Extra uitkering Voorbeeldclausules

Extra uitkering. 1. De werkgever heeft: - een gereglementeerde winstdelingsregeling, of - hij verstrekt aan de werknemer jaarlijks een uitkering van 2% van de som van zijn maandinkomens gedurende het kalenderjaar, voorafgaand aan of samenvallend met het boekjaar.
Extra uitkering a. De werkgever zal aan het einde van ieder boekjaar aan de werknemer, die op het tijdstip van de uitkering in zijn dienst is en wiens dienstverband tenminste één jaar heeft geduurd, een door de werkgever te bepalen extra uitkering toekennen van minimaal 2 procent van het in dat boekjaar genoten loon (exclusief overwerk- verdiensten en vakantietoeslag) en van de ontvangen wettelijke en bovenwettelijke uitkeringen in geval van ziekte. Uitbetaling van deze uitkering vindt binnen een half jaar na einde boekjaar plaats. De werkgever kan een dispensatieverzoek indienen bij de Vaste Commissie – in deze uitmakend de instantie als bedoeld in artikel 7:619 lid 2 BW – indien hij van mening is dat de bedrijfsresultaten over het boekjaar deze uitkering niet toelaten. Teneinde dit te beoordelen dient het verzoek vergezeld te gaan van en gestaafd te worden door een schriftelijke verklaring van een erkend accountant. Tevens dient de werkgever binnen een tijdsbestek van een maand na indiening van het verzoek terzake overleg te voeren met de regionale vakbondsvertegenwoordiger. De Vaste Commissie kan op basis van voorlopige bedrijfsresultaten over het boekjaar besluiten een voorlopige dispensatie te verlenen. De Vaste Commissie besluit op basis van definitieve bedrijfsresultaten over een boekjaar of dispensatie definitief wordt verleend. Definitieve dispensatie betekent dat de extra uitkering over het betreffende boekjaar definitief niet hoeft te worden gedaan ook niet indien in de toekomst sprake is van positieve bedrijfsresultaten. Indien geen definitieve dispensatie wordt verleend betekent dit dat de extra uitkering over het betreffende boekjaar dient plaats te vinden. De secretaris van de Vaste Commissie draagt zorg voor het bekend maken van de uitkomsten van het dispensatieverzoek aan de werknemers van het bedrijf.
Extra uitkering. 1. Iedere werknemer die op 1 januari van het lopende kalenderjaar in dienst van de werkgever is en gedurende het gehele kalenderjaar in dienst van de werkgever blijft, heeft recht op een extra uitkering, ten bedrage van 8,33 % van 12 x het maandinkomen over de maand december.
Extra uitkering. 1. De extra uitkering is een beoordelingsafhankelijke uitkering bij een beoordeling van voldoende of meer en bedraagt een percentage van het jaarinkomen per ultimo van het kalenderjaar. De toe te kennen percentages bedragen bij een: Aan deze extra uitkering wordt een zgn. multiplier toegevoegd, waarmee de waardering tot uitdrukking wordt gebracht van de mate van realisatie van de persoonlijke doelstellingen. De multiplier kent een 4-puntschaal, waarmee de extra uitkering wordt vermenigvuldigd en wel als volgt: Doelstelling niet gerealiseerd extra uitkering x 1 Doelstelling deels gerealiseerd extra uitkering x 1,1 Doelstelling gerealiseerd extra uitkering x 1,25 Doelstelling ruimschoots gerealiseerd extra uitkering x 1,5 De uitkering vindt plaats in de maand maart volgend op het kalenderjaar.
Extra uitkering. 11.1. De werknemer die gedurende het gehele kalenderjaar in dienst is geweest, ontvangt in de maand november een extra uitkering van 8,33% van 12 maal het basismaandinkomen van de maand december.
Extra uitkering. 7.1 De werknemer heeft recht op een extra uitkering van 8,33% van de in een kalenderjaar bij de onderneming in totaal verdiende maand- inkomens. De extra uitkering zal in december van enig jaar worden uitbetaald of, bij eerdere beëindiging van het dienstverband, in de maand volgend op de maand waarin het dienstverband wordt beëindigd.
Extra uitkering. De werknemer die gedurende het gehele kalenderjaar in dienst is geweest, ontvangt in de maand november een extra uitkering van een maandinkomen, gebaseerd op het laatstgenoten maandinkomen. Indien voor een werknemer gedurende het kalenderjaar een wijziging in het maandinkomen is opgetreden doordat, ofwel de individueel overeengekomen arbeidsduur, ofwel het dienstrooster is gewijzigd, zal bij de vaststelling van de extra uitkering hiermee rekening worden gehouden. De werknemer die niet gedurende het gehele kalenderjaar in dienst is geweest, heeft recht op de hiervoor genoemde extra uitkering naar evenredigheid.
Extra uitkering. De werkgever, in wiens onderneming geen gereglementeerde winstdelingsregeling van toepassing is, zal aan de werknemer jaarlijks een uitkering verstrekken van 2% van de som van zijn maandinkomens gedurende het kalenderjaar, voorafgaand aan c.q. samenvallend met het boekjaar. Indien het dienstverband, anders dan om dringende redenen in de zin van artikel 678 BW, eindigt in de loop van enig kalenderjaar, dan behoudt de gewezen werknemer c.q. behouden diens erfgenamen het recht op genoemde uitkering, naar rato van de duur van het dienstverband gedurende dat kalenderjaar, uit te betalen op het in de onderneming gebruikelijke tijdstip. Indien het dienstverband korter dan een kalenderjaar heeft geduurd zal de extra uitkering naar rato worden uitbetaald. Van deze verplichting zal de Vaste Commissie geheel ontheffing verlenen, indien de werkgever bij zijn desbetreffend verzoek een verklaring van een registeraccountant of van een accountant- administratieconsulent overlegt, waaruit blijkt dat de bedrijfsresultaten gedurende de twee laatste boekjaren negatief zijn. Van deze verplichting kan de Vaste Commissie geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen, indien de werkgever bij zijn desbetreffend verzoek een verklaring van een registeraccountant of van een accountant-administratieconsulent overlegt, waaruit duidelijk blijkt dat de bedrijfsresultaten geen of slechts een verminderde uitkering toelaten. Een verzoek om gehele of gedeeltelijke ontheffing moet ten minste drie maanden voor het in de onderneming gebruikelijke tijdstip van uitbetaling bij de Vaste Commissie zijn ingediend.
Extra uitkering. De werknemer heeft recht op een extra uitkering (waaronder begrepen eventuele uitkeringen op grond van sociale verzekeringen), welke wordt betaald in de maand december. Deze uitkering (zgn. 13e maand) wordt berekend als 8,33% over de in het betreffende kalenderjaar verdiende maandinkomens. Bij volledige arbeidsongeschiktheid wordt gedurende maximaal 2 jaar deze extra uitkering toegepast, onder voorwaarden analoog aan die als vermeld in artikel 13 van deze CAO.
Extra uitkering. Indien binnen zes maanden na het ongeval nog geen uitkering wegens blijvende invaliditeit kan worden vastgesteld, verleent de verzekeraar een extra uitkering van 6% per jaar over de later voor blijvende invaliditeit vast te stellen uitkering. Deze extra uitkering wordt berekend vanaf de zevende maand na het ongeval tot het moment, waarop de uitkering wegens blijvende invalidi- teit wordt verleend.