Salariëring. Schaalsalaris; salarisschalen
Salariëring. Artikel 23
Salariëring. 1. De salarisstructuur bestaat uit de salarisschalen 1 tot en met 91. De salarisschalen zijn te vinden in artikel 4.2. Iedere schaal kent een minimum en een maximum.
Salariëring. 1. De werknemer ontvangt een salaris op basis van één van de salarisschalen behorende bij de functiegroepen 5 tot en met 80.
Salariëring. 1. De salariëring vindt plaats met inachtneming van de artikelen 4.4 en 4.7 van deze CAO en met inachtneming van artikel 7 van de in artikel 1 genoemde regeling.
Salariëring. 1. De salariëring geschiedt volgens de bij deze arbeidsvoorwaardenregeling behorende Salarisregeling.
Salariëring. (zie artikel 19 en 20)
Salariëring. In afwijking van artikel 12 en de daarop gebaseerde uitvoeringsregeling, gelden voor de medewerker de volgende bepalingen omtrent de salariëring:
Salariëring. De werknemer wordt gesalarieerd volgens artikel 6.4 van de CAO in salarisschaal ……… De werknemer ontvangt een variabel bruto maandsalaris dat afhankelijk is van het daadwerkelijk door de werknemer in de betreffende maand gewerkte uren. Het vaste salaris bedraagt bij aanvang van het dienstverband € ...,... bruto per maand, en is gebaseerd op de minimum arbeidsduur van …. uur per week. Voor zover meer dan …… uur gewerkt wordt, zal hiervoor een uurloon worden uitbetaald ten bedrage van € ...,... bruto per uur. De voor de werknemer geldende periodiekdatum is ……….
Salariëring. De werknemer wordt betaald volgens de salarisschaal behorende bij de functiegroep, waarin zijn functie is ingedeeld.