Contract
Deze overeenkomst is het afsprakenkader voor het Zoet Zout Knooppunt als samenwerkingsverband tussen de deelnemende organisaties.
1. Samenwerking
− In het Zoet Xxxx Xxxxxxxxx werken de deelnemende organisaties samen aan het realiseren van de onder (2) genoemde doelstellingen;
− Het Zoet Zout Knooppunt wordt gedragen door de deelnemende organisaties in de kustzone van Nederland, onderscheiden naar 3 regios:
o Deelnemers in de regio Noord zijn: Provinsje Fryslân, Wetterskip Fryslân, Waterschap Noorderzijlvest, Provincie Groningen;
o Deelnemers in de regio Holland zijn: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord Holland en Provincie Noord-Holland;
o Deelnemers in de regio Zuid zijn: Provincie Zeeland, Waterschap Scheldestromen;
− Het Zoet Zout Knooppunt wordt ondersteund vanuit de landelijke waterprogramma’s door het Deltaprogramma Zoetwater (Ministerie van I&W), STOWA en RWS/WVL.
2. Doelstelling
− Het Zoet Zout Knooppunt heeft primair betrekking op verziltingsgevoelige gebieden in de 5 kustprovincies en ontsluit en verbindt regionale en landelijke netwerken rond afnemende zoetwaterbeschikbaarheid als gevolg van verzilting;
− Het Zoet Zout Knooppunt opereert nadrukkelijk vanuit een bredere context ten aanzien van zoetwaterbeschikbaarheid en verzilting. Het ZZK is verbonden met en aanvullend op het Deltaprogramma Zoetwater en richt zich nadrukkelijk op het ontsluiten en verbinden van de regionale netwerken. Voor de Noordelijke provincies en de Kop van Noord Holland wordt de (initiële) inhoudelijke component van het Zoet Zout Knooppunt gevormd vanuit het project ‘Aanpak regie verzilting Noord Nederland’.
− Het Zoet Zout Knooppunt is gericht op de volgende subdoelstellingen:
o Realiseren van impact in de regio: de uitdaging om te handelen met een toenemende druk van zout op zoet speelt zich af in de regio. Hier zitten de gebruikers (natuur, landbouw, bewoners, drinkwaterbedrijven, etc.) die direct de effecten ervaren en die door slimme oplossingen de gevolgen van toenemende druk van zout (voor iedereen) kunnen beperken. Kennis en expertise over deze slimme oplossingen moet breed worden gedeeld en toegepast in de regio’s om echt impact te creëren. Synergie en samenwerking is nodig om tot impact te komen.
o Vergroten van kennis, bewustwording en handelingsperspectief: in het landelijk netwerk is een schat aan informatie en kennis aanwezig die van groot belang is voor de regio. Het gaat hierbij zowel om de duiding van de effecten van klimaatverandering als om de duiding van de effecten van maatregelen om hiermee om te gaan. Vertaling naar bruikbare informatie en handelingsperspectief draagt bij aan de bewustwording in het algemeen en de toepassing van maatregelen door gebruikers in het bijzonder.
o Delen van praktijkkennis en ervaring: praktijkkennis en ervaring zit met name bij de gebruikers in de regio. Het delen van goede voorbeelden en praktijkexpertise tussen regio’s helpt om sneller voortgang te boeken.
o Ondersteunen bij vraagarticulatie: omgaan met een toenemende druk van zout op zoet levert vele vragen op bij gebruikers. Zij worden geconfronteerd met andere omstandigheden waarbinnen zij hun doelen moeten halen (oogsten, waterwinning, etc.). Door ophalen en bundelen van de vragen van gebruikers in en tussen de regio’s kan er een
betere voeding en richting worden gegeven aan het onderzoek dat veelal landelijk gecoördineerd en uitgevoerd wordt.
