Toegangsrecht Voorbeeldclausules

Toegangsrecht. 10.8 De eigenaar heeft het recht om de accommodatie te betreden (zonder u dat van tevoren te laten weten als dat niet praktisch of onmogelijk is) als er zich speciale omstandigheden of noodgevallen voordoen (bijvoorbeeld als er reparaties moeten worden uitgevoerd) of als u de wet, of deze boekingsvoorwaarden, de voorwaarden van de eigenaar zelf of andere bepalingen die van toepassing zijn op uw boeking en/of de accommodatie, overtreedt. De eigenaar of de vertegenwoordiger van de eigenaar heeft het recht om de accommodatie te betreden voor inspectiedoeleinden (met inbegrip van, maar niet beperkt tot, als u hebt geklaagd over de accommodatie), indien hij of zij u een redelijke tijd van tevoren in kennis stelt van een dergelijke toegang.
Toegangsrecht. Overeenkomstig artikel 20 van de wet wordt in elk stadium van de gunningprocedure uitgesloten van de toegang ertoe, de kandidaat of inschrijver die bij rechtelijke beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan en waarvan de aanbestedende overheid kennis heeft, veroordeeld is voor:
Toegangsrecht. Door het indienen van een offerte verklaart de kandidaat of inschrijver op erewoord dat hij zich niet in één van de uitsluitingsgevallen , zoals bedoeld in o.m. de artikelen 67-69 van de Wet overheidsopdrachten, bevindt. Hij verklaart ook, dat noch hijzelf, noch een lid van zijn bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan (of die daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft), noch een lid van zijn keten van medecontracten, zich in een toestand van uitsluiting, zoals bedoeld in o.m. de artikelen 67-69 van de Wet overheidsopdrachten, bevinden. Elke kandidaat of inschrijver die in één van de in de artikelen 67 of 69 bedoelde situaties verkeert, mag bewijzen dat de “corrigerende maatregelen” die hij heeft genomen voldoende zijn om zijn betrouwbaarheid aan te tonen ondanks de toepasselijke uitsluitingsgrond (self-cleaning). Als de aanbestedende overheid dat bewijs toereikend acht, wordt de betrokken kandidaat of inschrijver niet uitgesloten van de plaatsingsprocedure. Hiertoe bewijst de kandidaat of inschrijver, op eigen initiatief, dat hij eventuele schade als gevolg van strafrechtelijke inbreuken of fouten heeft betaald of heeft toegezegd te zullen vergoeden, dat hij de feiten en omstandigheden heeft opgehelderd door actief mee te werken met de onderzoekende autoriteiten en dat hij concrete technische, organisatorische en personeelsmaatregelen heeft genomen die geschikt zijn om verdere strafrechtelijke inbreuken of fouten te voorkomen. Als de kandidaat of inschrijver in aanmerking komt als opdrachtnemer, gaat de aanbestedende overheid zijn toestand na vooraleer een beslissing te nemen. Voor een Belgische kandidaat of inschrijver zal ze de documenten ter verificatie van de uitsluitingsgronden van de artikelen 68 en 69, 2° van de wet overheidsopdrachten zelf via elektronische weg opvragen. De Belgische kandidaat of inschrijver dient wel een uittreksel uit het strafregister (Model 1 voor rechtspersonen en Model 2 voor natuurlijke personen) of een evenwaardig document, uitgereikt door een gerechtelijke of overheidsinstantie bij zijn aanvraag tot deelneming te voegen, waaruit blijkt dat aan de gestelde eisen is voldaan. Dit attest mag ten vroegste 3 maanden voor ontvangst door het bestuur uitgereikt zijn. Dit uittreksel kan voor de Belgische inschrijvingen (rechtspersonen) gevraagd worden bij de Federale Overheidsdienst Justitie, DG RO – Dienst centraal strafregister, Xxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, tel. +00 (0)0 000 00 00, fax +00...
Toegangsrecht. Door het indienen van zijn offerte verklaart de inschrijver zich niet in een van onderstaande uitsluitingsgevallen te bevinden. De aanbestedende overheid zal de juistheid van deze impliciete verklaring op erewoord onderzoeken in hoofde van de inschrijver wiens offerte het beste gerangschikt is. Daartoe zal ze de betrokken inschrijver vragen via de snelste middelen en binnen de termijn die zij bepaalt, de inlichtingen of documenten te leveren die toelaten om zijn persoonlijke toestand na te gaan. De inlichtingen of documenten die de aanbestedende overheid kosteloos via elektronische middelen bij de gegevensbeheerders kan opvragen, zullen door de aanbestedende overheid zelf worden opgevraagd.
