Gezamenlijke huishouding Voorbeeldclausules

Gezamenlijke huishouding. Er is sprake van het voeren van een Gezamenlijke huishouding met een Partner als: • de Partner in het samenlevingscontract, indien hier sprake van is, als begunstigde van het partnerpensioen is aangewezen onder herroeping van een eventuele eerdere begunstiging en de Partner en de (Gewezen) Deelnemer of de Gepensioneerde gedurende zes maanden onafgebroken staan ingeschreven in het bevolkingsregister op hetzelfde adres. Indien er geen sprake is van een samenlevingscontract, de Partner met wie de (Gewezen) Deelnemer of de Gepensioneerde minimaal vijf jaar onafgebroken staat ingeschreven op hetzelfde adres in de Basisregistratie Personen (BRP). Indien er meerdere partners zijn, de Partner die door het Bestuur is aangewezen als Partner in de zin van dit Pensioenreglement. Er wordt slechts aan één Partner partnerpensioen toegekend; en • de Partner geen bloed- of aanverwant in de rechte lijn van de (Gewezen) Deelnemer of de Gepensioneerde is; en • in het samenlevingscontract, indien hier sprake van is, voor ieder van de partners een eenzijdige opzeggingsmogelijkheid van het samenlevingscontract door middel van een aangetekend schrijven aan de andere partner of aan de notaris, bewaarder van de notariële akte, is opgenomen; en • de Partner en de (Gewezen) Deelnemer of de Gepensioneerde beide ongehuwd zijn of beide niet een wettig geregistreerd partnerschap zijn aangegaan. De aanvangsdatum van de Gezamenlijke huishouding met een samenlevingscontract is de datum waarop het samenlevingscontract notarieel is verleden. Indien de samenleving is aangevangen vóór de datum waarop de Gezamenlijke huishouding is aangevangen én deze datum is opgenomen in het samenlevingscontract of door de partners gezamenlijk schriftelijk en ondertekend aan het Fonds is meegedeeld, wordt deze periode meegeteld voor de bepaling van de duur van de Gezamenlijke huishouding. De aanvangsdatum van de Gezamenlijke huishouding zonder samenlevingscontract is de datum waarop de hiervoor genoemde periode van 5 jaar is verstreken zoals moet blijken uit de Basisregistratie Personen (BRP).
Gezamenlijke huishouding. Hiervan is sprake als:
Gezamenlijke huishouding. De relatie tussen twee ongehuwde personen die geen van beiden een geregistreerd partnerschap of andere gezamenlijke huishouding hebben, als zij in de basisregistratie personen op één adres zijn ingeschreven en geen bloed- of aanverwant in rechte lijn van elkaar zijn en:
Gezamenlijke huishouding. Hiervan is in dit reglement sprake als: • uit een door een Deelnemer aan het Fonds verstrekt notarieel verleden samenlevingscontract blijkt dat de (Gewezen) Deelnemer of de Gepensioneerde met een andere persoon ten minste een half jaar een gezamenlijke huishouding voert; én • deze persoon in het samenlevingscontract als begunstigde van het partnerpensioen is aangewezen onder herroeping van eerdere begunstiging. Indien bedoelde aanwijzing of herroeping ontbreekt of er meerdere partners zijn aangewezen, beslist het bestuur. Er wordt slechts aan één aangewezen partner partnerpensioen toegekend; én • deze persoon ongehuwd is of niet een wettig geregistreerd partnerschap is aangegaan en geen bloed- of aanverwant in de rechte lijn van de (Gewezen)Deelnemer of de Gepensioneerde; én • de (Gewezen) Deelnemer of gepensioneerde ongehuwd is of niet een wettig geregistreerd partnerschap is aangegaan; én • er sprake is van een onafgebroken inschrijving in het bevolkingsregister op hetzelfde adres.
