Dag definitie

Dag kalenderdag;
Dag. Een kalenderdag van 00.00 uur tot 24.00 uur.
Dag elke dag of dagdeel waarop de werknemer met inachtneming van artikel G-2, derde lid zijn werkzaamheden dient te verrichten; Deeltijdbetrekking: betrekking waarvan de omvang kleiner is dan een normbetrekking;

Examples of Dag in a sentence

  • De Maandelijkse Settlementsvergoeding voor Vervoersonevenwicht (MTISFm,g) wordt voor iedere Dag d berekend als de som van de Vervoersonevenwichten per uur (TIh,g) voor Netgebruiker g, vermenigvuldigd met de Gasprijs (GPd) voor de beschouwde Dag.

  • Dag Een periode van 24 uur die aanvangt om 00.00 uur CET ‘s ochtends en eindigt om 24:00 uur CET ‘s nachts; Elia-net Het elektriciteitsnet waarvan Xxxx het eigendomsrecht of ten minste het gebruiks- en exploitatierecht bezit en waarvoor Xxxx is aangeduid als netbeheerder; Xxxx Xxxxxxxxxxxx Een Netgebruiker die is aangesloten op het Elia-net; Netgebruiker Zoals gedefinieerd in Art.

  • Om een offerte op te stellen, maken we gebruik van de volgende prijsschatting (in c€/kWh): Enkelvoudige meter: 21,98 ; Dag: 21,98 ; Nacht: 21,98 ; Exclusief nacht: 21,98.


More Definitions of Dag

Dag. Elke dag die volgens het werkrooster/schema van werkzaamheden dan wel het lesrooster een werkdag is van de instelling. Een dag kan worden verdeeld in twee halve dagen.
Dag een periode van 24 uur, die aanvangt aan het begin van de eerste in de ochtend eindigende dienst. Voor locaties waarin niet in ploegendienst wordt gewerkt, vangt de dag aan te 00.00 uur.
Dag een werkbare kalenderdag;
Dag een periode van 24 uur, beginnende om 00.00 uur.
Dag. D”: om het even welke kalenderdag waarop de uitvoering van een Nominatie gepland wordt;
Dag. D-1”: de kalenderdag voor Dag D;
Dag. Een aaneengesloten periode van 24 uur, die aanvangt aan het begin van de eerste in de ochtend eindigende dienst. Waar niet in ploegendienst wordt gewerkt, vangt de dag aan te 0.00 uur. Zie voorts hoofdstuk 2 artikel 6.3.1.