3. Organisatie en werkwijze
− De organisatie van het Zoet Xxxx Xxxxxxxxx is weergegeven in onderstaande figuur. Hierin zijn aangegeven de regiomakelaars, de regionale regie groepen, de landelijke regiegroep en de landelijke programma’s.
a) Regiomakelaar
▪ De functie van regiomakelaar wordt bij voorkeur bij 1 persoon belegd. Indien gekozen wordt voor een invulling als deeltaak bij meerdere personen is één van deze personen het primaire aanspreekpunt in de regio voor de andere regiomakelaars en voor de landelijke programma’s.
▪ Draagt zorg voor de communicatie met de stakeholders in de regio in relatie tot de verziltingsproblematiek en -oplossingen;
▪ Xxxx actief op bezoek bij de stakeholders en fungeert tevens als loket voor vragen in relatie tot verzilting en weet daarbij de juiste verbindingen te leggen;
▪ Draagt bij aan een heldere probleemanalyse en het (met de stakeholders) formuleren van een regionale strategie voor de aanpak van de verziltingsproblematiek;
▪ Verzamelt problemen en oplossingen bij eindgebruikers en bespreekt deze met de regiomakelaars uit de andere regio’s, de contactpersonen van
Deltaprogramma Zoetwater Regio’s en de contactpersonen bij landelijke
organisaties;
▪ Ondersteunt initiatiefnemers bij de ontwikkeling van projecten en pilots;
▪ Verbindt, onder meer door het vertalen van wetenschappelijke kennis naar handelingsperspectief voor de stakeholders, zoals agrarische ondernemers, terreinbeheerders, maatschappelijke organisaties, maar ook beleidsambtenaren van gemeenten, waterschappen en provincies;
▪ Brengt regionale uitdagingen en oplossingen onder de aandacht van een nationaal publiek door actief te participeren in de organisatie van landelijke
(kennis-)dagen van bijvoorbeeld het Deltaprogramma Zoet Water en het RWS Zoet Zout Platform;
▪ Overlegt tenminste tweewekelijks met zijn/haar collega regiomakelaars om actuele zaken uit te wisselen en daarnaast op adhoc basis voor zover relevant;
▪ Onderhoudt op regelmatige basis contact met de vertegenwoordigers van de landelijke programma’s om op de hoogte te blijven van actuele ontwikkelingen en om bij te dragen aan de kennisuitwisseling tussen het regionale en landelijke nivo;
▪ Eén van de regiomakelaars fungeert als primus interparus en borgt de onderlinge afstemming alsmede de afstemming met de vertegenwoordigers van de landelijke programma’s;
▪ Legt verantwoording af aan de regiegroep, waarmee de regiomakelaars tenminste eenmaal per zes maanden een gezamenlijk overleg voeren.
b) Landelijke Regiegroep
▪ bestaat uit één vertegenwoordiger namens de regionale deelnemers (één voor elke regio), alsmede een vertegenwoordiger namens de landelijke
programma’s;
▪ borgt de realisatie van de doelstellingen van het ZZK;
▪ borgt de samenhang tussen de regio’s onderling en met de landelijke programma’s;
▪ opereert als functioneel opdrachtgever van de regiomakelaars;
▪ overlegt xxxxxxxxx eenmaal per zes maanden met de regiomakelaars in een gezamenlijk overleg;
▪ Informeert het bestuurlijk overleg tenminste eenmaal per jaar over de behaalde resultaten.
c) Regionale Regiegroep
▪ bestaat uit de financierende organisaties in elk van de regio’s;
▪ besluit over de onderlinge verdeelsleutel met betrekking tot de financiering van de regiomakelaar;
▪ besluit over de deeltijdsduur van de regiomakelaar, waarbij tenminste een deeltijdsfactor van 0.6 wordt aangehouden;
▪ werft een voor de regio geschikte regiomakelaar, waarbij het basisprofiel voor een ZZK regiomakelaar als uitgangspunt dient;
▪ wijst één deelnemer aan die als contractuele opdrachtgever van de regiomakelaar optreedt.
