Vruchtgebruik Voorbeeldclausules

Vruchtgebruik. Wanneer een Rekening wordt opgesplitst in vruchtgebruik en blote eigendom: - behoudt KBC Securities zich het recht voor de uitvoering van verrichtingen met betrekking tot deze Rekening afhankelijk te stellen van een voorafgaand akkoord tussen al de blote eigenaars en de vruchtgebruikers of een gezamenlijke instructie van (al)de blote eigenaars en de vruchtgebruikers; - kan de opvraging van interesten of dividenden gebeuren door de vruchtgebruikers alleen; - dienen al de vruchtgebruikers en blote eigenaars voor alle andere verrichtingen samen te handelen, tenzij een bijzondere volmachtregeling is uitgewerkt.
Vruchtgebruik. 6.3.1 Op Aandelen kan een recht van vruchtgebruik worden gevestigd.
Vruchtgebruik. De Bank kan rekening houden met het bestaan van een vruchtgebruik op tegoeden op de rekening. Daarvoor kan ze vragen om relevante bewijsstukken voor te leggen. Bijzondere voorwaarden in verband met vruchtgebruik zijn enkel tegenstelbaar aan de Bank indien ze die uitdrukkelijk schriftelijk heeft aanvaard. De Bank behoudt zich altijd het recht voor om de toelating van de naakte eigenaar en de vruchtgebruiker te eisen om transacties uit te voeren op die tegoeden. Alle periodieke inkomsten, zoals interesten, dividenden en andere regelmatige betalingen worden, tijdens de duur van het vruchtgebruik, gestort op een afzonderlijke rekening geopend op naam van de vruchtgebruikers. De vruchtgebruiker en de naakte eigenaar zijn hoofdelijk aansprakelijk voor alle kosten met betrekking tot de verrichtingen uitgevoerd op het voorwerp van het vruchtgebruik. De Bank laat het vruchtgebruik bestaan tot ze uitdrukkelijk en gezamenlijk door de vruchtgebruikers en de naakte eigenaars op de hoogte werd gebracht dat het beëindigd is of zal worden. Daarvoor kan ze vragen om relevante bewijsstukken voor te leggen. De Bank behoudt zich het recht voor om, in geval van onduidelijkheid hierover, zowel het kapitaal als de inkomsten te blokkeren. Het vruchtgebruik loopt in ieder geval af met het overlijden van de vruchtgebruiker. In die veronderstelling zijn de regels, die gewoonlijk gelden voor het vrijmaken van de tegoeden bij de vereffening van nalatenschappen, van toepassing. De eventuele juridische en fiscale gevolgen van het vruchtgebruik zijn ten laste van de vruchtgebruikers en de naakte eigenaars, die de Bank vrijwaren van elke aansprakelijkheid daaromtrent. Conform de wettelijke bepalingen wordt de informatie met betrekking tot het vruchtgebruik bij het overlijden van een naakte eigenaar of een vruchtgebruiker doorgegeven aan de belastingdienst. Die informatie kan ook worden doorgegeven aan de erfgenamen.
Vruchtgebruik. §1 Het bestaan van een rechtsverhouding van vruchtgebruik tussen Cliënten moet aan Van Lanschot worden ter kennis gebracht bij het openen van de rekening of bij het ontstaan van de rechtsverhouding.
Vruchtgebruik. Artikel 8 PANDRECHT
Vruchtgebruik. 12.1 Een aandeelhouder kan op een of meer van zijn aandelen vrijelijk een vruchtgebruik vestigen.
Vruchtgebruik. 1. In geval van vruchtgebruik van een appartementsrecht treedt de vruchtgebruiker in de plaats van de appartementseigenaar ten aanzien van de aansprakelijkheid voor de gezamenlijke schulden en de aan de gezamenlijke appartementseigenaars en de vereniging van eigenaars verschuldigde bijdragen. De vruchtgebruiker is echter bevoegd de door hem betaalde bedragen, voor zover zij niet betrekking hebben op de gewone lasten en herstellingen, bij het einde van het vruchtgebruik van de appartementseigenaar terug te vorderen.
Vruchtgebruik. Algemeen Voorwaarden Akten en overeenkomsten van derden met bijzondere voorwaarden
Vruchtgebruik. Vruchtgebruik geeft het recht om goederen die aan een ander toebehoren, te gebruiken en daarvan de vruchten te genieten (zie artikel 3:201 BW). De duur ervan is afhankelijk van het leven van de vruchtgebruiker. Volgens artikel 3:203 lid 2 BW kan het vruchtgebruik niet worden gevestigd voor langer dan het leven van de vruchtgebruiker. Is de vruchtgebruiker een rechtspersoon, dan eindigt volgens artikel 3:203 lid 3 BW het vruchtgebruik door ontbinding van de rechtspersoon en ieder geval na verloop van dertig jaren na de dag van vestiging. Ook na overdracht van het recht blijft het bestaan daarvan afhankelijk van het leven van de eerste vruchtgebruiker. Het recht van vruchtgebruik – is een beperkt recht met een absoluut karakter; – kan worden gevestigd op roerende zaken, niet-registergoederen, registergoederen en vermogensrechten; – kan worden gevestigd op een of meer bepaalde goederen (en zelfs een geheel vermogen of een evenredig deel daarvan, zie artikel 3:222 BW) en – ontstaat door vestiging of verjaring (zie artikel 3:202 BW), waarbij voor de vestiging terug moet worden gevallen op de algemene bepalingen, dus artikel 3:81, 98 jo. 84 en – afhankelijk van het object waar het recht van vruchtgebruik op wordt gevestigd – 89, 90 of 93 BW. De vruchtgebruiker komen alle vruchten toe, die tijdens het vruchtgebruik afgescheiden (vgl. artikel 5:17 BW) of opeisbaar worden (zie artikel 3:216 BW). Hierbij valt te denken aan de appels van de bomen, rente van vorderingen, dividend van vorderingen etc. De vruchtgebruiker mag de aan het vruchtgebruik onderworpen goederen gebruiken of verbruiken overeenkomstig de bij de vestiging van het vruchtgebruik gestelde regels of, bij gebreke van een zodanige regeling, overeenkomstig de aard van de goederen en de plaatselijke gewoonten (zie artikel 3:207 lid 1 BW). Zie voor verbruikbare zaken (vervreemding en vertering) artikel 3:215 BW. Ingeval goederen die slechts naar de soort zijn aangeduid (geld, effecten aan toonder etc.) in vruchtgebruik worden gegeven, dan geldt – vanwege het gevaar van vermenging (zie artikel 5:15 BW) – artikel 3:211 BW. Ten aanzien van een vruchtgebruik op vorderingen geldt dat de vruchtgebruiker – bevoegd is in en buiten rechte nakoming te eisen van de aan het vruchtgebruik onderworpen vorderingen en tot het in ontvangst nemen van betalingen, voor zover niet anders bij de vestiging is bepaald; – tot ontbinding en opzegging slechts bevoegd is, wanneer dit tot een goed beheer dienstig kan zijn en voor zove...
Vruchtgebruik. 1. De vruchten, die de zaak/zaken oplevert, voor zover niet bestaande in [omschrijving], komen ten goede aan A en dienen door B op eerste verzoek van A door hem aan A te worden afgedragen, zodra zij rijp voor afscheiding zijn. Tot het moment van deze overdracht is B verplicht deze vruchten als een goed huisvader voor rekening van A te bewaren.