Plaatsmakersregeling Voorbeeldclausules

Plaatsmakersregeling. Uw werkgever kan de bepalingen van dit hoofdstuk ook toepassen op werknemers die daar om verzoeken maar geen VWNW-kandidaat zijn. Hierbij geldt dat daarmee een VWNW-kandidaat een functie moet krijgen of dat een bijdrage wordt geleverd aan het realiseren van een taakstelling.
Plaatsmakersregeling. In afwijking van de eerste zin van artikel 1.2 betreft deze regeling de medewerkers die een functie vervullen waarin (beschreven in de desbetreffende adviesaanvraag) krimp gaat plaatsvinden. Deze medewerkers zijn dus niet per definitie boventallige medewerkers.
Plaatsmakersregeling. Op lokaal niveau kan een plaatsmakersregeling worden afgesproken. Voor zover een verantwoorde bedrijfsvoering dat toelaat, kan een werknemer plaats maken voor een boventallige collega. Een werknemer die op grond van het afspiegelingsbeginsel boventallig is kan zijn functie blijven uitoefenen en met een collega (de plaatsmaker) in dezelfde functie wordt dan het dienstverband met wederzijds goedvinden beëindigd.
Plaatsmakersregeling. Een niet boventallig verklaarde werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die vrijwillig zijn arbeidsovereenkomst beëindigt waardoor plaats wordt gemaakt voor een boventallige werknemer, kan een schriftelijk verzoek doen om in aanmerking te komen voor een eenmalige bruto vergoeding. De eenmalige bruto vergoeding bedraagt: • Bij een dienstverband tot 5 jaar: 2 bruto maandsalaris; • Bij een dienstverband van 5 tot 10 jaren: 4 bruto maandsalarissen; • Bij een dienstverband van 10 of meer: 5 bruto maandsalarissen; Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: • Door het vrijwillig vertrek van de werknemer wordt plaats gemaakt voor een boventallige werknemer die daardoor zijn arbeidsplaats behoudt en waarvoor niet reeds een andere herplaatsingsmogelijkheid voorhanden is; • Het vrijwillig vertrek van de werknemer leidt niet tot hogere kosten voor de werkgever en/of nadelige gevolgen voor de bedrijfsvoering. De werkgever heeft te allen tijde het recht het verzoek af te wijzen om redenen van bedrijfsorganisatorische, financiële en/of fiscale aard. Dit ter beoordeling van de werkgever. Als het verzoek om gebruikmaking van de plaatsmakersregeling wordt ingewilligd, wordt de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden door middel van een vaststellingsovereenkomst beëindigd. Voorwaarde bij het overeenkomen van de vaststellingsovereenkomst is een terugbetalingsregeling die van toepassing is indien de werknemer binnen een jaar na beëindiging van het dienstverband weer in dienst treedt bij de werkgever.
Plaatsmakersregeling. Wanneer de werknemer vrijwillig wil vertrekken om plaats te maken voor een boventallige collega in een uitwisselbare functie, kan de werknemer (plaatsmaker) na toestemming van de werkgever bij vertrek in aanmerking komen voor een beëindigingsvergoeding. De plaatsmaker ontvangt de vergoeding van de oorspronkelijk boventallige werknemer bij optie A (de beëindigingsvergoeding), waarbij het bedrag niet hoger is dan het beëindigingsvergoeding die de plaatsmaker zou hebben ontvangen indien hij zelf boventallig zou zijn geworden. De regeling wordt alleen uitgevoerd indien deze door de Belastingdienst niet wordt aangemerkt als een RVU, een Regeling voor Vervroegde Uittreding. Hiervoor zal voorafgaand aan toepassing van de plaatsmakersregeling een RVU-toets plaatsvinden waaruit volgt dat de werkgever geen naheffing krijgt opgelegd, tenzij de werkgever ervoor kiest die toets niet te verrichten. De werknemer die gebruik maakt van de plaatsmakersregeling kan geen aanspraak maken op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW), op artikel 12.1 tot en met 12.6 cao NWb of de Ziektewet (ZW). Indien de plaatsmaker toch een WW-uitkering aanvraagt bij UWV en toegekend krijgt, zal de werkgever de betaalde beëindigingsvergoeding volledig terugvorderen. Deze wordt dan geacht onverschuldigd te zijn betaald. Deze vordering is direct opeisbaar.
Plaatsmakersregeling. Als je zelf niet boventallig wordt maar vrijwillig wilt vertrekken om plaats te maken voor een collega die op grond van het plaatsingsproces wel boventallig wordt en jullie functies zijn onderling uitwisselbaar, dan kan je in aanmerking komen voor een beëindigingsvergoeding. Je ontvangt deze vergoeding alleen als je werkgever met jouw vertrek als plaatsmaker instemt. De beëindigings- vergoeding die je als plaatsmaker ontvangt is gelijk aan het bedrag dat je boventallige collega op basis van artikel 2.9 zou kunnen ontvangen, maar is nooit hoger dan het toekomstbudget waar je zelf op basis van artikel 4.3 voor in aanmerking zou zijn gekomen als je boventallig was geworden. Als voorwaarde bij de beëindigingsvergoeding geldt dat je geen WW-uitkering of ZW-uitkering aanvraagt. Ook zie je af van je aanspraken op grond van in artikel 12.1 tot en met 12.6 cao NWb. Vraag je toch één of meerdere van deze uitkeringen aan, dan ben je verplicht om deze aan je werkgever terug te betalen. Deze vordering is direct opeisbaar. Je werkgever stemt niet in met jouw vertrek als plaatsmaker als de beëindigingsvergoeding door de Belastingdienst mogelijk wordt aangemerkt als een Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU).