d) Landelijke programma’s
▪ betreft de relevante beleids- en of kennisprogramma’s met betrekking tot de zoetwaterbeschikbaarheid en verzilting, waaronder in ieder geval het Deltaprogramma Zoetwater, de zoetwaterregio’s en (een deel van) het werkveld van STOWA;
▪ wijzen één of meer vertegenwoordigers aan die namens deze programma’s als
aanspreekpunt dienen voor de regiomakelaars (en vv);
▪ kunnen de regiomakelaars benutten om kennis en informatie uit de regio’s te
betrekken in de landelijke ontwikkelingen en activiteiten;
▪ onderhouden (via hun vertegenwoordigers) contact met de regiomakelaars over relevante ontwikkelingen en activiteiten;
e) Bestuurlijk overleg [discussiepunt: is een BO nodig/wenselijk?]
▪ bestaat uit een bestuurder namens elk van de regionale deelnemende organisaties;
▪ is formeel opdrachtgever van het Xxxx Xxxx Xxxxxxxxx;
▪ overlegt tenminste eenmaal per jaar;
▪ besluit over voortzetting of beëindiging van het ZZK op voordracht van de regiegroep;
4. Locatie
− Het Zoet Zout Knooppunt heeft geen fysieke vestigingsplaats;
− De regiomakelaars werken vanuit hun eigen standplaats in de regio. Daarnaast is het voor de toegankelijkheid voor eindgebruikers praktisch als de regiomakelaar verschillende locaties in de regio als uitvalsbasis/flexwerkplek kan gebruiken.
5. Financiën
− De regionale deelnemers dragen gezamenlijk de kosten voor de regiomakelaars, waarbij de deelnemers per regio de kosten dragen voor de regiomakelaar in hun regio volgens een verdeelsleutel die wordt vastgesteld in de regionale regiegroep.
− Per regio treedt één van de deelnemers op als contractpartner (danwel werkgever) voor de regiomakelaar en verhaalt de kosten volgens de afgesproken verdeelsleutel bij de overige deelnemers in de regio;
− De kosten van de regiomakelaar bestaan uit de personele kosten alsmede een beperkt budget voor proceskosten (zaalhuur, deelname conferentie, etc.);
− De kosten gemaakt door de vertegenwoordigers van de landelijke programma’s worden gedragen door de organisaties achter deze programma’s;
− Financiering van afzonderlijke projecten wordt gedragen door de initiatiefnemers van deze projecten en maken geen onderdeel uit van het Zoet Xxxx Xxxxxxxxx.
6. Geschillen
− In geval van een geschil tussen de deelnemers zullen deze trachten het geschil in der minne te schikken. Daartoe zullen Partijen in eerste instantie overleg voeren tussen de directies van de Partijen
7. Duur van de samenwerking
− De samenwerking van de deelnemers in het Zoet Zout Knooppunt wordt aangegaan voor een periode van twee jaar;
− Na het eerste jaar van de samenwerking zal deze worden geëvalueerd, waarbij de mate waarin de doelstellingen van het ZZK zijn gerealiseerd en de rol van de verschillende onderdelen van het ZZK hierin (regiomakelaars, regiegroep, regionale regiegroepen, landelijke programma’s en het bestuurlijk overleg) leidend is;
− Bij een negatieve uitkomst van de evaluatie zonder zicht op verbetering kan het bestuurlijk overleg besluiten tot voortijdige beëindiging van het ZZK;
− Zes maanden voor de afloop van de samenwerking doet de regiegroep een voorstel aan het bestuurlijk overleg over eventuele voortzetting van de samenwerking (zowel de duur als de wijze waarop). Het bestuurlijk overleg besluit hierover op een redelijke termijn zodat bij besluit tot voortzetting voldoende tijd beschikbaar is om een geruisloze verlenging te realiseren.