op grond van vorderingen uit leveringen en diensten van EUR 2.430.119,20.
2.3 Vorderingen op verbonden ondernemingen Waarde EUR 250.000,00
Vrij boedelactief EUR 250.000,00
De schuldenaar heeft geen vorderingen uit de cash-pool, aan het hoofd waarvan Imtech Deutschland GmbH & Co. KG stond, maar heeft in dit verband juist schulden aan deze vennootschap.
Overigens dienen de onderlinge vorderingsverhoudingen tussen de ondernemingen binnen het concern nog te worden vastgesteld. Uit de boekhouding van de schuldenaar blijkt op dit moment een gecumuleerde waarde ten gunste van de schuldenaar van EUR 318.319,00. Echter dient nog definitief te worden vastgesteld in hoeverre en tegenover welke vennootschap, rekening houdend met tegenvorderingen, de schuldenaar in dit verband aanspraken kan doen gelden. Bovendien dient er op grond van de insolventie van Imtech Deutschland GmbH & Co. KG en andere groepsmaatschappijen van te worden uitgegaan dat eventuele vorderingen slechts in zeer beperkte mate inbaar zullen zijn.
Daarom noteer ik hiervoor voorlopig geen waarde.
De schuldenaar heeft echter een vordering van EUR 250.000,00 op haar dochtermaatschappij op grond van de verstrekking van een krediet tijdens de voorlopige insolventieprocedure.
Overeenkomstig de door middel van onderhandelingen tot stand gekomen koopovereenkomst zal koper deze vordering overnemen en volledig aan de schuldenaar voldoen.
2.4 Overige vorderingen Waarde EUR 25.000,00 Vrij boedelactief EUR 25.000,00
Uit de boekhouding van de schuldenaar blijkt een boekwaarde van de overige vorderingen van EUR 62.421,00. Deze vorderingen houden onder meer verband met de verkoop van het onroerend
goed. Dienaangaande is met de koper betaling in termijnen overeengekomen. Daarnaast betreft het hier kleine en oude vorderingen die, voor zover ik tot dusverre heb kunnen vaststellen, nagenoeg geen waarde vertegenwoordigen. Daarom ga ik voorzichtigheidshalve uit van een waarde van slechts EUR 25.000,00. Deze waarde komt ongeveer overeen met de restvordering uit de verkoop van het onroerend goed.
2.5 Onvoltooide werkzaamheden Waarde EUR 1.170.000,00 Vrij boedelactief EUR 1.170.000,00
De waarde van de onvoltooide werkzaamheden bedraagt per 6 oktober 2015 circa EUR 1,8 miljoen. Deze waarde heeft betrekking op de actuele voortgang van de werkzaamheden, onder aftrek van ontvangen aanbetalingen. In het kader van het door middel van onderhandelingen tot stand gekomen overnamecontract is vanwege niet berekenbare tegenvorderingen van de opdrachtgevers geen vaste koopsom vastgelegd voor de onvoltooide werkzaamheden, maar is overeengekomen dat koper na de nog op te maken afrekening 65% van het desbetreffende bedrag (onder aftrek van de ontvangen aanbetalingen) zal betalen. Op basis van de hierboven vastgelegde waarde dient derhalve op grond van de actuele stand van zaken te worden uitgegaan van een bedrag van EUR 1,17 miljoen.
2.6 Xxxxxxxx Xxxxxx EUR 6.433,73 Vrij boedelactief EUR 6.433,73
Alleen het hoofdkantoor beschikt over een eigen kas. Het kassaldo bedraagt per 6 oktober 2015 EUR 6.433,73.
2.7 Banktegoeden Waarde EUR 2.883.592,41 Vrij boedelactief EUR 2.883.592,41
Het saldo van de derdenrekening bij UniCredit Bank AG met nummer 15996058 bedraagt per 6 oktober 2015 EUR 2.883.592,41.
Het tegoed op de zakelijke rekening bij Commerzbank AG met nummer 226222800 ten tijde van de overname van het beheer van de kasmiddelen door mij alsmede de betalingen die daarna zijn ontvangen op deze rekening, heeft de bank op mijn verzoek overgemaakt op de derdenrekening, zodat het saldo van deze zakelijke rekening op dit moment EUR 0,00 bedraagt.
3. Verhaalsvorderingen Vrij boedelactief EUR 0,00
De boekhouding van de schuldenaar is door mij ingezien, en ik heb bij de directie geïnformeerd naar het bestaan van vennootschapsrechtelijke en pauliaanse vorderingen.
