Duurzaamheid Voorbeeldclausules

Duurzaamheid. Powerpeers koopt elektriciteit in van natuurlijke bronnen wind, water en zon (zoals boeren met een windmolen) en is 100% vrij van CO2 uitstoot. Als bewijs dat de elektriciteit afkomstig is uit een zo’n bron, worden door overheidsinstantie Certiq zogenaamde Garanties van Oorsprong (GVO’s) uitgegeven. Deze GVO’s worden gebruikt om aan te tonen dat de elektriciteit die op het elektriciteitsnet wordt gezet, duurzaam is opgewekt. Voor de elektriciteit die afkomstig is uit de “aanvulling” kopen wij GVO’s in van duurzame elektriciteitsbronnen in Nederland, zodat ook ten aanzien van deze elektriciteit kan worden aangetoond dat ze 100% CO2 vrij is opgewekt. Voor al deze GVO’s voeren wij een aparte administratie die jaarlijks wordt gecontroleerd. De meeste consumenten die zelf elektriciteit produceren, met bijvoorbeeld zonnepanelen op het dak, hebben geen GVO’s (administratie) voor hun elektriciteitsproductie. Om deze reden mag de uit deze bronnen opgewekte elektriciteit wettelijk gezien dan ook niet “groen” of “duurzaam” worden genoemd. Omdat het toch wel gek is dat elektriciteit uit zonnepanelen bij consumenten niet groen mag worden genoemd, kopen wij voor deze opgewekte elektriciteit afzonderlijk Nederlandse GVO’s in en administreren wij deze. Helaas kan het daarbij wel zijn dat de GVO’s afkomstig zijn uit een andere duurzame bron (bijvoorbeeld water of wind) dan de opwekkingsbron van de consument (bijvoorbeeld zon). Dat is inherent aan het Nederlandse GVO-systeem. Juist om je meer inzicht in de herkomst van de door jou gebruikte elektriciteit te geven, bieden we je vanuit Powerpeers een uitgebreid online energiedashboard. Hier kan je dagelijks bekijken welke bronnen de door jouw verbruikte elektriciteit hebben geproduceerd (en met wie de eventueel door jou opgewekte elektriciteit is gedeeld).
Duurzaamheid. Overige regelingen Bijlage(n) Aegon heeft de ambitie, in het kader van ‘being a force for good’, om de dingen beter achter te laten dan hoe we ze aantreffen. Aegon herkent deze wens ook bij de medewerkers die het belang van het thema duurzaamheid zowel zakelijk, in het dagelijks werk, als privé onderschrijven en hier nog bewuster mee om willen gaan. Aegon gaat gedurende komende cao- periode in co-creatie met een medewerkerspanel een platform met impactvolle interventies creëren om aan deze ontwikkelwens te voldoen. Denk aan interventies als interactieve workshops, e-learnings, lezingen van inspirerende sprekers, etc. Er wordt gekozen voor een iteratieve aanpak waar aan de hand van ‘best practices’ en ‘lessons learned’ verder wordt gebouwd aan het platform. Dit om de impact van het platform te optimaliseren met als doel te inspireren, te leren en de mogelijkheid om actief bij te kunnen dragen aan een betere wereld. Om de interactie van medewerkers met het onderwerp duurzaamheid zo concreet mogelijk te maken en hen actief te laten participeren, wordt binnen het platform ook een ‘duurzame ideeën-box’ gecreëerd. Hier kunnen medewerkers individueel of in teamverband concrete duurzaamheids-ideeën aanleveren. Uit al de ideeën kiest de ‘Sustainability Board NL’ een winnend idee waarbij de medewerker(s) de middelen (tijd en financiering) krijgen om het idee te realiseren. Hiervoor stelt Aegon een bedrag beschikbaar. Om het succes van het platform te garanderen wordt ingezet op het meetbaar maken van de interventies. Dat wordt gedaan in eerste instantie op output niveau waar gekeken wordt naar het aantal medewerkers die deelgenomen heeft aan het platform en een verbeterde medewerkers waardering voor Aegon’s duurzaamheid activiteiten in de Global Employee Survey (GES).
