VASTSTELLINGSOVEREENKOMST
VASTSTELLINGSOVEREENKOMST
PARTIJEN
1. de publiekrechtelijke rechtspersoon Gemeente Haarlem, zetelende te Haarlem, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar
burgemeester de xxxx xxx. X. Xxxxxx KLHUQD WHde QRHPHQ gemeente´, enerzijds
en
2. de stichting Stichting Salomo, Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar bestuurder Xxx Xxxxxxx, die in de onderhandelingen heeft opgetreden als penvoerder namens de partijen 3, 4 en 5;
3. de stichting Stichting Katholiek Basisonderwijs Haarlem-Schoten, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter van het bestuur Xxx xx Xxxxxxx;
4. de stichting Stichting Katholiek en Interconfessioneel (RK/PC) Onderwijs ³Sint Bavo´, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar bestuurder Xxxxx Xxxxxxxxx;
5. de stichting Stichting Vrijescholen Ithaka, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter van het College van Bestuur Xxxxxx xxx xxx Xxxxxxx;
alle gevestigd te Haarlem, hierna tezamen te QRHPHQ ³GH , VWLFKWLQ
anderzijds OVERWEGINGEN
a. Bij besluit van 1 maart 2011 heeft het college van burgemeester en
wethouders van de gemeente de kosten voor openbare speciale scholen voor basisonderwijs 2008 vastgesteld (kenmerk STZ/JOS/2011/49932). Daarbij is het overschrijdingspercentage, en daarmee het overschrijdingsbedrag, vastgesteld op nihil.
b. Bij besluit van eveneens 1 maart 2011 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente de kosten voor openbaar primair onderwijs 2006-2008 vastgesteld (kenmerk
STZ/JOS/20n/49936). Daarbij is het overschrijdingspercentage, en daarmee het overschrijdingsbedrag, eveneens vastgesteld op nihil.
c. De stichtingen hebben op 6 april 2011 tegen deze beide besluiten administratief beroep ingesteld bij Gedeputeerde Staten van Noord-
Holland KLHUQD ³*HGHS. XWHHUGH 6WDWHQ´
d. Bij besluit van 11 maart 2015 hebben Gedeputeerde Staten deze beroepen ongegrond verklaard (kenmerk 60106/568844).
e. De stichtingen hebben op 21 april 2015 tegen dit besluit van Gedeputeerde Staten beroep ingesteld bij de rechtbank Noord-
Holland, zittingsplaats Haarlem KLHUQD ³G. H UHFKWEDQN´
f. In deze procedure waren de stichtingen eiseressen en Gedeputeerde Staten verweerder, en was het college van burgemeester en wethouders van de gemeente derde-partij.
g. De rechtbank heeft bij beslissing van 11 maart 2016 het beroep van de stichtingen gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, Gedeputeerde Staten opgedragen een nieuw besluit te nemen op het administratief beroep van de stichtingen met inachtneming van haar uitspraak, Gedeputeerde Staten veroordeeld in de proceskosten van
GH VWLFKWLQJHQ W9R9W2,- eHn GHeQde puEteHerGdeUSDtaJten YDQ ¼ RSJHGUDJHQ KHW EHWDD16O7,G- aHan dJe sUticLhItinIgeLn Hte UHFKW YDQ vergoeden (zaaknummer HAA 15/1794).
h. Noch (een van) de stichtingen noch Gedeputeerde Staten noch de gemeente heeft tegen deze uitspraak van de rechtbank een rechtsmiddel aangewend.
i. Sinds de uitspraak van de rechtbank is de zaak opnieuw in behandeling bij Gedeputeerde Staten (kenmerk 609245/914847).
j. In deze procedure zijn de stichtingen appellanten en is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente verweerder.
k. Op 18 september 2017 heeft bij Gedeputeerde Staten een hoorzitting plaatsgevonden.
l. Gedeputeerde Staten hebben nog geen beslissing genomen.
m. Vanaf het moment dat de stichtingen tegen de hierboven onder a. en
b. genoemde besluiten administratief beroep hebben ingesteld, hebben partijen regelmatig met elkaar overleg gevoerd om te proberen hun geschil door middel van een overeenkomst te beëindigen.
n. Deze onderhandelingen hebben eindelijk tot overeenstemming geleid.
o. Partijen wensen de afspraken die zij hebben gemaakt vast te leggen in deze overeenkomst.
2