Koper. De (RDW-)erkende voertuighandelaar, zijnde een natuurlijk persoon (eenmanszaak) of een rechtspersoon, die een Bieding heeft uitgebracht welke is geaccepteerd door een Verkoper.
Koper. Het Bedrijf of de Consument die een Overeenkomst (op afstand) aangaat met Verkoper.
Koper de Staat der Nederlanden of elke andere koper die van deze Inkoopvoorwaarden gebruik maakt;
Examples of Koper in a sentence
Alle risico’s met betrekking tot het geleverde zijn vanaf het tijdstip van levering voor Koper.
Vanaf het tijdstip waarop Koper de goederen in ontvangst had behoren te nemen zijn de verkochte producten eveneens voor zijn rekening en risico.
Afwijkingen van overeengekomen aard en hoedanigheid, voor zover binnen de grenzen van hetgeen in de handel in het betrokken product gebruikelijk is, geven geen recht aan Koper tot reclame.
More Definitions of Koper
Koper de Bieder aan wie Toewijzing heeft plaatsgevonden;
Koper. Organisatie die nadere inlichtingen over de aanbestedingsprocedure verstrekt Organisatie die het contract ondertekent
Koper de wederpartij van gebruiker, handelend in de uitoefening van beroep of bedrijf; Overeenkomst: de overeenkomst tussen gebruiker en koper.
Koper wordt hieronder verstaan de aspirant-koper, aspirantopdrachtgever en in het algemeen de wederpartij van verkoper bij de in lid 2 bedoelde rechtshandelingen en overeenkomsten.
Koper. Het Bedrijf dat een Overeenkomst (op afstand) aangaat met Verkoper.
Koper. Organisatie die het contract ondertekent
Koper wederpartij van Xxxxxxxx.