Gezamenlijke huishouding. Voor een gezamenlijke huishouding geldt: U bent geen bloed- of aanverwanten in de eerste graad van elkaar. En u woont allebei op hetzelfde adres. Dat laatste moet blijken uit de Basisregistratie personen (BRP). Verder voldoet u aan één van de twee voorwaarden: • u bent met elkaar een samenlevingsovereenkomst aangegaan. Daarin moet staan dat u met elkaar een gezamenlijke huishouding voert. En dat u voor elkaar en voor elkaars huisvesting zorgt. De samenlevingsovereenkomst moet in een notariële akte te zijn vastgelegd. of • u woont xxxxxx dan drie jaar samen met uw partner. In dat geval is een samenlevingsovereenkomst niet nodig. Heeft u een tijd niet op hetzelfde adres gewoond? Dan tellen we de periodes van samenwonen bij elkaar op. Behalve als u langer dan één jaar niet hebt samengewoond. De gezamenlijke huishouding begint op de datum die blijkt uit de samenlevingsovereenkomst of uit de datum van notariële vastlegging van deze overeenkomst. Maar nooit eerder dan de datum die blijkt uit de BRP. Woont u langer dan drie jaar samen? In dat geval begint de gezamenlijke huishouding op de datum van inschrijving in de BRP. Of op de datum dat uw samenlevingsovereenkomst ingaat als dit een latere datum is. U heeft geen gezamenlijke huishouding meer als u volgens de BRP niet meer op hetzelfde adres woont. Beëindigt u de samenlevingsovereenkomst terwijl u beiden nog op hetzelfde adres woont? Dan stopt de gezamenlijke huishouding eerder, namelijk op het moment dat de samenlevingsovereenkomst niet meer geldt.
Gezamenlijke huishouding. Een situatie waarin twee hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en allebei een bijdrage in de kosten van de huishouding leveren en/of op andere manieren in elkaars verzorging voorzien.
Gezamenlijke huishouding. Van een Gezamenlijke huishouding is sprake wanneer een (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en een ander persoon onafgebroken op hetzelfde adres ingeschreven staan in de Basisregistratie personen (BRP) en voldoen aan de volgende eisen: geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, een notarieel verleden (officieel door de notaris vastgestelde) samenlevingscontract gesloten, waaruit een verzorgingskarakter blijkt; of deze personen een Gezamenlijke huishouding voeren en waaruit een verzorgingskarakter blijkt. Als het verzorgingskarakter niet duidelijk blijkt uit het notarieel verleden samenlevingscontract of de samenlevingsverklaring dan kan de Gezamenlijke huishouding alsnog door de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde en/of deze andere persoon worden aangetoond door middel van aanvullende bewijsstukken. Een opsomming van deze aanvullende documenten is opgenomen in de Beleidsregels. Ook eventuele aanvullende voorwaarden zijn vastgelegd in deze Beleidsregels.
Gezamenlijke huishouding van een gezamenlijke huishouding van de ongehuwde deelnemer of gepensioneerde met een ongehuwde persoon is in het reglement sprake indien: een notariële samenlevingsovereenkomst is verleden waaruit blijkt dat de ongehuwde deelnemer of gepensioneerde met de betreffende ongehuwde persoon een gezamenlijke huishouding voert; of een notariële samenlevingsverklaring is afgegeven waaruit blijkt dat de ongehuwde deelnemer of gepensioneerde met de betreffende ongehuwde persoon een gezamenlijke huishouding voert.
Gezamenlijke huishouding. Niet gedekt is de aansprakelijkheid voor schade aan zaken van personen met wie een verzekerde een gezamenlijke huishouding voert.
Gezamenlijke huishouding. De man of vrouw met wie de (gewezen) deelnemer vóór de pensioeningangsdatum gedurende ten minste zes maanden samenleeft op basis van een samenlevings- overeenkomst. De samenlevingsovereenkomst dient voor een notaris verleden te zijn en het volgende moet daarin vermeld zijn: a. de naam, de geboortedatum en de burgerlijke staat van de deelnemer en zijn/haar partner; b. de aanvangsdatum van de gezamenlijke huishouding (eventueel met vermelding van het adres); c. enige vermogensrechtelijke bepalingen (bijvoorbeeld een regeling met betrekking tot de verdeling van de kosten van de huishouding). Indien de deelnemer om privacy redenen geen inzicht wenst te geven in de samenlevingsovereenkomst, dan dient de deelnemer de notaris te verzoeken om, naast de samenlevingsovereenkomst, een verklaring op te stellen, waarin de gegevens onder a tot en met c zijn vermeld en waarin staat dat in de samenlevingsovereenkomst enige vermogensrechtelijke bepalingen zijn opgeno- men.