Duurzaamheid. De zorgsector is medeverantwoordelijk voor klimaatverandering en milieuvervuiling en dat heeft ernstige gevolgen voor de leefomgeving en de gezondheid. Als zorgverzekeraar vinden we het van groot belang om – naast onze eigen verduurzaming - een bijdrage te leveren aan de verduurzaming van het gehele zorglandschap. Daarom gaan we ons als zorgverzekeraars gezamenlijk inzetten om de verduurzaming van de zorgsector te versnellen. Daartoe gaan we, in overleg met verschillende zorgbranches, de inkoop van duurzame zorg verder uitwerken. Vooruitlopend daarop verwachten we van alle zorgaanbieders dat ze zich committeren aan de landelijke CO2- doelstellingen en, zoals afgesproken in het klimaatakkoord, hun CO2-routekaart ontwikkelen en aanleveren.
Duurzaamheid. Verduurzaming van de woningvoorraad is een belangrijk onderdeel in de klimaatambities in Nederland. Dit geldt ook voor de woningen in het bezit van de woningcorporaties. Ook voor de gemeente Gooise Meren is verduurzaming van haar woningvoorraad een belangrijke ambitie die de komende jaren steeds verder ingevuld zal moeten worden. Voor huurders kan de verduurzaming van hun woning ook gevolgen hebben voor de woonlasten en het wooncomfort. De corporaties willen hun deel van de vereiste CO2-reductie op zich nemen, en bijdragen aan een CO2-neutrale toekomst. De corporaties streven naar de maximale CO2-uitstootvermindering die met de beschikbare financiële middelen bereikt kan worden, rekening houdend met de betaalbaarheid van het wonen voor hun huurders. De corporaties richten zich op een concrete, meetbare reductie van de CO2-uitstoot van hun woningen. Ook de inzet van energiecoaches kan helpen doordat ze duurzaam gedrag door huurders bevorderen. In de regio Gooi- en Vechtstreek is een gezamenlijke energiestrategie ‘Samen op pad naar een energieneutrale regio’ opgesteld. Verschillende partijen, waaronder gemeenten, woningcorporaties en huurdersorganisaties hebben afgesproken dat zij in samenwerking met elkaar werk maken van een Regionale Energiestrategie. Ontwikkelingen op het gebied van verduurzaming volgen elkaar snel op. Het kabinet biedt telkens nieuwe maatregelen en mogelijkheden waar we op in moeten spelen. Ook de techniek schrijdt voort. Afspraken over verduurzaming van de gebouwde omgeving komen op vele lokale en regionale tafels aan de orde. De belangrijkste is de lijn die regionaal is vastgelegd in ‘Samen op pad naar een energieneutrale regio’. We introduceren hier daarom geen nieuwe ambities of kaders, maar sluiten aan op bestaande afspraken en processen. Sinds 1 januari 2021 drukken we de energieprestatie van een gebouw uit in kilowattuur per vierkante meter per jaar (kWh/m². jr). De Energie-Index vervalt hiermee en wordt vervangen door drie indicatoren, waarvan de EP-2 de basis is voor het nieuwe energielabel. De EP-2 wordt naar alle waarschijnlijkheid de nieuwe indicator waarmee de corporaties de energieprestaties willen meten en monitoren. De lange termijn ambities van de corporaties blijft een CO2 neutrale woningvoorraad in 2050.
Duurzaamheid. 1. Het (bestuurlijk) overleg voor duurzaamheid is samengesteld uit het Rijk (voor deze, vertegenwoordigers namens de staatssecretaris van IenM), de provincie Flevoland en de gemeente Almere. Partijen betrekken het Waterschap Zuiderzeeland bij het overleg.
Duurzaamheid. AVR heeft bevestigd een volledige CO2-afvang in Rozenburg te zullen realiseren tijdens de looptijd van het contract. De duurzaamheid van deze afvang is medebepalend voor het beoordelingstarief en mag daarom gezien worden als een duurzaamheidsinitiatief dat voortkomt uit deze aanbesteding. Zo ook de verwerking van een deel van het restafval in Wijster. Door de nascheiding van de natte fractie (gft) en het resterende verpakkingsmateriaal (na bronscheiding) wordt ook hiermee een extra CO2-besparing ingeboekt.