Toegangsrecht. Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van uitsluiting te bevinden zoals bedoeld in artikel 61 en 62 van het K.B. van 15.07.2011. → Attest van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid Voor onderstaande stukken kan in het kader van de administratieve vereenvoudiging een verklaring op eer worden ingediend. De weerhouden inschrijver moet deze stukken voor de sluiting van de opdracht bezorgen aan de opdrachtgever. → Attest 276C2 van de directe belastingen en BTW → Bewijs van niet-faling of gerechtelijk akkoord → Uittreksel uit het strafregister Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de inschrijver zich eveneens niet in een toestand van onverenigbaarheid te bevinden zoals bedoeld in artikel 64 van het K.B. van 15.07.2011. Bij de gunningsbeslissing kan de opdrachtgever de selectie van een reeds geselecteerde herzien, indien zijn persoonlijke situatie of bekwaamheid alsdan niet meer beantwoorden aan de op grond van artikel 58, § 1 van het KB van 15.07.2011 bepaalde selectievoorwaarden.
Toegangsrecht.  Eerste geval van uitsluiting (art. 61 § 1 KBP): Wordt in elk stadium van de gunningsprocedure uitgesloten van de toegang ertoe, de kandidaat of inschrijver die bij rechtelijke beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan en waarvan de aanbestedende overheid kennis heeft, veroordeeld is voor:
Toegangsrecht. Door loutere deelname aan de procedure verklaart de kandidaat-concessiehouder zich niet te bevinden in één of meerdere van onderstaande uitsluitingstoestanden. Verplichte uitsluitingstoestanden • veroordeeld zijn door een in kracht van gewijsde gegaan vonnis voor: - deelname aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 324bis van het Strafwetboek; - omkoping als bedoeld in artikel 246 van het Strafwetboek; - fraude als bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, goedgekeurd door de Wet van 17 februari 2002; - witwassen van geld als bedoeld in artikel 3 van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. Wanneer de concessieverlener kennis heeft dat de kandidaat-concessiehouder zich in één van bovenstaande gevallen bevindt, sluit hij de kandidaat-concessiehouder uit van de toegang tot de gunningsprocedure, in welk stadium van de procedure ook.
Toegangsrecht. Door het indienen van een offerte, verklaart de inschrijver op eer dat hij zich niet bevindt in één van de uitsluitingsgevallen zoals bedoeld in artikel 20 §1/1 van de wet van 15 juni 2006 en de artikelen 61 §§ 1, 2, 5° en 6°, 3 en 4 evenals in de artikelen 62 en 63 van het KB van 15 juli 2011. De aanbestedende overheid zal de juistheid van deze impliciete verklaring op erewoord onderzoeken in hoofde van de inschrijver wiens offerte of best and final offer best in aanmerking komt voor de gunning van de opdracht. Wordt uitgesloten in elk stadium van de gunningsprocedure van de toegang ertoe, de kandidaat of inschrijver van wie is vastgesteld dat hij als werkgever illegaal verblijvende onderdanen van derde landen heeft tewerkgesteld als bedoeld in de wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. Deze bepaling geldt op dezelfde manier ten aanzien van de entiteit waarop de kandidaat of inschrijver een beroep doet, wanneer de draagkracht van die entiteit bepalend is voor de selectie van de kandidaat of inschrijver, al naargelang. De uitsluiting van deelname aan overheidsopdrachten geldt voor ten hoogste vijf jaar.
Toegangsrecht. De kandidaat mag zich niet bevinden in één van de uitsluitingsgevallen: Uitsluitingsgevallen Bewijsstuk
Toegangsrecht. De niet-naleving van strafrechtelijk sanctioneerbare milieu- en sociale wetgeving kan worden geacht een misdrijf te zijn dat de professionele integriteit aantast. Van zodra deze wordt vastgelegd in een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest kan deze worden aangewend als uitsluitingsgrond, ongeacht de stand van de procedure. Onder sociale wetgeving wordt onder meer verstaan: ▪ het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid; ▪ de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie; ▪ de wet van 10 mei 2007 tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde, door racisme of xenofobie ingegeven daden; ▪ de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen; ▪ de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, meer bepaald hoofdstuk Vbis. Bijzondere bepalingen betreffende geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.