De klacht Voorbeeldclausules

De klacht. 3.1. Xxxxxxxxxx heeft volgens klaagster gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. Klaagster verwijt betrokkene het volgende:
De klacht. Een klacht dient tenminste de navolgende gegevens te bevatten:
De klacht. 3.1 Betrokkene heeft volgens xxxxxxx gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels.
De klacht. 4.1. Xxxxxxxxxx heeft volgens xxxxxx gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels.
De klacht. Klagers hobby is de duivensport. Hij was daarin zeer succesvol. Zijn duiven werden veelal verzorgd door verzekeraars verzekerde. Deze situatie was zo gegroeid toen de duiven nog van klagers vader waren. De verzekerde was door omstandigheden genoodzaakt de duivensport te beëindigen en mocht klagers vader behulpzaam zijn bij het verzorgen van diens duiven. Na het 2002/51 WA overlijden van zijn vader heeft xxxxxx toegestaan dat de verzekerde bij de verzorging van de duiven betrokken bleef. Verzekeraar heeft op 11 februari 1999 de aansprakelijkheid van de verzekerde afgewezen op drie gronden, namelijk het ontbreken van een onrechtmatige daad, onvoldoende beveiliging van de vliegkooi en het verlenen van een vriendendienst. In de correspondentie daarna met verzekeraar en diens advocaat hebben klager en zijn belangenbehartiger tegen verzekeraars standpunt geprotesteerd, waarbij beide eerstgenoemden onder andere is gewezen op de opvatting van de Raad van Toezicht omtrent de aansprakelijkheid bij een vriendendienst. Later heeft verzekeraar zelf de behandeling weer overgenomen en een voorstel gedaan tot afwikkeling voor f 25.000,-. Dat voorstel heeft klagers belangenbehartiger afgewezen. Vervolgens gaf verzekeraar de zaak weer terug aan zijn advocaat en zette de correspondentie zich voort met de advocaat. Daarbij heeft klagers belangenbehartiger zelf ook het advies van een advocaat ingewonnen, die klagers visie deelt. Intussen bood verzekeraars assurantietussenpersoon klager aan de kwestie alsnog af te doen op basis van het eerdere aanbod van ƒ 25.000,-. Klager is er daarbij op gewezen dat het niet aanvaarden van het voorstel ongetwijfeld zou leiden tot een langdurige procedure met ongewisse afloop. Klager heeft dit voorstel met zijn belangenbehartiger besproken. Deze kon klager niet een beter resultaat garanderen. Met het oog op zijn hobby heeft klager het voorstel toen alsnog aanvaard. Achteraf bezien beseft klager dat deze beslissing onder grote druk is genomen, welke ten onrechte op hem is gelegd. Duidelijk is dat de verzekerde aansprakelijk is. Dat wordt ondersteund door het advies van de door klagers belangen- behartiger geraadpleegde advocaat, de opvatting van de Raad van Toezicht op het punt van de vriendendienst en de zienswijze van de door klager eerder benaderde Ombudsman Verzekeringen. De polis beperkt de dekking in het onderhavige geval niet. Zich dat alles realiserende is thans voor klager duidelijk dat hij het advies van zijn belangenbehartiger had mo...
De klacht. De klacht ziet, zakelijk en in de kern weergegeven, op het navolgende. Klaagster heeft zich op 31 januari 2019 in de praktijk van verweerster gemeld met het verzoek tot het plaatsen van acht facings. De praktijk van verweerster is een tandheelkunde praktijk. Klaagster werd geholpen door mevrouw X. die zich aan haar voorstelde als facingsspecialist. Klaagster ging ervan uit dat mevrouw X. ook tandheelkundige was. In een behandeltraject dat van start ging op 5 april 2019 zijn door mevrouw X. bij klaagster acht facings geplaatst. Klaagster heeft nadien zeer veel klachten ondervonden, onder meer aan haar tandvlees en zij heeft zich moeten wenden tot een praktijk voor parodontologie. Daar werd haar pas duidelijk dat mevrouw X. geen tandarts is maar een tandartsassistente en de behandelingen ondeugdelijk en ondeskundig zijn uitgevoerd. De tanden van klaagster zijn te ver afgeslepen, de facings zijn te diep geplaatst en er is een ontsteking ontstaan aan een wortelpunt. Verweerster heeft gesteld dat de werkzaamheden door mevrouw X. werden uitgevoerd onder het toeziend oog van tandarts N., destijds verbonden aan de praktijk van verweerster en de ex echtgenoot van mevrouw X. Klaagster ontkent dit ten stelligste; tandarts N. is nimmer bij de behandelingen van klaagster aanwezig geweest. Dit blijkt ook uit de patiëntenkaart van klaagster. Klaagster heeft een melding gedaan bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (verder: IGJ). De IGJ heeft op 2 juli 2021 geoordeeld dat verweerster niet heeft voldaan aan de geldende wet- en regelgeving en heeft verweerster een aanwijzing gegeven. Door het handelen van (de medewerker van) verweerster heeft klaagster schade aan haar tanden en tandvlees geleden. Zij is inmiddels begonnen aan een langdurig en pijnlijk hersteltraject bij een gespecialiseerde praktijk voor parodontologie en een endodontoloog. Verweerster heeft klaagster verzocht een vaststellingsovereenkomst te ondertekenen waarin betaling van een bedrag van € 4.170,49 door verweerster aan klaagster is opgenomen maar klaagster heeft dit niet geaccepteerd. Klaagster verlangt een bedrag van € 25.000,- aan schadevergoeding van verweerster. Dat bedrag bestaat uit de betaalde rekeningen aan verweerster en de kosten van herstelbehandelingen die klaagster nog jarenlang zal moeten ondergaan.