Voor aanspraken jegens derden, bijvoorbeeld op grond van de voldoening van schuldeisers ten nadele van de boedel als bedoeld in § 130 tot en met § 132 van de Duitse InsO of verdachte transacties als bedoeld in § 133 lid 1 van de Duitse InsO, zijn geen aanknopingspunten aangetroffen. In het bijzonder is geen sprake van executiemaatregelen. Voor zover ik heb kunnen vaststellen zijn evenmin dubieuze termijnbetalingen overeengekomen of verricht, omdat tot het tijdstip van de
insolventieaanvraag met betrekking tot Imtech Deutschland GmbH & Co. KG steeds voldoende liquide middelen voor de betaling van opeisbare schulden vanuit de cash-pool beschikbaar waren.
Pauliaanse vorderingen komen derhalve ten hoogste binnen het concern in verband met de cash-pool en overkoepelende avalovereenkomsten in aanmerking. Zij zullen echter in de regel naast de rechtstreekse contractuele (terug)betalingsaanspraken c.q. verrijkingsrechtelijke aanspraken slechts subsidiaire betekenis hebben. In verband met de terugbetaling van vanuit de cash-pool verstrekte leningen komen met name jegens Imtech Deutschland GmbH & Co. KG, de vennootschap die aan het hoofd stond van de pool en tevens indirect aandeelhouder van de schuldenaar is, pauliaanse vorderingen als bedoeld in § 135 lid 1 van de Duitse InsO in aanmerking.
In verband met de afdracht van aanwezige liquiditeit aan de cash-pool kan bovendien sprake zijn van aansprakelijkheidsclaims jegens de directie, met name op grond van § 30, § 31, § 43 en § 64 van het Duitse GmbHG.
Omdat definitieve controle van deze aanspraken pas na inzage in en analyse van de totale boekhouding en met name vaststelling van de onderlinge vorderingsverhoudingen tussen de ondernemingen binnen het concern mogelijk is, noteer ik hier voorlopig geen waarde.
4. Resultaat activa
De waarde van de vaste en vlottende activa bedraagt in totaal:
EUR 8.622.677,14.
De beschikbare vaste en vlottende activa belopen, na aftrek van de pand- en afscheidingsrechten en rekening houdend met de forfaitaire kosten:
EUR 7.420.147,34.
Dit bedrag komt overeen met het totale vrije boedelactief dat beschikbaar is ter dekking van de kosten.
VIII. Vermogenssituatie – passiva
De schuldenaar heeft (subsidiaire) verbintenissen jegens circa 450 schuldeisers voor een bedrag van in totaal circa EUR 19.071.000,00. Deze verbintenissen omvatten:
- Leveringen en dienstverlening | EUR | 6.258.000 |
- Arbeidsbureau („Agentur für Arbeit") (insolventiefonds) | EUR | 2.800.000 |
- Sociale premies | EUR | 248.000 |
- Belastingen | EUR | 30.000 |
- Aandeelhouders/verbonden ondernemingen | EUR | 943.000 |
- Voorzieningen op grond van avalverplichting | EUR | 4.000.000 |
- Overige voorzieningen | EUR | 3.737.000 |
- Overige verbintenissen EUR 1.055.000
- Totale schuld EUR 19.071.000
Hiervan is een bedrag van EUR 7.591.000,00 opeisbaar en ingevorderd. Dit betreft de verbintenissen uit leveringen en dienstverlening, belastingen en sociale premies alsmede de overige verbintenissen. De vorderingen van het arbeidsbureau („Agentur für Arbeit") op grond van de betaling van bedragen uit het insolventiefonds ter hoogte van EUR 2.800.000,00 worden opeisbaar op het moment dat wordt besloten tot opening van de insolventieprocedure.
De vorderingen van de verbonden ondernemingen zijn voor een bedrag van EUR 686.000,00 achtergesteld, omdat het vorderingen betreft op grond van kredieten van vennootschappen die ten minste indirect deelnemen in de schuldenaar, zoals de vennootschap die aan het hoofd stond van de pool en de grootmoeder van de schuldenaar. Dit geldt niet voor de eveneens in de verbintenissen jegens verbonden ondernemingen opgenomen vordering van dochtermaatschappij Fire Safety s.r.o. van circa EUR 257.000,00.
Er zijn geen achterstellingen bekend.
IX. Reden van insolventie
1. Betalingsonmacht
Er is sprake van betalingsonmacht wanneer de schuldenaar zijn opeisbare betalingsverplichtingen niet kan nakomen (§ 17 lid 2 eerste volzin van de Duitse InsO). Dat is in de regel het geval wanneer de schuldenaar niet in staat is om binnen drie weken aan ten minste 90% van zijn totale opeisbare verbintenissen te voldoen, en het liquiditeitstekort derhalve ten minste 10% bedraagt. Een vordering is in de regel opeisbaar wanneer een handeling van een schuldeiser is vastgesteld waaruit in het algemeen diens intentie blijkt om van de schuldenaar voldoening te verlangen.