Duurzaamheid. De gemeente Vaals heeft als organisatie een voorbeeldrol om bij inkoop rekening te houden met de factor duurzaamheid. De gemeente kiest daarom voor Maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI). Maatschappelijk Verantwoord Inkopen betekent dat de Gemeente de effecten op people, planet en profit meeneemt bij inkopen. Hiermee kunnen maatschappelijke doelen worden gerealiseerd. De gemeente Vaals stimuleert om sociale, ecologische en economische aspecten te integreren bij Inkopen en aanbestedingen van Werken, Leveringen en Diensten. De gemeente Vaals heeft als opdrachtgever en inkoper een voorbeeldfunctie in het maatschappelijk verkeer. Daarnaast heeft de gemeente Vaals invloed op ondernemers om wenselijke maatschappelijke veranderingen teweeg te brengen. Door vooruitstrevende eisen te stellen wil zij een duurzaam beleid en innovatie door ondernemers stimuleren. De gemeente Vaals vergroot de impact van Maatschappelijk Verantwoord Inkopen door haar opdrachtgeverschap en de inkooporganisatie intern goed op elkaar af te stemmen. In alle stappen van het inkoopproces worden weloverwogen keuzes gemaakt ten aanzien van de balans tussen de sociale, ecologische en economische aspecten. Dit kan tot uitdrukking worden gebracht door het volgende: - De gemeente Vaals analyseert in welke productgroepen, welke maatschappelijke winst te behalen valt. - Bij de product- en marktanalyse kan de gemeente Vaals inventariseren welke Werken, Leveringen en Diensten op het gebied van duurzaamheid op de markt worden aangeboden. - De gemeente Vaals promoot het in dialoog tijdens de aanbestedingsprocedure zoeken naar be- staande of nieuwe MVI-oplossingen. - In de aanbestedingsstukken en daarmee ook in de te sluiten overeenkomst kunnen duurzaam- heidscriteria worden opgenomen. - De gemeente Vaals stimuleert het kijken naar de totale levensduurkosten (TCO) en niet enkel de aanschafprijs. - De gemeente Vaals kan digitaal Inkopen (E-procurement, E-factureren etc.). - De gemeente Vaals monitort de aangeboden MVI-oplossingen en controleert of MVI-afspraken worden nagekomen. De gemeente Vaals hanteert de volgende thema’s in het kader van Maatschappelijk Verantwoord Inkopen die als richtlijn kunnen worden meegenomen bij de inkoop en aanbesteding van Werken, Diensten en Leveringen: - Klimaatbewust Inkopen De gemeente Vaals onderschrijft het Klimaatakkoord van Parijs (2015) waarin afspraken zijn ge- maakt om de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de 2 graden. Als onderdeel om deze doelste...
Duurzaamheid. De ontwikkelingsopgave voor Almere is een nationale uitdaging om de gebiedsontwikkeling duurzaam aan te pakken. De Almere Principles vormen hiervoor het inspi- rerende kader. Almere biedt als nieuwe stad keuzevrijheid ten aanzien van systemen voor energie, mobiliteit, water, biodiversiteit, grondstoffen en ruimtegebruik. Het ministerie van VROM, de gemeente Almere en de provincie Flevoland zetten Almere in als nationaal praktijklaborato- rium om experimenten en innovaties van duurzame systemen grootschalig te implementeren. De duurzame gebiedsontwikkeling van Almere kan daarmee toonaan- gevend zijn voor Nederland en internationaal betekenis krij- gen. Het gaat hierbij onder meer om systeemaanpassingen op het gebied van een duurzame leefomgeving: klimaat- adaptatie en energietransitie, grondstoffen en producten, mobiliteit en infrastructuur en samenhangende ruimtelijke inrichting ten aanzien van wonen en werken, leven met water en een vitaal platteland. De gemeente Almere is, met steun van het Rijk, bezig met de oprichting van een DuurzaamheidsLab Almere. Het DuurzaamheidsLab moet mensen in staat stellen om praktisch aan de slag te gaan met de duurzaamheidambities die voortvloeien uit de Almere Principles. Het moet een netwerk van overheden, deskundigen, bedrijven en burgers vormen. Het beoogt nieuwe ideeën te stimuleren en uiteen- lopende disciplines en opvattingen bij elkaar te brengen en theorie en praktijk te verbinden. Het DuurzaamheidsLab Almere wordt ingezet als innovatiemotor voor de werkmaat- schappijen, die met de gebiedsontwikkelingen aan de slag gaan en zal deze in alle fasen, van planvorming tot uitvoe- ring, ondersteunen. Duurzame gebiedsontwikkeling in alle facetten, die ook in andere steden toegepast kan worden, moet een nieuwe economische kernactiviteit van Almere gaan vormen. De op te stellen duurzaamheidsagenda Almere geeft invul- ling aan de wens om van Almere een ‘icoon van duurzaam- heid’ te maken. Dat is het geval als Almere, zowel nationaal als internationaal, een onmiskenbare koploper is op het gebied van duurzame gebiedsontwikkeling. De duurzaam- heidsagenda fungeert mede als werkprogramma voor het DuurzaamheidsLab.
