Week definitie

Week. Een periode van 7 etmalen, waarin de eerste aanvangt bij het begin van de eerste dienst op maandagochtend;
Week. Van zondag 00.00 uur tot zaterdag 24.00 uur.
Week de dagen van maandag tot en met zondag;

Examples of Week in a sentence

  • Week 1 tot en met 52 (eerste jaar): u krijgt het door u gekozen percentage van het verzekerd jaarloon.

  • Voorbeeld: Week 53 tot en met 104 (tweede jaar): u krijgt het door u gekozen percentage van het verzekerd jaarloon.


More Definitions of Week

Week de aaneengesloten periode van zondag 00:00 uur tot de daaropvolgende zaterdag 24:00 uur.
Week. Een volle kalenderweek, aanvangend op maandag.
Week een periode van 7 opeenvolgende etmalen, waarvan de eerste aanvangt op maandagochtend 0.00 uur.
Week een periode van 7 dagen, beginnend op maandag.
Week de kalenderweek die begint op maandag om 0.00 uur en eindigt op zondag om 24.00 uur.
Week een aaneengesloten periode van zondag 22.00 uur LT t/m zondag 21.50 uur LT daaropvolgend
Week. Een periode van zeven dagen, waarvan de eerste dag aanvangt bij het begin van de eerste dienst op maandagochtend