Aanspraak Voorbeeldclausules

Aanspraak. Een aanspraak tot vergoeding van schade ingesteld tegen verzekerde(n). Aanspraken, al dan niet tegen meer verzekerden ingesteld, die met elkaar verband houden of uit elkaar voortvloeien, worden als één aanspraak beschouwd en worden geacht bij de verzekeraar te zijn aangemeld ten tijde dat de eerste aanspraak is aangemeld.
Aanspraak. Een tegen verzekerde ingestelde aanspraak tot vergoeding van schade, voortvloeiend uit een handelen of nalaten. Aanspraken, al dan niet tegen meer verzekerden ingesteld, worden als één aanspraak beschouwd als deze met elkaar verband houden of uit elkaar voortvloeien, of uit hetzelfde handelen of nalaten voortvloeien of uit een opeenvolgend handelen of nalaten met dezelfde oorzaak voortvloeien en worden geacht bij verzekeraars te zijn aangemeld ten tijde dat de eerste aanspraak is aangemeld.
Aanspraak. Vordering tot vergoeding van schade voortvloeiend uit een handelen of nalaten ingesteld tegen verzekerde(n). Aanspraken, al dan niet tegen meer verzekerden ingesteld, die met elkaar verband houden of uit elkaar voortvloeien, worden als één aanspraak beschouwd en worden geacht bij de maatschappij te zijn aangemeld op het moment dat de eerste aanspraak is aangemeld.
Aanspraak. De verzekerde is verplicht om zodra hij/zij op de hoogte is of hoort te zijn van een gebeurtenis die op basis van de groepspolis voor de polishouder tot een verplichting kan leiden:
Aanspraak. Een aanspraak is uitsluitend een tegen de verzekerde schriftelijk ingestelde vordering, waarbij degene die haar instelt uitdrukkelijk aanspraak maakt op vergoeding van schade. Aanspraken, al dan niet tegen meer verzekerden ingesteld, die voortvloeien uit of verband houden met dezelfde oorzaak worden als één aanspraak beschouwd en worden geacht bij de maatschappij te zijn aangemeld ten tijde dat de eerste aanspraak is aangemeld.
Aanspraak. Vordering, ingesteld tegen verzekerde, tot vergoeding van schade die voortvloeit uit - een gedraging van verzekerde en/of - het feit dat verzekerde een bepaalde hoedanigheid bezit. Aanspraken die met elkaar verband houden of uit elkaar voortvloeien, worden als één aanspraak beschouwd.
Aanspraak. De werknemer die in dienstbetrekking is tijdens het vakantietoeslagjaar heeft aanspraak op een vakantietoeslag van 8% van zijn feitelijk salaris of feitelijk inkomen (zie bij ‘Definities’: artikel 1.2.4.), alsmede van de loondoorbetaling bij ziekte, uitkeringen krachtens de Ziektewet (ZW), de Werkloosheidswet (WW), de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en eventuele aanvullingen op deze uitkeringen. Indien de werknemer aanspraak heeft op een uitkering van vakantietoeslag krachtens de WW, de WAO of de WIA, dan wordt dit bedrag in mindering gebracht op de vakantietoeslag ingevolge dit artikel.
Aanspraak. Een tegen Verzekerde schriftelijk ingestelde vordering tot vergoeding van Schade als gevolg van Handelen of nalaten. Meerdere Aanspraken, al dan niet tegen meer Verzekerden ingesteld, die met elkaar verband houden, uit elkaar of uit hetzelfde Handelen of nalaten of uit één opvolgend Handelen of nalaten voortvloeien worden als één Aanspraak beschouwd en worden geacht te zijn ingesteld op het moment waarop de eerste Aanspraak tegen Verzekerde is ingesteld.
Aanspraak. Verzekerde kan maximaal twee maal per melkjaar, ten gevolge van een gedekte gebeurtenis, aanspraak maken op de Melkverzekering. Iedere vergoeding, met uitzondering van de aanvullende vergoeding, die volgt uit een gedekte gebeurtenis geldt als één aanspraak.
Aanspraak. 1. De oud-werknemer van wie vaststaat dat hij arbeidsongeschikt is geraakt door zijn werk, krijgt na beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst tot zijn AOW-gerechtigde leeftijd een aanvullende periodieke uitkering. 80% of meer 95% 65-80% 69% 55-65% 57% 45-55% 48% 35-45% 38%