Werktijdverkorting Voorbeeldclausules

Werktijdverkorting. Artikel 7:628 van het Burgerlijk Wetboek is van toepassing met dien verstande, dat de werkgever niet gehouden is het salaris door te betalen over de uren waarop geen arbeid wordt verricht tengevolge van invoering door de werkgever van een door het bevoegde gezag goedgekeurde tijdelijke werktijdverkorting. Wanneer tot invoering van werktijdverkorting wordt overgegaan, zal daarvan door de werkgever zo tijdig mogelijk mededeling worden gedaan aan de vakbonden. Wanneer de werknemer aanspraak heeft op een uitkering krachtens de Werkloosheidswet omdat de werkgever als gevolg van het bepaalde in dit lid niet verplicht is tot betaling van het salaris, zal de werkgever deze uitkering aanvullen tot 100% van het nettoloon.
Werktijdverkorting. De werkgever, die een werktijdverkorting of nul-urenvergunning heeft gekregen, zal het door de Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid (UVI) uit te keren wachtgeld en/of werkloosheidsuitkering aanvullen tot het normale nettoloon.
Werktijdverkorting. Als een werkgever een vergunning krijgt voor werktijdverkorting, dan hoeft de werkgever geen loon door te betalen over de uren die de werknemer, in verband met deze werktijdverkorting, niet werkt.
Werktijdverkorting. De ondernemer, die een aanvraag om vergunning tot werktijdverkorting bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid indient, is verplicht hiervan afschrift aan het Georganiseerd Overleg te zenden en daaraan voorafgaand contact op te nemen met de werknemersorganisaties.
Werktijdverkorting. Als een werkgever de werktijd wil verkorten en hiervoor toestem- ming vraagt en krijgt van de instantie die hiertoe bevoegd is, dan hoeft de werkgever geen loon door te betalen over de uren die de werknemer, in verband met deze werktijdverkorting niet werkt.
Werktijdverkorting. De werkgever, die een werktijdverkorting of nul-urenvergunning heeft gekregen, zal het door de UWV uit te keren wachtgeld en/of werkloosheidsuitkering aanvullen tot het normale nettoloon.
Werktijdverkorting. Artikel 38
Werktijdverkorting. Indien de werkgever gebruik maakt van een vergunning tot werktijd-verkorting als bedoeld in artikel 8, derde lid van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, zal hij ervoor zorgdragen – voor zover de uitkeringsregeling van de Uitvoeringsinstelling dit niet reeds doet – dat werknemers over de ingevolge deze vergunning niet gewerkte uren tenminste 90% bruto van hun gemiddeld loon zullen ontvangen.
Werktijdverkorting. Indien de werkgever toestemming met financiële garantie heeft ver- kregen om gedurende een bepaalde periode werktijdverkorting in te voeren, zal gedurende deze periode de volgende regeling van toepas- sing zijn: de werknemer ontvangt een suppletie op de wettelijke uit- kering tot aan het netto inkomen zulks met dien verstande dat bij ver- andering van leeftijd het daarbij behorende inkomen wordt doorbetaald.
Werktijdverkorting. Maken economische en/of bedrijfstechnische omstandigheden het volgens CoorsTek nodig een regeling voor werktijdverkorting te treffen – inclusief een overeenkomstige inkomensverlaging –, dan doen we dat binnen de wettelijke voorschriften en ná overleg met de vakorganisaties.