De liquide middelen van de schuldenaar in de vorm van kasmiddelen en banktegoeden bedragen in totaal circa EUR 2.890.000,00. Daar staan opeisbare verbintenissen van in totaal circa
EUR 7.591.000,00 tegenover. Er is geen mogelijkheid dit liquiditeitstekort van ruim meer dan 10% te verhelpen. De vorderingen van de schuldenaar en de half voltooide werkzaamheden kunnen niet voor een aanzienlijk gedeelte op korte termijn worden geïnd. Hieruit volgt dat de schuldenaar onmachtig is om te betalen.
2. Te grote schuldenlast
Een rechtspersoon heeft een te grote schuldenlast wanneer het vermogen niet toereikend is om de bestaande verbintenissen te dekken, tenzij de onderneming naar alle waarschijnlijkheid zal kunnen worden voortgezet (§ 19 lid 2 eerste volzin van de Duitse InsO). Dit laatste is aannemelijk wanneer de financiële draagkracht van de vennootschap op middellange termijn volstaat om de onderneming voort te zetten.
De prognose ten aanzien van voortzetting van de schuldenaar is in de situatie waarin het Imtech- concern, waartoe de schuldenaar behoort, zich op dit moment bevindt, zonder nieuwe investeerder niet gunstig. Het vermogen van in totaal circa EUR 8.623.000,00 is niet toereikend om de bestaande verbintenissen van circa EUR 19.071.000,00 na te komen. Hieraan zou ook de aanname van boekwaarden zonder de in het kader van het onderhavige deskundigenrapport doorgevoerde, hierboven beschreven waardecorrecties, met name bij de vorderingen uit leveringen en diensten, niets veranderen. De schuldenaar heeft derhalve een te grote schuldenlast.
3. Materiële insolventie
Na inzage in de financiële administratie ga ik ervan uit dat de faillissementsgronden uiterlijk zijn ontstaan op het tijdstip waarop de liquiditeitsstroom door de leidinggevende vennootschappen in
verband met hun insolventie is onderbroken. Dit dient evenwel nog nader te worden onderzocht, na opening van de insolventieprocedure.
X. Dekking van de procedurekosten
De kosten van een insolventieprocedure kunnen, bij betwiste aanname van een normvergoeding voor de voorlopige bewindvoerder van 60% van de normvergoeding voor een curator, als volgt worden becijferd:
- Gerechtskosten (drievoudige proceskosten) | EUR | 85.668,00 |
- Vergoeding deskundige, bruto | EUR | 2.099,46 |
- Vergoeding voorlopige bewindvoerder, netto (80%) | EUR | 140.922,36 |
- Onkosten voorlopige bewindvoerder, netto | EUR | 500,00 |
- Normvergoeding curator, netto (100%) | EUR | 176.152,95 |
- Onkosten curator voor twee jaar, netto EUR 6.000,00
- Totale procedurekosten EUR 411.342,77
Tegenover deze procedurekosten staat een beschikbare boedel van EUR 7.420.147,34. De kosten van een insolventieprocedure zijn derhalve naar verwachting gedekt.
XI. Resultaten
Er zijn gronden om het faillissement uit te spreken. De schuldenaar is betalingsonmachtig en heeft een te grote schuldenlast.
Er bestaan voortzettingsmogelijkheden.
De waarde van de boedel volstaat om de procedurekosten te dekken.
XII. Suggesties
Op grond van mijn conclusies, zoals vastgelegd in het onderhavige deskundigenrapport, stel ik voor de insolventieprocedure te openen.
Ondanks het aantal van circa 450 schuldeisers kunnen de vergadering van schuldeisers voor de besluitvorming over het verloop van de insolventieprocedure op basis van mijn rapport en de vergadering van schuldeisers tot verificatie van de schuldvorderingen gezamenlijk plaatsvinden, aangezien het voor het merendeel kleine schuldeisers en buitenlandse schuldeisers betreft, die deze vergaderingen naar alle waarschijnlijkheid niet zullen bijwonen.
Verder stel ik voor om met het oog op de besluiten die op korte termijn dienen te worden genomen de benoeming van de bestaande voorlopige commissie van schuldeisers te bevestigen, en de huidige leden daarvan definitief te benoemen.
Verzocht wordt om opening van de insolventieprocedure op 9 oktober 2015.
Xxxxxxx, 0 oktober 2015
Xx. Xxxxx Xxxxx, advocaat
als deskundige
[handtekening]