Duurzaamheid. De waterkering wordt volledig of minimaal voor een grote deel gemaakt worden van geschikt gebiedseigen vrijgekomen grond. Hiermee wordt aanvoer van het materiaal beperkt of helemaal vermeden wat aanzienlijk bijdraagt aan reductie van CO2 en fijnstof uitstoot.
Duurzaamheid. Bij duurzaamheid zijn 2 aspecten te onderscheiden: ■ de duurzaamheid van het asfaltmengsel; ■ de duurzaamheid van de verhardingsconstructie. De (potentiële) duurzaamheid van asfaltmengsels dient te blijken uit de resultaten van het vooronderzoek. De duurzaamheid van de verhardingsconstructie moet in overeenstemming zijn met het ontwerp (van de opdrachtgever of de opdrachtnemer) en wordt beïnvloedt door de beheersing van het verwerkingsproces. Ook bij prestatiebestekken zal de opdrachtnemer bedrijfscontrole uitvoeren naar de aangebrachte laagdikten en de verdichtingsgraad. De directie zal bij oplevering op de eerste plaats willen weten of het gevraagde draagvermogen is gerealiseerd. De meest gebruikte methode hiertoe zijn valgewicht deflectiemetingen (zie CROW-publicatie 92 ‘Valgewicht geen valkuil meer’). Zoals in bijlage 2 en 3 is aangegeven verdient het aanbeveling om hierbij ook het draagver- mogen van de aardebaan en de fundering hierbij in beschouwing te nemen. Een tekort aan draagvermogen van een onderliggende laag kan veelal gecompenseerd worden door een extra dikte van bovenliggende lagen. Ook bij prestatiebestekken waarbij gedurende een bepaalde periode het onderhoud voor risico en rekening van de opdrachtnemer is, verdient aansluiting van de CROW-criteria voor wegbeheer duidelijk de voorkeur (CROW- publicaties 146 a, b en c). In het contract kunnen de onderhoudscriteria worden overgenomen of afhankelijk van de situatie enigszins worden aangepast. Bij eventuele aanpassingen moet aandacht worden besteed aan de praktische realiseerbaarheid (0 mm spoorvorming na 10 jaar is bijvoorbeeld niet realistisch) en de financiële gevolgen. Als richtlijn voor beheerkosten van weginfrastructuur is bedoeld de CROW-publicatie 145. In deze publicatie is een rekenprogramma op CD-rom opgenomen met kosten voor ‘eeuwigdurende’ instandhouding. Deze kosten kunnen eenvoudig worden aangepast aan de eigen situatie en worden geactualiseerd door indexe- ring of overname van bijvoorbeeld gegevens zoals die jaarlijks worden gepubliceerd door uitgevers. Ondergrond Opbouw, draagver- mogen, gemiddeld hoogste grondwater- stand. Zettingsprognose (door onderzoek en/of op ba- sis van historische gegevens vergelijkbare situaties) Ja Beschikbare bouwtijd Beschikbaar ruimtebeslag Toelaatbare verticale ver- vorming (restzetting) Toelaatbare horizontale vervorming Verbeterde ondergrond Zie ondergrond Ja, indien ver- betering draag- vermogen onder- grond noodzake- lijk wordt geacht Zie onde...