De klacht. 3.1. Samengevat en zakelijk weergegeven houdt de klacht in dat beklaagde anders heeft gehandeld dan een behoorlijk makelaar betaamt:
De klacht. U stelt dat u voorafgaand aan de totstandkoming van Vermogens Vliegwiel extra overeenkomst met nummer ███████ bent geadviseerd door Xxxxx Xxxxxx (Denco). U stelt voorts dat Xxxxx niet over de vereiste vergunning beschikte. Onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 2 september 2016 (ECLI:NL:HR:2016:2012) vordert u de terugbetaling van al hetgeen u uit hoofde van de Vermogens Vliegwiel extra overeenkomst aan Aegon heeft betaald, vermeerderd met wettelijke rente en kosten rechtsbijstand en verminderd met de door u ontvangen dividenden (vermeerderd met wettelijke rente). U heeft op 6 juni 2001 een aanvraagformulier voor het Vermogens Vliegwiel extra ingevuld en ondertekend. Het ingevulde aanvraagformulier was kennelijk het gevolg van een bespreking die plaats had gevonden tussen u en Denco. Aegon heeft vervolgens na ontvangst van het aanvraagformulier de door haar ondertekende overeenkomst, gedateerd 8 juni 2001, aan u toegezonden, vergezeld van een afschrift van de Bijzondere Voorwaarden (de Bijzondere Voorwaarden). U heeft de overeenkomst getekend en retour gezonden. Daarmee is de overeenkomst tot stand gekomen. De overeenkomst heeft een looptijd van 20 jaar en expireert op 6 juni 2021. Bij brief van 14 september 2017 heeft Aegon u bericht dat de Vermogens Vliegwiel extra overeenkomst per 16 oktober as. wordt beëindigd. U heeft daarbij de keuze tussen de aandelen overnemen (in welk geval Aegon de aandelen levert) of de aandelen laten verkopen (in welk geval u van Aegon de opbrengst ontvangt). In beide gevallen wordt de restant lening, per 13 september groot EUR 2.296,24, kwijtgescholden. Op 15 september jl. heeft u telefonisch contact met mij opgenomen een aangegeven dat u de aandelen wenst te laten verkopen. Het Vermogens Vliegwiel extra is één van de beleggingsproducten die door Aegon zijn aangeboden. Bij het Vermogens Vliegwiel extra wordt een lening verstrekt. Met het bedrag van deze lening worden aandelen gekocht. Door met geleend geld te beleggen kan direct een substantieel startkapitaal worden aangewend. Dit heeft tot gevolg dat – wanneer de rente eenmaal is terugverdiend – een rendement wordt behaald dat veel groter is dan het rendement dat zou worden behaald als met de inleg rechtstreeks aandelen zouden zijn aangekocht. Het via een aantal fondsen beleggen van het startkapitaal biedt bovendien de mogelijkheid om de belegging te spreiden, zodat minder risico wordt gelopen. De door AEGON verstrekte lening wordt gedurende de looptijd terugbe...
De klacht. 3.1. [Y1], [Y2] en [Y3] hebben volgens xxxxxx gehandeld in strijd met de voor hen geldende gedrags- en beroepsregels.
De klacht. Klager heeft op 18 augustus 1999, na de diefstal, geconstateerd dat hij onderverzekerd is en dat de diefstaldekking voor lijfsieraden ontoereikend was. Het gevolg hiervan is geweest dat aan sieraden ƒ 11.730,- en aan inboedel ƒ 147,84 te weinig werd uitgekeerd. In de periode van vijftien jaar tussen het sluiten van de verzekering en de diefstal is klager nimmer door de tussenpersoon benaderd om de verzekering aan te passen. Klager is inmiddels getrouwd en heeft drie kinderen en is er altijd vanuit gegaan dat hij goed verzekerd was. Klager concludeert dat de tussenpersoon is tekortgeschoten als professioneel intermediair. Hij stelt de tussenpersoon aansprakelijk voor de schade van ƒ 11.877,84.