Plaatsmakersregeling. De werknemer die aangeeft het dienstverband met KLM vrijwillig te willen beëindigen (de remplaçant) en op wiens functie aansluitend op zijn vertrek een boventallige werknemer kan worden geplaatst, komt eveneens in aanmerking voor de beëindigingsvergoeding zoals ge- noemd in fase 2. Uitgangspunt hierbij is dat er sprake is van een gelijke functiegroep en een naar het oordeel van de KLM soortgelijke functie, zulks in verband met het afspiegelingsbe- ginsel. De hoogte van de vergoeding is gelijk aan het bedrag waar de remplaçant zelf recht op zou hebben gehad, indien hij wel boventallig zou zijn verklaard en in aanmerking voor de beëin- digingsvergoeding zou zijn gekomen. In bijzondere gevallen is het mogelijk om gebruik te maken van de remplaçantenregeling bij ongelijke functiegroepen. In het geval dit leidt tot plaatsing van de boventallige werknemer in een functie met een lagere functiegroep, is dit alleen mogelijk tegen het afstand doen van de hogere functiegroep en de daarbij behorende arbeidsvoorwaarden (demotie op eigen verzoek).
Plaatsmakersregeling. Een medewerker werkzaam in een verandergebied als bedoeld in het Sociaal Plan en die niet als boventallige is aangewezen, kan op basis van vrijwilligheid aangeven het dienstverband te willen beëindigen, ten gunste van een boventallige collega in een uit- wisselbare functie. Deze mogelijkheid staat open gedurende de eerste twee maanden van boventalligheid, waarbij de volgende voorwaarden gelden: • De vergoeding die de plaatsmaker ontvangt, is gelijk aan de voor werknemer geldende ontslagvergoeding conform het Sociaal Plan. • De boventallige medewerker, die door de plaatsmaker kan blijven, dient met de vervanging in te stemmen. • De plaatsmaker is op het moment van beëindiging van het dienstverband niet arbeidsongeschikt. • De arbeidsovereenkomst met de plaatsmaker wordt met wederzijds goedvinden beëindigd, met inachtneming van de geldende opzegtermijn. • De overige artikelen en faciliteiten uit het sociaal plan zijn niet op de plaatsmaker van toepassing. • Als er meer plaatsmakers zijn dan boventallige medewerkers, wordt over de plaatsmakers ‘omgekeerd’ afgespiegeld. • Als er meer boventallige medewerkers zijn dan plaatsmakers wordt over de boventallige medewerkers ‘omgekeerd’ afgespiegeld.
Plaatsmakersregeling. In deze regeling verstaan we onder: Je kunt, als je zelf niet boventallig wordt, plaatsmaken voor een boventallige medewerker Als je dit wilt, dien je een verzoek in bij je leidinggevende. Uitsluitend Achmea bepaalt of het verzoek wordt gehonoreerd. Tegen de beslissing op het verzoek is geen bezwaar of beroep mogelijk. De volgende regels zijn van toepassing bij de plaatsmakersregeling: Dit is afgeleid van het afspiegelingsbeginsel. De oorspronkelijk boventallige medewerker (uit hetzelfde leeftijd cohort) wordt in de vrijgevallen functie geplaatst. Dit is alleen mogelijk als jouw beëindigingsvergoeding als plaatsmaker door de Belastingdienst niet wordt beschouwd als een regeling voor vervroegde uittreding (RVU) waarop strafheffing van toepassing is. Dit moet vooraf getoetst worden. De vergoeding bedraagt nooit meer dan de verwachte inkomstenderving tot aan de AOW-datum. En bedraagt nooit meer dan de vergoeding waarop de oorspronkelijk boventallige die de functie van de plaatsmaker inneemt recht zou hebben gehad. De vergoeding wordt verhoogd met vier maandsalarissen voor de periode als bedoeld in artikel 4.2. De beëindiging vindt plaats met wederzijds goedvinden via een vaststellingsovereenkomst. Je kunt als plaatsmaker geen gebruik maken van de mogelijkheid van artikel 4.2 om bij aanvang van jouw boventalligheid nog maximaal 4 maanden in dienst te blijven.
Plaatsmakersregeling. Regeling die wordt getroffen voor de medewerker die op vrijwillige basis en in overleg met de werkgever ervoor kiest de organisatie te verlaten, waardoor een boventallige medewerker niet meer boventallig is.